Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde],
Procesverloop
Standpunt van de officier van justitie
Tijdens het onderzoek zijn er diverse aanwijzingen verkregen over een verdeelsleutel tussen de diverse verdachten. Op basis van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel kan de verkregen bruto opbrengst per verdachte redelijkerwijs worden geschat op de bedragen zoals weergeven in de tabel op pagina 258A-259 van het relaas rapport wederrechtelijk verkregen voordeel
Bij de conclusie van eis d.d. 17 mei 2018 heeft de officier van justitie de vordering naar beneden bijgesteld tot een bedrag van € 49.992,95 omdat veroordeelde van 4 feiten bij vonnis van bovengenoemde rechtbank d.d. 17 mei 2018 is vrijgesproken en omdat er in 3 zaken een vordering van de benadeelde partij is toegewezen en er een schadevergoedingsmaatregel is opgelegd.
Standpunt van de verdediging
Met betrekking tot de zaken onder de nummers 16 t/m 21 en 24 t/m 29 heeft de raadsman betoogd dat niet is aangetoond dat veroordeelde bij deze zaken betrokken is geweest.
Overwegingen
De rechtbank constateert dat een ontnemingsonderzoek, uitgevoerd door de Recherche Drenthe, Team Financiële Opsporing, heeft plaatsgevonden.
.In totaal hebben 74 zaken [1] bijgedragen aan de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, aldus de rapportage.
Deze drie leiders van de organisatie stuurden de zogenoemde ronselaars en cashers aan en bepaalden de verdeling van de opbrengst. Veroordeelde heeft een groot aandeel gehad in gedragingen die strekken tot de verwezenlijking van het tezamen en in vereniging met anderen plegen van internetoplichting en heeft daar financieel voordeel van genoten.
Op basis van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel is dan ook voldoende aannemelijk gemaakt, dat de verkregen bruto opbrengst per verdachte redelijkerwijs kan worden geschat op de bedragen zoals weergeven in de tabel op pagina 258A-259 van het relaas rapport wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank is van oordeel dat veroordeelde het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel aan de Staat dient te betalen. Er zijn thans geen omstandigheden naar voren gekomen die tot een ander oordeel zouden moeten leiden.
- opbrengst zaken 61 t/m 74 € 9.436
- opbrengst zaken 9, 11 en 13 (vrijspraken) € 2.387
- opbrengst zaken 6, 8 en 10 (toegewezen vorderingen BP) € 3.870
- gemaakte kosten.
€ 57.406.
€ 52.406,00
Toepassing van de wetsartikelen
Beslissing
€ 52.406,00
€ 52.406,00(zegge: tweeënvijftigduizendvierhonderdzes euro) aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.