ECLI:NL:RBNNE:2019:3880

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2019
Publicatiedatum
13 september 2019
Zaaknummer
C/19/128021 / KG ZA 19-133
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen twee stichtingen over buitenschoolse en tussenschoolse opvang op basisschool De Veenvlinder

In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee stichtingen, Stichting Baasis en Stichting SKID Kinderopvang, over wie verantwoordelijk is voor de buitenschoolse en tussenschoolse opvang (BSO en TSO) op basisschool De Veenvlinder in Eelde. Stichting Baasis, die 14 openbare basisscholen in de regio beheert, heeft de intentie om de opvang door een derde partij, Kids First, te laten verzorgen. SKID, die al betrokken was bij de ontwikkeling van het nieuwe schoolgebouw Groote Veen, stelt echter dat er een samenwerkingsovereenkomst bestaat die hen het recht geeft om de opvang te verzorgen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Baasis en SKID gedurende meerdere jaren intensief hebben samengewerkt met als doel dat SKID de opvang voor De Veenvlinder zou verzorgen. De rechter oordeelt dat Baasis niet zomaar van deze afspraak kan afwijken en veroordeelt Baasis om de samenwerking met SKID te hervatten. Dit houdt in dat Baasis SKID toegang moet geven tot de schoolruimtes die exclusief voor De Veenvlinder zijn bestemd voor BSO en TSO. De uitspraak benadrukt het belang van de samenwerking tussen de betrokken partijen en de gemaakte afspraken in het verleden.

De uitspraak is gedaan in kort geding, waarbij de voorzieningenrechter de vorderingen van Baasis in conventie afwijst en de vorderingen van SKID in reconventie toewijst. Baasis wordt veroordeeld in de proceskosten en moet een dwangsom betalen voor iedere dag dat zij niet aan de uitspraak voldoet.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rolnummer: C/19/128021 / KG ZA 19-133
Vonnis in kort geding van 2 september 2019
in de zaak van
de stichting
STICHTING BAASIS,
gevestigd te Zuidlaren,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.L.E. Ritsema te Assen,
tegen
de stichting
STICHTING SKID KINDEROPVANG,
gevestigd te Annen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.J. Oudman te Joure.
Partijen zullen hierna Baasis en Skid genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 26 augustus 2019 met producties,
de conclusie van antwoord in kort geding, tevens eis in reconventie, met producties, ingekomen ter griffie op 28 augustus 2019,
de mondelinge behandeling van 30 augustus 2019,
de pleitnota van Baasis, tevens antwoord in reconventie,
de pleitnota van Skid,
de overige in het geding gebrachte bescheiden
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
Zoals ter zitting met partijen is afgesproken, is er op 2 september 2019 een verkort vonnis gewezen. Daarbij is aangegeven dat de uitwerking daarvan een week na heden, derhalve 9 september 2019, zal volgen. Het onderstaande is die uitwerking.

2.De feiten

2.1.
De voorzieningenrechter zal bij de beoordeling uitgaan van de volgende feiten en omstandigheden.
2.2.
Baasis betreft een stichting voor openbaar onderwijs. Baasis heeft 14 openbare basisscholen in de gemeentes Tynaarlo en Groningen, waaronder de openbare basisschool De Veenvlinder in Eelde (verder te noemen: de Veenvlinder).
2.3.
Skid betreft een stichting voor kinderopvang en biedt - onder meer - buitenschoolse opvang (BSO), tussenschoolse opvang (TSO) en dagopvang in de gemeentes Tynaarlo en Assen. Skid is op 31 december 2017 gefuseerd met Stichting Kinderopvang Trias, waarbij Trias de verdwijnende rechtspersoon was en Skid de verkrijgende rechtspersoon.
2.4.
In het gebouw waarin De Veenvlinder is gevestigd, Groote Veen genaamd, bevindt zich ook een Katholieke basisschool van de stichting Primenius (verder te noemen: Primenius), te weten de RK Mariaschool. Skid verzorgt BSO en TSO voor deze basisschool van Primenius.
2.5.
