ECLI:NL:RBNNE:2019:4053
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering huisvestingsvergunning voor kamerverhuur in Groningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 september 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen de weigering van een huisvestingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen. Eiser, eigenaar van een woning in Groningen, had een vergunning aangevraagd voor het onttrekken van de woning aan de zelfstandige woonvoorraad ten behoeve van kamerverhuur. De rechtbank oordeelde dat de weigering van de vergunning onterecht was, omdat eiser al voor de inwerkingtreding van de Huisvestingsverordening in 2015 de woning verhuurde aan drie huurders. De rechtbank stelde vast dat er geen vergunningsplicht bestond voor het omgezet houden van de woning, aangezien de situatie al bestond voordat de verordening van kracht werd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waarbij de aanvraag van eiser wordt afgewezen omdat er geen vergunningsplicht geldt. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.