ECLI:NL:RBNNE:2019:2610
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- B.I. Klaassens
- H.H.A. Fransen
- M. van der Veen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak betreffende de Opiumwet en de bestemming van goederen voor hennepteelt
Op 18 juni 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het overtreden van artikel 11a van de Opiumwet. De verdachte werd verweten dat hij goederen had bereid, bewerkt, verwerkt, te koop had aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden had gehad, die bestemd waren voor de teelt van hennep. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een anonieme tip en observaties van de politie, waarbij goederen zijn aangetroffen die mogelijk gebruikt konden worden voor hennepteelt.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, hoewel de aangetroffen goederen konden worden aangewend voor het telen van hennep, niet bewezen kon worden dat deze goederen bestemd waren voor professionele of grootschalige teelt. De rechtbank benadrukte dat artikel 11a van de Opiumwet zich richt op de bestrijding van professionele/bedrijfsmatige teelt en dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of ernstige reden had om te vermoeden dat de goederen voor deze doeleinden bestemd waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen concrete aanwijzingen waren die een actieve onderzoeksplicht van de verdachte ten aanzien van zijn afnemers rechtvaardigden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging en gelast dat de in beslag genomen goederen aan de verdachte worden teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 18 juni 2019.