2.6Eiseres stelt dat de hoogte van de vastgestelde teruggaaf omzetbelasting niet juist is vastgesteld en dat zij voor het volledige bedrag, € 24.908, recht heeft op vooraftrek. Zij baseert zich hierbij met name op het arrest Fuchs (HvJ 20 juni 2013, ECLI:EU:C:2013:413). Uit het arrest Fuchs kan volgens eiseres geconcludeerd worden dat netgekoppelde zonnestroominstallaties, zoals die van eiseres, geheel voor belaste prestaties worden gebruikt. Door de techniek achter deze netgekoppelde zonnestroominstallaties is niet vast te stellen, of en in hoeverre de opgewekte elektriciteit dezelfde is als de elektriciteit voor eigen gebruik, dan wel de elektriciteit die voor de teruglevering wordt gebruikt. Dit technische aspect, dat inhoudt dat de elektriciteit nu eenmaal niet te herleiden of te labelen is, moet volgens eiseres doorslaggevend zijn. Daaruit volgt dan dus dat de volledige opgewekte elektriciteit aan het net wordt geleverd. Eiseres is van mening dat er op grond van het arrest Fuchs ook voor haar recht op vooraftrek bestaat van
allein rekening gebrachte voorbelasting.
3. De voor deze uitspraak relevante overwegingen uit het Fuchs arrest zijn:
9 Die installatie kan geen elektriciteit opslaan. Krachtens een op 1 juli 2005 in werking getreden overeenkomst betreffende toegang tot het elektriciteitsnet die voor onbepaalde tijd is aangegaan met de vennootschap Ökostrom Solarpartner, Ö Vertriebs-GmbH, wordt alle geproduceerde elektriciteit aan het elektriciteitsnet geleverd. Die leveringen worden tegen de marktprijs vergoed, te weten 0,181 EUR bruto per kWh, en zijn onderworpen aan de btw. De voor het gezin benodigde elektriciteit wordt bij die vennootschap weer ingekocht tegen dezelfde prijs als de leveringsprijs.
10 Van 2005 tot en met 2008 heeft Fuchs voor zijn gezin 44 600 kWh elektriciteit van het net verbruikt. Hij heeft 11 156 kWh duurzaam aan het elektriciteitsnet geleverd en 8 645 kWh direct verbruikt. Derhalve heeft hij de totale met zijn fotovoltaïsche installatie geproduceerde hoeveelheid, te weten 19 801 kWh, in het elektriciteitsnet ingebracht.
(…)
26 Aangezien de installatie op het dak van de woning van de exploitant elektriciteit produceert die tegen vergoeding in het elektriciteitsnet wordt ingebracht, dient te worden geoordeeld dat de exploitatie van die installatie is verricht om er opbrengst uit te verkrijgen.
27 In de tweede plaats blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat de op 1 juli 2005 in werking getreden overeenkomst betreffende toegang tot het elektriciteitsnet ‘voor onbepaalde tijd’ is aangegaan. Aangezien die fotovoltaïsche installatie duurzaam wordt geëxploiteerd, wordt met die installatie duurzaam en niet slechts incidenteel elektriciteit aan het elektriciteitsnet geleverd. Een vergoeding als die welke door de exploitant van die installatie is ontvangen, is derhalve duurzaam in de zin van artikel 4, lid 2, van de Zesde richtlijn.
28 Aangezien de in het hoofdgeding aan de orde zijnde fotovoltaïsche installatie elektriciteit produceert die aan het elektriciteitsnet wordt geleverd in ruil voor een duurzame opbrengst, is voldaan aan de voorwaarden waaronder die activiteit onder het begrip ‘economische activiteiten’ in de zin van artikel 4 van de Zesde richtlijn valt.
29 Aan deze conclusie wordt niet afgedaan door de door de verwijzende rechter genoemde omstandigheid dat de hoeveelheid door die installatie geproduceerde elektriciteit altijd minder bedraagt dan de hoeveelheid door de exploitant voor zijn gezin verbruikte elektriciteit.
30 In casu blijkt uit de verwijzingsbeslissing immers dat de geproduceerde elektriciteit, wegens de technische kenmerken van de betrokken installatie, aan het elektriciteitsnet wordt geleverd en de verbruikte elektriciteit bij de exploitant van dat net wordt ingekocht. Zoals de verwijzende rechter heeft opgemerkt, kan het, aangezien het gaat om netgekoppeld energieproductie, onmogelijk zijn om het betrokken vervangbare goed, te weten elektriciteit, te classificeren en te identificeren na levering aan en teruglevering uit het elektriciteitsnet.