Groote Veen is een - nagenoeg - nieuw gebouw en met betrekking tot de realisatie hiervan hebben Baasis en Primenius op15 februari 2017 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Daarin is het volgende bepaald, voor zover van belang:
"
Artikel 1. Realisatie Nieuwe Schoolgebouwen
1. Partijen zullen twee schoolgebouwen realiseren (…)
4. Aangezien Stichting Kinderopvang Trias mogelijk een belangrijke medegebruiker kan worden van de nieuwe schoolgebouwen, zullen partijen bovengenoemde stichting nauw betrekken bij de ontwikkeling en realisatie van de schoolgebouwen.
(…)
Artikel 2. Overleg en besluitvorming tijdens ontwerp- en realisatiefase
1. Het overleg tussen partijen aangaande de ontwikkeling en realisatie van de schoolgebouwen en de besluitvorming daarover zal worden ingericht conform de projectstructuur (Bijlage 5).
(…)
Artikel 13. Bijlagen
Van deze overeenkomst maken onlosmakelijk deel uit de volgende bijlagen:
(…)
5. Projectstructuur d.d. 30-09-2016".
Stichting Kinderopvang Trias (verder te noemen: Trias) is de rechtsvoorgangster van Skid.
2.6.
Baasis, Primenius en Trias hebben deelgenomen in de stuurgroep, waarnaar wordt verwezen in (bijlage 5 van) de samenwerkingsovereenkomst van 15 februari 2017. Trias was in die stuurgroep stemgerechtigd met betrekking tot inhoudelijke zaken en ook was zij deelnemer bij het ontwerpteam/projectteam.
2.7.
Het verslag van de vergadering van de stuurgroep van 5 oktober 2016 vermeldt het volgende, voor zover van belang:
"
3. Projectorganisatie en samenwerking Trias
De onderwijsorganisaties en de kinderopvang hebben de intentie om samen de kinderopvang en onderwijs vorm te geven in Groote Veen. Enerzijds door in twee gebouwen de functies onderwijs/ESO/peuters (onderwijsgebouw) en de kinderopvang (0 tot 4 jaar) aan te bieden en anderzijds door een inhoudelijke samenwerking. Trias maakt daarom onderdeel uit van de project organisatie. Op schoolniveau is gestart met het onderzoek naar een gezamenlijke samenwerking. Deze input is nodig voor het opstellen van een gezamenlijk PVE. Het gebouw voor de kinderopvang 0-4 jaar zal door de kinderopvang zelf worden gefinancierd. Afstemming van beide gebouwen gebeurt door het kader van de massastudie. De gevolgen van de ruimtelijke samenwerking in het onderwijsgebouw worden de verdere ontwikkeling van de samenwerking meegenomen. Suggestie is een intentieverklaring op te stellen met nadere afspraken over inhoudelijke, ruimtelijke samenwerking en financiële consequenties.
(…)
Gevraagd besluit:
  • bij besluitvorming inhoudelijke samenwerking en gezamenlijk gebruik hebben de bestuurders Primenius, Baasis en Trias een gelijke positie.
  • Instemming: alle organisaties.".
2.8.
Er is een ruimteprogramma voor Groote Veen opgesteld, waarbij aandacht is besteed aan het gebruik door Skid. Voorts is Skid in het bezit gesteld van de gunningsleidraad met betrekking tot de aanbesteding.
2.9.
In 2017 hebben Baasis, Skid en Trias gesprekken gevoerd over de realisatie van zogenoemde Integrale Kindercentra's (verder: IKC), waarbij sprake is van één pedagogische visie, één team en één aansturing. Op 14 december hebben Baasis, Skid en Trias daartoe een notitie ondertekend.
2.10.
Die notitie vermeldt het volgende, voor zover van belang:
"
We kiezen hierbij voor organische groei, dat wil zeggen dat we kiezen voor een
samenwerkingsmodel per locatie of wijk wat het best aansluit bij de situatie ter plaatse.
Iedere IKC moet de ruimte krijgen om te groeien en aan te sluiten bij de gemeenschap/omgeving om hen heen. De zogenoemde ‘couleur locale’. Zo kan iedere IKC bij de uiteindelijke totstandkoming zijn eigen invulling hierin aangeven.
