Het wederrechtelijk verkregen voordeel
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat, mede gelet op het onderliggende vonnis, een kweekperiode in de kwekerij in Winsum van begin augustus 2013 tot 9 juni 2015 aannemelijk is. Met deze startdatum komt de raadsman op 9 oogsten en middels zijn berekening op een totaal geschat wederrechtelijk verkregen voordeel van € 712.801,06. Vervolgens komt de raadsman primair tot een pondspondsgewijze verdeling waarin ook [medeverdachte 1] moet worden meegenomen en subsidiair tot een pondspondsgewijze verdeling.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting een nieuwe berekening van de ontnemingsvordering overgelegd waarbij per kweekruimte en per oogst een berekening is gemaakt. Dit komt voor wat betreft de hennepkwekerij in Winsum neer op een totale ontnemingsvordering van € 864.830,14 waar nog de extra aftrekbare kosten van € 16.000,- (het schikkingsbedrag van [medeverdachte 1]) en € 11.236,46 (de waarde van de aangetroffen henneptoppen omgerekend naar drooggewicht) vanaf gehaald dienen te worden. Voor de hennepkwekerij op [straatnaam] te Winsum komt de officier van justitie dan op een ontnemingsbedrag van € 837.593,68 en voor de hennepkwekerij op de [straatnaam] te Ten Boer op een ontnemingsbedrag van
€ 43.058,00 en derhalve een totale ontnemingsvordering voor alle veroordeelden van
€ 880.651,68.
Gelet op de situatie dat er meerdere personen van de strafbare feiten hebben geprofiteerd, maar niet duidelijk is geworden hoe de buit is verdeeld ligt pondspondsgewijze toerekening voor de hand. De officier van justitie heeft derhalve gevorderd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel voor elk van de vier veroordeelden wordt vastgesteld op € 220.162,92. Zij heeft daarbij gevorderd dat de betalingsverplichting ter hoogte van dit bedrag wordt opgelegd.
Oordeel van de rechtbank
Veroordeelde is op 17 juli 2017 onder meer veroordeeld voor het meermalen medeplegen van het in de uitoefening van een bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod. Hij is daarbij veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld. Uit navraag bij het gerechtshof is gebleken dat er nog geen zitting is gepland voor de behandeling van dit hoger beroep. Het vonnis van de rechtbank is derhalve het uitgangspunt voor de beoordeling van de ontnemingsvordering.
kwekerij Ten Boer
De rechtbank is ten aanzien van het deel van de ontnemingsvordering waar de hennepkwekerij in Ten Boer aan ten grondslag ligt van oordeel dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om tot betrokkenheid van veroordeelde bij deze hennepkwekerij te komen. De aanwijzingen in het dossier voor mogelijke betrokkenheid bij deze kwekerij zijn niet direct aan personen te linken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het gebruik van de Ford Focus die door meerdere personen werd gebruikt, maar ook voor de documenten die op verschillende plaatsen zijn gevonden. Het enige dat vast is komen te staan is dat veroordeelde in de betreffende woning post ging halen en dat kan een verklaring zijn voor het feit dat de sleutel van die woning in de auto is aangetroffen die door alle veroordeelden werd gebruikt.
De rechtbank is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat veroordeelde betrokken was bij de kwekerij in Ten Boer en dat hij daaruit voordeel heeft verkregen. De rechtbank zal derhalve dit deel van de vordering van de officier van justitie afwijzen.
kwekerij Winsum
De rechtbank baseert de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel, ten aanzien van de hennepkwekerij op [straatnaam] te Winsum, op de volgende bewijsmiddelen:
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal met betrekking tot ontnemingsrapportage d.d. 17 mei 2016, opgenomen op pagina 3 e.v. in ordner rapport WVV Winsum/ten Boer die onderdeel is van het voornoemd dossier BAHAM met nummer GRN 2014125477 d.d. 20 januari 2016, als relatering van verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 9 juni 2015 werd op [straatnaam] te Winsum een hennepkwekerij aangetroffen. De hennepkwekerij bestond uit vier kweekruimten met elk (gemiddeld) 255 planten.
Indicatoren voor eerdere oogsten zijn:
- de stoflagen op de apparatuur;
- de aanwezigheid van restafval;
- de ingangsdatum van het huurcontract van de bedrijfsunit, te weten 1 oktober 2012;
- het feit dat een gestolen gasmeter (die in 2012 uit een woning was gestolen) in de woning werd aan getroffen;
- de netmetingen die door Enexis zijn gedaan waaruit een dagelijkse 12-uurs cyclus is gebleken die kenmerkend is voor een in werking zijnde hennepkwekerij;
- de warmtebeelden van de bedrijfsunit op 28 oktober 2014 en 21 november 2014 waarop beide keren een zogenaamde "hotspot" zichtbaar was;
- dat op de camerabeelden van 20 december 2014 tot en met 12 mei 2015 regelmatig te zien is dat pakketten en zakken de bedrijfsunit in en uit worden gedragen;
- dat veroordeelde [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij in 2013 een trailer in de bedrijfsunit had gezet en dat [medeverdachte 2] hem eind 2013 of begin 2014 heeft verteld wat hij in de bedrijfsunit deed en dat hij hennepplanten in de bedrijfsunit en de opleggers heeft gezien.
Op grond hiervan wordt uitgegaan van eerdere oogsten, namelijk:
- kweekruimten C en D (zijnde twee ruimten van de bedrijfsunit) van begin januari 2013 t/m 9 juni 2015 = 128 weken = 12 kweken;
- kweekruimten A en B (zijnde de kweekruimten in de opleggers) van augustus 2013 t/m 9 juni 2015 = 96 weken = 9 kweken.
De verkoopprijs van hennep bedraagt volgens het rapport van het BOOM € 3.280,00 per
kilogram. Gemiddeld stonden er 16 planten op een m2. De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 27,7 gram. De totale bruto opbrengst, per kweekruimte, per oogst bedraagt dan: het aantal planten x 27,7 gram x € 3,28.
De volgende kosten kunnen in mindering worden gebracht:
- afschrijvingskosten van gedane investeringen; de hoogte van de investeringen is afhankelijk van de omvang van de kwekerij (het aantal planten) en wordt berekend per oogst. Dit levert per kweekruimte, per oogst een aftrekpost op van € 200,-
- de inkoopsprijs van een hennepstek bedraagt € 3,50 (conform update publicatie Afpakken nr. 71)
- variabele kosten; kosten voor overige variabele kosten zoals kweekmedium, water en voedingsstoffen bedragen € 3,33 per plant.
Op grond van het vorenstaande wordt gesteld, dat veroordeelden een wederrechtelijk
verkregen voordeel hebben verkregen van in totaal € 879.288, 46.
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 10 juni 2015, opgenomen op p. 741 e.v. van het zaaksdossier 1 t/m 5 van onderzoek BAHAM met nummer GRN 2014125477 d.d. 20 januari 2016, als relatering van verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 9 juni 2015 werd door mij, verbalisant, in perceel [straatnaam] te Winsum een hennepkwekerij aangetroffen. De hennepkwekerij werd aangetroffen in twee identiek ingerichte kweekruimten en in twee identiek ingerichte koelwagens. In kweekruimte A (oplegger) stonden 252 hennepplanten, in kweekruimte B (oplegger) stonden 264 hennepplanten, in kweekruimte C (linker kweekruimte begane grond) stonden 268 hennepplanten en in kweekruimte D (rechter kweekruimte begane grond) stonden 230 hennepplanten.