ECLI:NL:RBNNE:2019:2964
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingrente in rekening gebracht na vergissing bij aangifte omzetbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Almelo. Het beroep van eiseres was gericht tegen de uitspraak op bezwaar van 4 oktober 2018, die betrekking had op een naheffingsaanslag omzetbelasting en de daarbij in rekening gebrachte belastingrente van € 532. Eiseres stelde dat zij tijdig had voldaan aan haar aangifte- en betaalverplichting, ondanks een vergissing bij het indienen van de aangiftebiljetten door een kantoorgenoot van haar gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 8 juli 2019 gesloten en de mondelinge uitspraak verdaagd voor twee weken.
De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht belastingrente in rekening had gebracht, omdat de naheffingsaanslag was vastgesteld na het einde van het kalenderjaar waarop de nageheven belasting betrekking had. Eiseres had de juistheid van de naheffingsaanslag niet bestreden, en de rechtbank wees de stelling van eiseres dat er geen rente-nadeel was, van de hand. De rechtbank benadrukte dat de belastingrenteregeling geen sanctie is, maar een wettelijke bepaling die moet worden nageleefd. Eiseres' beroep op het gelijkheidsbeginsel werd eveneens afgewezen, omdat zij niet aannemelijk had gemaakt dat haar situatie gelijk was aan andere gevallen waarin de Belastingdienst vergissingen kon navorderen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddelenverwijzing opgenomen voor hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.