Deze organische groei willen we allereerst gaan ontdekken in ‘pilots/proeftuinen’. Deze zullen worden opgezet in die locaties die binnenkort al (gedeeltelijk) gaan samenwerken op het gebied van ruimtedeling tussen onderwijs en opvang. Deze ervaringsgerichte bevindingen kunnen vervolgens worden meegenomen naar de toekomstige samenwerkings (IKC)Iocaties.
(…)
Tijdpad
(…)

start ‘pilots/proeftuinen’ vanaf april 2017 Oelebred en Westerburcht Medio 2017".
2.11.
Bij brief van 17 januari 2019 hebben Baasis, Skid en Primenius een brief doen uitgaan, waarin het volgende staat opgenomen, voor zover van belang:
"
De verhuizing naar het nieuwe schoolgebouw in de wijk Groote Veen in Eelde is uitgesteld tot voor de zomervakantie. Dit besluit is vandaag door de bestuurders van Stichting Primenius met de Mariaschool, Stichting Baasis met OBS de Veenvlinder en skidkinderopvang met buitenschoolse opvang en peuteropvang genomen.
(…)
Kinderopvangorganisatie skidkinderopvang is voornemens haar nieuwe kinderdagverblijf naast het schoolgebouw te realiseren."
2.12.
Op 7 februari 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Skid en Baasis. Tijdens dat gesprek is namens Baasis aangegeven dat de samenwerking met Skid niet goed loopt met betrekking tot de vorming van IKC's.
2.13.
In een notitie van 8 februari 2019, bestemd voor Skid, schrijft Baasis het volgende, voor zover van belang:
"
De huidige situatie binnen de veelvuldige overlegsituaties en het tempo waarin de samenwerking zich ontwikkelt leiden helaas niet tot het gewenste resultaat.
SB is daarom tot het besluit gekomen dat de wens tot een vergaande samenwerkingsvorm wordt losgelaten en toegewerkt moet worden naar een integrale organisatie waarbij in eigen beheer kinderopvang te organiseren een optie is. Samenwerking met een kinderopvangorganisatie is ook een mogelijkheid, waarbij wordt aangesloten bij de pedagogische visie en het ontwikkelingsaanbod van de scholen, onder aansturing van één leidinggevende in een voortvarend tempo.".
2.14.
Op 14 maart 2019 heeft (de directeur van) Baasis aan Skid meegedeeld dat zij de BSO voor de Westerburcht zelf wil gaan organiseren en dat dit wellicht ook zou gaan gelden voor een andere basisschool van Baasis, waarvoor Skid ook de BSO verzorgt.
2.15.
Bij e-mailbericht van 11 april 2019 heeft (de directeur van) Skid aan Baasis bericht dat zij de samenwerking wenst te continueren. Door middel van een notitie van 25 april 2019 heeft Skid uiteengezet hoe zij die verdere samenwerking ziet.
2.16.
Bij e-mailbericht van 26 april 2019 bericht (de directeur van) Baasis aan Skid "
om niet verder met Skid in zee te gaan om IKC voor Baasis te realiseren.".
2.17.
Op 8 mei 2019 heeft (de directeur van) Skid in een e-mailbericht aan (de directeur van) Baasis een opsomming gegeven van scholen, ten aanzien waarvan Baasis heeft aangegeven de kinderopvang door een derde - Kids First - wil laten verzorgen. (De directeur van) Baasis heeft op dezelfde dag die opsomming aangevuld met de volgende opmerking:
"
Veenvlinder BSO wenselijk vanaf schooljaar 2019-2020,".
2.18.
Bij brief van 21 mei 2019 heeft Skid de ouders/ verzorgers geïnformeerd over het beëindigen van de samenwerking met Baasis ter zake van IKC.
Die brief vermeldt voorts het volgende, voor zover van belang:
"
Over de toekomstige buitenschoolse opvang binnen OBS de Veenvlinder in Groote Veen in Eelde zijn we nog in gesprek met alle belanghebbenden binnen het nieuwe schoolgebouw.".
2.19.
Bij brief van 14 juni 2019 heeft Skid de ouders/verzorgers geïnformeerd over het feit dat Baasis de BSO door Kids First wil laten verzorgen op De Veenvlinder.
