Op 14 augustus 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaken LEE 19/2810 en LEE 19/2811, betreffende de tijdelijke omgevingsvergunning en evenementenvergunning voor het Noorderzon Performing Arts Festival in Groningen. De zaak is ontstaan na bezwaar van verzoekster tegen de besluiten van de gemeente Groningen, waarbij een tijdelijke omgevingsvergunning en een evenementenvergunning zijn verleend voor het evenement dat plaatsvond van 12 tot en met 25 augustus 2019. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen, omdat zij van mening was dat de vergunningen niet rechtmatig waren verleend en dat het evenement schadelijk zou zijn voor het Noorderplantsoen, dat kwetsbare natuurwaarden bevat.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bevoegd was om de vergunningen te verlenen, ondanks dat deze in strijd waren met het bestemmingsplan. De rechter heeft geoordeeld dat de gemeente in redelijkheid tot de besluiten heeft kunnen komen, gezien de voorwaarden die aan de vergunningen zijn verbonden en de afwegingen die zijn gemaakt met betrekking tot de bescherming van het groen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorzieningen afgewezen, omdat het verzoek ongegrond was. Tevens is het verzoek om een deskundige in te schakelen afgewezen, omdat verzoekster niet voldoende heeft gemotiveerd waarom dit nodig was.
De uitspraak benadrukt de discretionaire bevoegdheid van de gemeente bij het verlenen van vergunningen en de noodzaak om een evenwicht te vinden tussen het organiseren van evenementen en het beschermen van natuurwaarden. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de vergunninghouders en de gemeente zwaarder laten wegen dan de bezwaren van verzoekster, wat resulteerde in de afwijzing van haar verzoeken.