In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 21 mei 2019, staat de aanvraag om nadeelcompensatie van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân centraal. De aanvraag werd afgewezen door het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank. De rechtbank behandelt de feiten en omstandigheden rondom de aanvraag, die verband houdt met schade door het verleggen van leidingen in het kader van de werkzaamheden aan de Centrale As en de N381. De rechtbank stelt vast dat de verordening niet van toepassing is, omdat er geen gedoogplicht rust op eiseres. De rechtbank oordeelt dat de schade die eiseres heeft geleden, binnen het normaal maatschappelijk risico valt, en dat verweerder zich op het subsidiaire standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres niet voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op het betaalde griffierecht te vergoeden. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.024,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.