2.20.
Op enig moment is het Baasis gebleken dat Skid zich voor Groote Veen heeft laten registreren als kinderopvangorganisatie. Dit verhindert dat Baasis kan contracteren met een derde - Kids First - die Baasis de BSO en TSO wil laten verzorgen op de Veenvlinder.
2.21.
Ondanks een daartoe strekkende sommatie door de advocaat van Baasis, is Kids niet bereid gebleken (schriftelijk) te verklaren dat zij geen BSO (en TSO) zal gaan verzorgen voor Baasis op de Veenvlinder.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Baasis vordert:
1. Skid te veroordelen om binnen één dag na dagtekening (van dit vonnis) een schriftelijke verklaring aan Baasis te verstrekken waarin staat dat Skid geen gebruik gaat maken van de schoolruimtes die exclusief aan obs De Veenvlinder toebehoren en geen BSO en/of TSO voor De Veenvlinder gaat verzorgen en dat het aantal kindplaatsen op haar registratie uitsluitend gebaseerd moet zijn op De Mariaschool, om aldus registratie van een andere kinderopvangorganisatie in de schoolruimtes van obs De Veenvlinder in Eelde mogelijk te maken met het aantal kindplaatsen dat aan De Veenvlinder toebehoort, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 (met een maximum van € 50.000,--) voor iedere dag - een gedeelte van een dag voor een volle te rekenen - dat Skid nalaat om deze schriftelijke verklaring te verstrekken;
2. Skid te veroordelen in de kosten van het geding, bestaande uit verschotten en salaris van de advocaat, alsmede de kosten voor nasalaris van de advocaat ad € 131,--
(of € 205,-- in geval van conventie en reconventie) en in geval niet binnen één dag is voldaan aan de bij dit vonnis uitgesproken veroordeling(en) en betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden te vermeerderen met een bedrag van € 68,-- voor nasalaris van de advocaat en de kosten van het betekeningsexploot..
3.2.
Aan haar vorderingen legt Baasis, samengevat, ten grondslag dat tussen partijen op geen enkel moment een (schriftelijke, mondelinge of stilzwijgende) samenwerkingsovereenkomst tot stand is gekomen, op basis waarvan Skid - goed en wel - BSO en/of TSO op de Veenvlinder zou gaan verzorgen voor Baasis. Er is evenmin sprake van een situatie waarbij Skid er op mocht vertrouwen dat die samenwerking ten aanzien van de BSO/TSO in de Veenvlinder tot stand zou komen. Partijen hebben onderzocht of het mogelijk was om samen een IKC te vormen, maar dat bleek niet mogelijk. Skid wil(de) of kon (kan) niet aan de visie van Baasis voldoen, waarna Baasis dit traject heeft beëindigd. Skid heeft dit aanvaard en de ouders hierover ook geïnformeerd.
Skid heeft zich laten registeren als kinderopvangorganisatie voor Groote Veen, derhalve voor de RK Mariaschool én de Veenvlinder, en claimt daarmee vierkante meters van Baasis zonder recht of titel. Daarmee maakt Skid inbreuk op het recht van Baasis om over haar eigen schoolgebouw te (kunnen) beschikken. Het spoedeisend belang van Baasis bestaat er in dat het nieuwe schooljaar is begonnen op 26 augustus 2019 en de kinderopvang op die datum moet zijn geregeld.
3.3.
Skid voert de volgende verweren. Bij de realisatie van Groote Veen was het de bedoeling van Baasis, Primenius en Skid dat laatstgenoemde de kinderdagopvang in dat gebouw zou verzorgen. Skid is hier van meet af aan bij betrokken geweest en heeft ook investeringen gepleegd, zowel in Groote Veen als in de realisatie van een kinderopvang in de nabijheid van Groote Veen. Onder verwijzing naar de zogenoemde schakeljurisprudentie dient Baasis rekening te houden met zowel de belangen van Skid als Primenius. Primenius heeft - in tegenstelling tot Baasis - overeenkomstig die bedoeling gehandeld en Skid ingeschakeld om voor de RK Mariaschool BSO en TSO te gaan verzorgen. Tussen partijen is gesproken over de realisatie van IKC's, maar dat staat los van de kinderopvang op Groote Veen. Anders dan Baasis stelt, is het niet juist dat Skid de visie van Baasis ter zake van een IKC niet zou delen/ onderstrepen. Juist het tegendeel is waar. Skid heeft zich daarbij wel op het standpunt gesteld (en dat ook redelijkerwijs kunnen doen) dat de kinderopvang niet juridisch/formeel deel uit zal gaan maken van (de organisatie van) Baasis, maar door Skid geleverd dient te worden. Skid is bereid en in staat de kinderopvang te verzorgen en heeft derhalve met recht en reden een registratie voor Groote Veen aangevraagd.
