Namens cliënten verwijs ik naar de opmerkingen van de Minister van Economische Zaken en Klimaat die hij op 16 januari jl. maakte bij gelegenheid van het debat over de afhandeling van schade en de versterkingsoperatie Groningen vanwege de gaswinning.
(Handelingen der Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 januari 2019, gepubliceerd op 31 januari 2019 Vergadernummer nr. 41, item 6)
De overwegingen van de Rechtbank over de ruimte die het protocol dat uw Rechtbank thans bestudeert aan de NAM zou bieden gaan voorbij aan het feit dat noch de overheid noch de NAM deze ruimte wensen te benutten en op dat punt nadrukkelijk communiceren. Een afwijzing van het voorliggende verzoek zou zeer ontwrichtend werken en geen redelijk belang dienen.
"
Ze liggen nu niet meer bij de NAM Er liggen geen gevallen meer bij de NAM Dit zijn de gevallen,
die 1.000, die bij de arbiter liggen ende NAM heeft toegezegd zich aan de uitspraken van de
arbiter te gaan houden." (Onderstreping toegevoegd) (Handelingen der Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 januari 2019, gepubliceerd op 31 januari 2019 Vergadernummer nr. 41, item 6)
Dat is te meer het geval omdat ook de NAM de Arbiter en cliënten schriftelijk heeft laten weten in
de uitspraak van de Arbiter te berusten (zie productie 2). Weliswaar heeft de NAM hij brief van
27 februari 2019 een groot aantal bezwaren tegen de beslissing van de Arbiter geformuleerd, toch
schrijft de NAM in haar brief van deze datum in de conclusie dat '
Hoewel de NAM vanwege
voornoemde fundamentele bezwaren reden ziet om de uitspraak naast zich neer te leggen heeft zij
besloten dat niet te doen.' Uit deze verklaring blijkt dat de NAM nadrukkelijk in de uitspraak van
de Arbiter berust heeft en ook dat is in dit specifieke geval een reden om niet nader te speculeren
over de ruimte die het genoemde protocol de NAM zou kunnen bieden. De NAM ziet er immers
vanaf deze ruimte te benutten.
De reden dat cliënten om een verlof tot tenuitvoerlegging verzoeken is dat de NAM aan de
uitbetaling van het toegewezen bedrag allerlei voorwaarden met betrekking tot goedkeuring van
rekeningen, BTW, toezicht en bouwdepot wenst te verbinden waarover bij de Arbiter en ook in de
hiervoor geciteerde berustingsverklaring zij dens de NAM nooit gesproken is. Na vele jaren stellen
cliënten geen prijs op verdere bemoeienis van de NAM en de berustingsverklaring van de NAM is
op dit punt ook op geen enkele wijze geclausuleerd.
De procedure bij de Arbiter heeft een lange doorlooptijd gekend, alle partijen hebben hun inbreng
kunnen geven en er is een conclusie bereikt waarin de NAM berust. Nu is het tijd dat cliënten in de
gelegenheid worden gesteld om veilig te gaan wonen. Ook in dat opzicht is de complicatie over de
mate van gebondenheid van de NAM, gezien haar berusting, van een andere orde dan belangen van
cliënten.
Cliënten zijn in het licht van liet voorgaande van mening dat het verzoek om verlof tot
tenuitvoerlegging voor toewijzing gereedligt omdat de bij Uw Rechtbank gerezen twijfels door het
met medeweten van de NAM gewekte vertrouwen enerzijds en de expliciete berusting zijdens de
NAM anderzijds voldoende afgezekerd zijn.