Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[gedaagde 1]
RODENA B.V.,
1.De procedure
2.Het geschil
3.De feiten
Het belang van cliënte, zeker nu gedaagde de onroerende zaak is gaan slopen waarbij:
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft Wokpaleis Vastgoed B.V. een kort geding aangespannen tegen Rodena B.V. en een andere gedaagde, met als doel ontruiming van een onroerende zaak en herstel in de oude toestand. De procedure begon met een aanvraag voor een kort geding op 29 mei 2019, waarbij Wokpaleis Vastgoed stelde dat de gedaagden zonder recht of titel verbouwingswerkzaamheden aan het pand hadden verricht. De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij gerechtigd waren tot de werkzaamheden op basis van een huurovereenkomst met Wokpaleis Vastgoed of Wereldrestaurant De Valk.
De zitting vond plaats op 13 juni 2019, maar de gedaagden waren verhinderd, wat leidde tot een verzoek om uitstel. Wokpaleis Vastgoed weigerde dit uitstel, met het argument dat er gevaar voor omwonenden was. De kantonrechter oordeelde echter dat de redenen voor het weigeren van uitstel feitelijk onjuist waren, aangezien er geen blokkade van de nooduitgang was en de brandmeldinstallatie niet onklaar was gemaakt door de gedaagden. De kantonrechter besloot dat de behandeling van het kort geding op 26 juni 2019 moest worden voortgezet, waarbij de gedaagden in persoon aanwezig moesten zijn.
De kantonrechter oordeelde dat Wokpaleis Vastgoed in strijd had gehandeld met de waarheidsplicht en dat zij de gedaagden moest vergoeden voor de gemaakte kosten tot dat moment. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de gedaagden de gelegenheid kregen om hun kosten op te geven voor de zitting op 26 juni 2019.