3.4.
Op de stellingen en verweren van partijen zal bij de beoordeling, voor zover aangewezen, worden ingegaan.
in reconventie
3.5.
Skid vordert:
1. Baasis te veroordelen om binnen één dag na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis de samenwerking met SKID te hervatten, in die zin dat Baasis veroordeeld wordt om SKID toegang te verschaffen tot de schoolruimtes die exclusief aan OBS De Veenvlinder toebehoren voor BSO en TSO voor de Veenvlinder, alsmede SKID toegang te verschaffen tot de gezamenlijke schoolruimtes van OBS De Veenvlinder en OBS Mariaschool voor het verzorgen van BSO en/of TSO en dat SKID op deze wijze volledig gebruik kan maken van haar registratie ter zake de kinderopvang, welke gebaseerd is op de Mariaschool en de Veenvlinder, zodat de registratie van een andere kinderopvangorganisatie in de schoolruimtes van OBS De Veenvlinder te Eelde niet nodig is, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,-- (met een maximum van € 20.000,--) voor iedere dag of gedeelte van een dag, voor een volle te rekenen, dat Baasis nalaat om deze samenwerking te hervatten;
2. Baasis te veroordelen in de kosten van het geding, bestaande uit verschotten en
salaris van de advocaat, alsmede kosten voor het nasalaris van de advocaat ad
€ 131,-- (of € 205,-- in geval van conventie en reconventie) en in geval niet binnen één dag is voldaan aan de bij dit vonnis uitgesproken veroordeling(en) en betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden te vermeerderen met een bedrag van € 68,-- voor nasalaris van de advocaat, kosten rechtens.
3.6.
Skid legt aan haar vorderingen, samengevat, haar verweer in conventie ten grondslag.
3.7.
Baasis voert gemotiveerd verweer. Daarop zal bij de beoordeling, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
De vordering in conventie en de vordering in reconventie vormen elkaars spiegelbeeld. Het door Baasis gestelde spoedeisende belang, te weten dat het schooljaar op 26 augustus 2019 is begonnen en de kinderopvang per die datum moet zijn geregeld, geldt bijgevolg evenzeer voor Skid, in die zin dat zij belang heeft bij het kunnen voortzetten van de (door haar gestelde) samenwerking. Dit betekent dat partijen over en weer in hun vorderingen kunnen worden ontvangen en dat deze gezamenlijk zullen worden behandeld als volgt.
Hetgeen partijen in essentie verdeeld houdt, betreft de vraag of Skid kinderopvang (BSO en TSO) mag verzorgen op de Veenvlinder. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient deze vraag bevestigend te worden beantwoord. Daarvoor acht de voorzieningenrechter het volgende redengevend.
4.2.
