Op 25 september 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997, die op 18 januari 2019 in Groningen een poging tot diefstal heeft gedaan. De verdachte heeft geprobeerd een mobiele telefoon en een portemonnee van het slachtoffer, die zichtbaar gehandicapt was, uit diens broekzak te stelen. Tijdens deze poging heeft de verdachte geweld gebruikt door het slachtoffer in of nabij het oog te prikken. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de poging tot diefstal, vergezeld van geweld, en heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en de camerabeelden van het voorval.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder verplichtingen tot behandeling en begeleiding door de reclassering. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het delict, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en het feit dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft ook de impact van het delict op het slachtoffer en de gevoelens van onveiligheid in de samenleving meegewogen in de strafmaat.
De rechtbank heeft voorts een vordering na voorwaardelijke veroordeling behandeld, waarbij de verdachte eerder was veroordeeld tot jeugddetentie. De rechtbank heeft besloten om in plaats van de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie een werkstraf op te leggen, ter vervanging van de niet nagekomen voorwaarden van de eerdere veroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.