In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 18 juni 2019, is de aansprakelijkheid van de verhuurder aan de orde gekomen naar aanleiding van een koolmonoxidevergiftiging die het gevolg was van een slecht onderhouden CV-ketel. De eisers, gezaghebbende ouders van minderjarigen, hebben schadevergoeding geëist voor de gevolgen van de vergiftiging en voor een te hoge gasrekening. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de CV-ketel in zeer slechte staat verkeerde en al jaren vervangen had moeten worden. Getuigenverklaringen en laboratoriumuitslagen bevestigden de aanwezigheid van koolmonoxide en de gezondheidsklachten van de eisers. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder aansprakelijk was op basis van zowel artikel 6:174 BW (aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken) als artikel 7:208 BW (aansprakelijkheid van de verhuurder voor gebreken aan de gehuurde zaak). De eisers kregen een voorschot op de schadevergoeding van € 1.500,00 en een bedrag van € 231,45 voor onkosten, evenals € 2.204,60 voor te veel betaalde gasrekening. De vorderingen van de verhuurder in reconventie werden afgewezen, met uitzondering van een verrekening met de borg voor schilderwerkzaamheden. De kantonrechter heeft de verhuurder ook veroordeeld in de proceskosten van de eisers.