Skid heeft onweersproken gesteld dat zij, althans haar rechtsvoorgangster Trias, reeds in 2016 in de stuurgroep heeft plaatsgenomen die gericht was op de realisatie van Groote Veen en waarin tevens Baasis en Primenius deelnamen. Uit - onder meer - het verslag van de vergadering van deze stuurgroep van 5 oktober 2016 kan worden opgemaakt dat het een bewuste keuze is geweest om Trias bij de projectorganisatie te betrekken. Skid heeft voorts onweersproken gesteld dat Trias in die stuurgroep stemgerechtigd was met betrekking tot inhoudelijke zaken en eveneens deelnemer was bij het ontwerpteam/projectteam. In de samenwerkingsovereenkomst die vervolgens op 15 februari 2017 tussen Baasis en Primeus is gesloten wordt niet alleen uitdrukkelijk verwezen naar de projectstructuur, zijnde de stuurgroep waar Trias zit in had, maar is tevens bepaald dat deze structuur ook deel uitmaakt van de overeenkomst zelf (artikel 13). In artikel 1 lid 4 staat opgenomen dat Trias mogelijk een belangrijke medegebruiker kan worden van de nieuwe schoolgebouwen, zodat zij nauw betrokken zal worden bij de ontwikkeling en realisatie van de schoolgebouwen. Reeds het voorgaande vormt een sterk vermoeden dat partijen ter zake van de realisatie van Groote Veen inderdaad, zoals Skid stelt, de bedoeling hebben gehad dat Skid in dat gebouw en voor zowel Baasis als Primenius kinderopvang zou gaan verzorgen. Dat vermoeden wordt nog verder versterkt doordat Skid heeft geïnvesteerd in Groote Veen, naast dit gebouw een kinderopvang heeft gerealiseerd en er tot 7 februari 2019 schijnbaar geen discussie was tussen partijen omtrent de kinderopvang door Skid op de Veenvlinder, althans van het tegendeel is de voorzieningenrechter niet gebleken. Sterker, op 17 januari 2019 is er nog een brief van Baasis, Skid en Primenius gezamenlijk uitgegaan over uitstel van de verhuizing.
4.3.
Voorts slaat de voorzieningenrechter uitdrukkelijk acht op hetgeen de bestuurder van Primenius tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard, te weten dat het gedurende het gehele samenwerkingstraject inderdaad de bedoeling was van Primenius, Baasis en toen nog Trias dat Trias (Skid) de kinderopvang zou gaan verzorgen voor Primenius en Baasis in het nieuw te realiseren schoolgebouw en dat zij daar ook uitvoering aan heeft gegeven.
Voorts heeft de bestuurder van Primenius verklaard dat hij, waarmee bedoeld zal zijn: Primenius, hier niet aan zou zijn begonnen als hij (zij) had geweten van de huidige discussie tussen Baasis en Skid omtrent de kinderopvang. Het voorgaande is in lijn met de als productie 38 overgelegde verklaring van de bestuurder van Primenius. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding om aan de juistheid van die verklaring c.q. toelichting van de bestuurder van Primenius te twijfelen, te minder ook omdat hij, anders dan de huidige directeuren van Baasis en Skid, van meet af aan was betrokken bij het project Groote Veen en bovendien - anders dan partijen - geen belang heeft bij een bepaalde uitkomst van deze procedure. Op grond van het voorgaande neemt de voorzieningenrechter dan ook aan dat partijen de bedoeling hebben gehad dat Skid voor De Veenvlinder BSO en TSO zou gaan verzorgen en daartoe gedurende een aantal jaren intensief hebben samengewerkt. Vast staat dat Baasis de BSO en TSO thans wil laten verzorgen door Kids First en derhalve niet meer door Skid. Hetgeen Baasis daartoe bij wijze van rechtvaardiging heeft aangevoerd, wordt door de voorzieningenrechter te licht bevonden en wel om reden van het navolgende.
4.4.