31 Derhalve moet worden geoordeeld dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde activiteit bestaande in de levering van elektriciteit losstaat van de afname door de exploitant van de fotovoltaïsche installatie van elektriciteit van het net voor zijn gezin, en dat de verhouding tussen de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit en de hoeveelheid verbruikte elektriciteit derhalve niet relevant is om die leveringsactiviteit als economische activiteit te kunnen kwalificeren.
32 Bijgevolg moet het argument van de Oostenrijkse regering worden afgewezen, namelijk dat de omstandigheid dat de met de fotovoltaïsche installatie geproduceerde elektriciteit de eigen behoeften van het gezin niet overstijgt, aantoont dat de opbrengst uit de leveringen van elektriciteit aan het elektriciteitsnet het gevolg is van het streven van de exploitant naar een verlaging van zijn elektriciteitsrekening, en dat de exploitant die installatie derhalve niet exploiteert om er opbrengsten uit te verkrijgen.
33 Voorts moet, aangezien de exploitant van de installatie — zoals blijkt uit punt 28 van het onderhavige arrest — een economische activiteit in de zin van artikel 4, lid 2, van de Zesde richtlijn verricht en vaststaat dat hij die activiteit zelfstandig verricht, hij worden aangemerkt als een belastingplichtige in de zin van lid 1 van dat artikel.
34 Daarenboven blijkt uit het door de verwijzende rechter aan het Hof overgelegde dossier dat die exploitant de btw over de leveringen van al de met zijn fotovoltaïsche installatie geproduceerde elektriciteit in rekening brengt bij zijn medecontractant, en dat de belastingdienst de aldus over die leveringen in rekening gebrachte btw ontvangt. Derhalve is de in het hoofdgeding aan de orde zijnde installatie uitsluitend gebruikt voor in een later stadium belaste handelingen.
35 Voorts zijn, zoals de advocaat-generaal in punt 28 van haar conclusie heeft opgemerkt, het in de verwijzingsbeslissing uiteengezette standpunt van de Oostenrijkse belastingdienst en het door de Oostenrijkse regering voor het Hof verdedigde standpunt, dat de exploitant van die installatie als particulier handelt, niet te verzoenen met de heffing van btw over de door die exploitant geleverde elektriciteit.
36 Bovendien zij eraan herinnerd dat volgens de logica van het bij de Zesde richtlijn ingevoerde stelsel de belastingen die in een eerder stadium zijn geheven over de goederen of diensten die een belastingplichtige in het kader van zijn belaste handelingen gebruikt, worden afgetrokken. De aftrek van de voorbelasting hangt samen met de inning van belasting in een later stadium. Voor zover goederen of diensten worden gebruikt voor in een later stadium belaste handelingen, is aftrek van de hierover in een eerder stadium geheven belasting noodzakelijk om dubbele belasting te vermijden (zie arresten van 30 maart 2006, Uudenkaupungin kaupunki, C-184/04, Jurispr. blz. I-3039, punt 24, en 14 september 2006, Wollny, C-72/05, Jurispr. blz. I-8297, punt 20).
4. Verweerder stelt dat het gebruik van de zonnepanelen door eiseres tweeledig is. Enerzijds wordt de zonnepanelen opgewekte elektriciteit (rechtstreeks) aangewend voor eigen gebruik, namelijk onderwijsdoeleinden. In zoverre is er sprake van een niet-economische activiteit en dus van niet btw-belast gebruik, aldus verweerder. Anderzijds wordt de door de zonnepanelen opgewekte elektriciteit aangewend voor (terug)levering aan de energiemaatschappij. Dit vormt btw-belast gebruik. Met betrekking tot de opgewekte, direct zelf aangewende elektriciteit is geen btw-belaste levering te onderkennen. Uit de rechtsbetrekking tussen partijen blijkt volgens verweerder dat energiemaatschappij [energiemaatschappij] slechts voor de levering van de 'overtollige' elektriciteit een vergoeding ontvangt en slechts over de overtollige elektriciteit de beschikkingsmacht krijgt. Alleen in zoverre is er dus sprake van btw-belast gebruik van de zonnepanelen. Voor het gedeelte van de opgewekte elektriciteit dat is aangewend voor eigen gebruik bestaat daarom geen recht op vooraftrek, aldus nog steeds verweerder.
In hoeverre worden de zonnepanelen gebruikt voor btw-belaste handelingen?