ECLI:NL:RBNNE:2019:251
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Hypotheekfraude en gebruik van vals geschrift in het kader van een hypotheekaanvraag
Op 28 januari 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van hypotheekfraude. De zaak, die voortkwam uit het onderzoek 'Sprinkhaan' van de Belastingdienst/FIOD, betrof het opzettelijk gebruik maken van valse documenten om een hypotheek te verkrijgen van de Bank of Scotland. De verdachte, geboren in 1973, had samen met een medeverdachte valse koopovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten en salarisspecificaties opgesteld en deze aan de bank overlegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, zoals bedoeld in artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank hield rekening met de rol van de verdachte in het geheel en de overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 80 uren met een proeftijd van één jaar. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een deel van de tenlastelegging, omdat niet bewezen kon worden dat zij op de hoogte was van de valsheid van de koopovereenkomst.