Skid heeft onvoldoende weersproken gesteld dat de realisatie van Groote Veen los staat van de realisatie van IKC's. Reeds hierom valt niet (goed) in te zien dat het verloop van de realisatie van IKC's van invloed zou kunnen zijn op de bedoeling van partijen en Primenius met betrekking tot Groote Veen zoals hiervoor omschreven. Maar zelfs als dit anders mocht zijn, dan nog heeft te gelden dat het de voorzieningenrechter niet (voldoende) is gebleken dat hierin een beëindiging van de samenwerking tussen Baasis en Skid kan zijn gelegen. Skid heeft in dat verband namelijk onvoldoende weersproken gesteld dat zij de visie van Baasis met betrekking tot de IKC's nagenoeg geheel onderschrijft, door als "1 smoel" naar buiten te treden, maar dat Baasis tevens op enig moment de (onredelijke) voorwaarde heeft gesteld dat sprake zou moeten zijn van een gedeeltelijke overgang van de onderneming van Skid. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Skid zich op het standpunt kunnen en mogen stellen dat zij niet aan een dergelijke onredelijke voorwaarde zou hoeven voldoen. Het is de voorzieningenrechter evenmin (voldoende) gebleken dat Skid in een beëindiging van de samenwerking heeft berust, althans waar het gaat om de Veenvlinder. Want hoewel de reactie van Skid lauw genoemd kan worden op het voornemen van Baasis om in ieder geval de BSO op een aantal (andere) basisscholen te beëindigen, heeft Skid eveneens - onweersproken - tot haar verweer aangevoerd dat er tot op het hoogste niveau, via de Raden van Toezicht van partijen, overleg is geweest om de samenwerking te continueren. Dat heeft Baasis niet weersproken en de voorzieningenrechter leidt uit deze 'stille diplomatiek' af dat Baasis niet heeft ingestemd met beëindiging, althans waar het gaat om de Veenvlinder. Gesteld noch gebleken is bovendien dat Skid zich met betrekking tot de Veenvlinder heeft neergelegd bij beëindiging, integendeel! Dat laatste valt ook wel op te maken uit de correspondentie, zoals opgenomen bij de feiten. Daarin staat, behoudens een aantal andere scholen, de Veenvlinder niet genoemd als locatie waar Skid definitief geen BSO meer zal gaan verzorgen. In de brief van juni 2019 geeft Skid ook naar de ouders toe aan dat hierover nog discussie is; niet tevens dat zij er mee heeft ingestemd dat zij geen BSO/TSO meer zal gaan verzorgen.
4.5.
Uit het voorgaande volgt dat Baasis ten onrechte de BSO/TSO voor de Veenvlinder niet meer door Skid wil laten verzorgen.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter mocht Skid er gerechtvaardigd op vertrouwen dat zij de kinderopvang voor de Veenvlinder zou gaan verzorgen. Feiten en/of omstandigheden die tot een ander oordeel nopen, zijn de voorzieningenrechter niet (voldoende) gebleken. Bijgevolg heeft Skid zich op goede gronden voor de Groote Veen als geheel geregistreerd als kinderopvangorganisatie. Dit betekent dat de vordering van Baasis in conventie moet worden afgewezen, terwijl de vordering van Skid in reconventie moet worden toegewezen. De door Skid gevorderde dwangsom zal worden gematigd, op de wijze zoals in het dictum te bepalen.
4.6.
Baasis zal als de in in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Skid worden in conventie begroot op:
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat
1.470,00
Totaal € 2.109,00
De kosten aan de zijde van Skid in de reconventie worden begroot op:
- salaris advocaat €
735,00(factor 0,5 x tarief € 1.470,00)
Totaal € 735,00
4.7.
De in reconventie gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Baasis in de proceskosten, aan de zijde van Skid tot op heden begroot op € 2.109,00 (zijnde € 639,00 aan griffierecht en € 1.470,00 aan salaris advocaat),
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
veroordeelt Baasis om binnen één dag na dagtekening van dit vonnis de
samenwerking met Skid te hervatten, in die zin dat Baasis Skid toegang dient te verschaffen tot de schoolruimtes die exclusief aan OBS De Veenvlinder toebehoren voor BSO en TSO voor de Veenvlinder, alsmede toegang tot de gezamenlijke schoolruimtes van OBS De Veenvlinder en OBS Mariaschool voor het verzorgen van BSO en/of TSO en dat Skid op deze wijze volledig gebruik kan maken van haar registratie ter zake de kinderopvang, welke gebaseerd is op de Mariaschool en de Veenvlinder, zodat de registratie van een andere kinderopvangorganisatie in de schoolruimtes van OBS De Veenvlinder te Eelde niet nodig is,
5.5.
veroordeelt Baasis om aan Skid een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag, waaronder begrepen een gedeelte van een dag, dat zij niet aan de onder 3.4. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt,
5.6.
veroordeelt Baasis in de proceskosten, aan de zijde van Skid tot op heden begroot op € 735,00,
5.7.
veroordeelt Baasis in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Baasis niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af..
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Idzenga en in het openbaar uitgesproken door mr. J. de Vroome op 2 september 2019. [1]

Voetnoten

1.type: