ECLI:NL:RBNNE:2019:3063
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Behandeling van brandstichting door verdachte met geestelijke stoornis en oplegging van psychiatrische maatregel
Op 9 juli 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 3 april 2019 in Groningen brand heeft gesticht in haar woning. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, geboren in 1962 en thans gedetineerd in Zwolle, lijdt aan een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens, waardoor het bewezen verklaarde feit niet aan haar kan worden toegerekend. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat zij een einde aan haar leven wilde maken, wat de rechtbank als een indicatie van haar geestelijke toestand beschouwde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met brandbare materialen, wat gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor omwonenden met zich meebracht. Ondanks de bewezenverklaring van de brandstichting, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de verdachte niet strafbaar is, gezien haar geestelijke toestand. De rechtbank heeft de maatregel opgelegd dat de verdachte voor een termijn van één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis moet worden geplaatst, op basis van de adviezen van gedragsdeskundigen die de psychische toestand van de verdachte hebben beoordeeld.
De rechtbank heeft de artikelen 37 en 157 van het Wetboek van Strafrecht toegepast en heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, maar gelast dat zij in een psychiatrisch ziekenhuis wordt behandeld. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de rapportages van de psychiater en psycholoog, die hebben geadviseerd om de verdachte een gedwongen klinische behandeling op te leggen.