Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van de stukken in het dossier veroordeling gevorderd ten aanzien van het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] passen in de door aangever en de getuigen beschreven signalementen. In de woning waar verdachte is aangehouden, lag in de kinderslaapkamer een zilverkleurig vuurwapen verstopt. Op het magazijn van dit vuurwapen is DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van verdachte (een kans van 1 op 1 miljard).
Op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] zijn foto's gevonden van verdachte met een zilverkleurig vuurwapen in de hand. Verdachte heeft op 13 en 17 november 2018 foto's van hemzelf en het vuurwapen naar medeverdachte [medeverdachte 2] verzonden. Het vuurwapen op de foto lijkt overeen te komen met het wapen dat in de kinderslaapkamer is aangetroffen en is mogelijk bij de overval gebruikt. Voorts blijkt uit de historische gegevens van de telefoonnummers van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] dat zij samen op 21 november 2018 naar Delfzijl zijn gereisd en dat zij in de periode ervoor meerdere malen contact met elkaar hebben gehad. Tot slot is verdachte op de ochtend van de overval samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden in een badkamer waarvan de deur op slot zat. In de badkamer is naast een deel van de buit, ook kleding aangetroffen die overeenkomt met de kleding van de overvallers zoals te zien is op de camerabeelden van de [bedrijf] kort na de overval. De officier van justitie acht het zeer onwaarschijnlijk dat anderen dan verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betrokken zijn geweest bij de overval, omdat de politie snel ter plaatse was bij de flat aan het [straatnaam] en zij niet hebben gezien dat iemand in die periode de woning heeft verlaten. Bovendien hebben verdachte en de medeverdachten hier niets over verklaard.
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat, ondanks de indirecte aard van het bewijs, wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte één van de drie overvallers is geweest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het dossier geen bewijs bevat op grond waarvan verdachte op of rondom het tijdstip van de overval in de [benadeelde partij] kan worden geplaatst. Zo zijn er geen sporen van verdachte op of in de buurt van de plaats delict gevonden en komen de door de getuigen opgegeven signalementen niet overeen met het signalement van verdachte, of zijn deze signalementen zo algemeen dat zij geen identificerende kracht hebben. Verdachte heeft verklaard dat hij zich op het moment van de overval in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] aan [straatnaam] bevond. Nu de ontlastende getuigenverklaring van mevrouw [getuige 8] ontbreekt om de verklaring van verdachte te bevestigen, dient naar andere feiten en omstandigheden te worden gekeken om het standpunt van verdachte te bevestigen. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat uit het dossier op geen enkele wijze is gebleken dat verdachte op de ochtend van 23 november 2018 de woning zou hebben verlaten. Vanaf 22 november 2018 straalt de telefoon van verdachte dezelfde zendmast aan. Hieruit kan worden opgemaakt dat deze telefoon zowel op 22 als op 23 november 2018 aan stond en zich op één en dezelfde locatie bevond, te weten de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] . Gelet hierop bevestigen de historische verkeersgegevens van de telefoon de aanwezigheid van verdachte in de woning op de ochtend van de overval. Daarnaast zijn er op de tassen met buit, die mogelijk afkomstig zijn van de [benadeelde partij] , geen sporen van verdachte aangetroffen. Het enige spoor dat van verdachte is gevonden, betreft een DNA-spoor op een magazijn behorende bij vuurwapen dat in de kinderslaapkamer verstopt lag. Dit spoor kan niet als daderspoor worden aangemerkt omdat het spoor niet op het wapen zelf, maar op het magazijn is aangetroffen.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier diverse aanwijzingen bevat voor een alternatief scenario dat niet verdachte maar anderen bij de overval betrokken zijn geweest. Zo biedt de tijdspanne van 1 uur van 45 minuten voldoende gelegenheid voor de overvallers om de buit in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] te stallen en vervolgens op de vlucht te slaan. Getuige [getuige 1] heeft immers verklaard dat zij niet drie maar één man de woning aan [straatnaam] heeft zien binnengaan. Daarnaast bevatten de forensische sporen die op de tassen met buit zijn aangetroffen DNA-mengprofielen van meerdere onbekend gebleven donoren. Een andere aanwijzing voor de aanwezigheid van een vierde man in de woning, naast de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] over een man genaamd [naam 1] , is de beschrijving van verbalisant Hartog dat zij een man met een lichtgetinte huid met zwart omhoog staand kroeshaar uit het raam van de woning aan het [straatnaam] heeft zien kijken. De aangehouden verdachten voldoen niet aan dit signalement. Deze persoon heeft mogelijk in de gaten gehad dat de verbalisanten aan de achterzijde van de flat stonden en zou zich uit de voeten gemaakt kunnen hebben.
Gelet op deze stand van zaken kan het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde en het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend worden bewezen en dient verdachte te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat de enkele aanwezigheid van verdachte in de badkamer nog geen bewezenverklaring voor heling kan opleveren nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte deze goederen heeft gezien/kunnen zien en wetenschap had omtrent de criminele herkomst daarvan, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw betoogd dat uit de inhoud van het dossier niet blijkt dat verdachte op 23 november 2018 wetenschap had van de aanwezigheid van het wapen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] , zodat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat hij het wapen voorhanden heeft gehad. Van medeplegen is evenmin sprake nu niet bewezen kan worden dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
Op 23 november 2018 is de [benadeelde partij] aan [straatnaam] in Delfzijl overvallen waarbij een hoeveelheid geld, sigaretten en een pakket met rollen muntgeld is buitgemaakt. De vraag die bij de beoordeling van het onder 1 en 2 ten laste gelegde voorligt, is of bewezen kan worden dat verdachte bij de overval betrokken is geweest. De rechtbank overweegt op grond van onderstaande bewijsmiddelen als volgt.
Uit de aangifte, verschillende getuigenverklaringen en de camerabeelden van de [bedrijf] volgt dat de [benadeelde partij] op 23 november 2018 door drie mannen is overvallen. Diezelfde ochtend heeft de politie in de badkamer van de woning gelegen aan [straatnaam] (de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] ) verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangetroffen in de aanwezigheid van tassen met donker gekleurde kleding en een deel van de buit (rollen met geld en sigaretten). Daarnaast lagen er sigaretten, geld in de vorm van bankbiljetten, een zwart nepwapen en een zilverkleurig pistool op verschillende plaatsen in het huis. Op het zilverkleurige pistool is DNA gevonden dat matcht met het DNA van medeverdachte [medeverdachte 2] en op de magazijnhouder die hoort bij het zilverkleurige wapen, is DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van verdachte. Daarnaast is op verschillende goederen DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] , namelijk op een bivakmuts die in de badkamer is gevonden en waarin gaten waren geknipt, op een tas waarin een deel van de buit zat en op het zwarte nepwapen.
Uit het onderzoek naar de telefoons is naar voren gekomen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 21 november 2018 samen naar Delfzijl zijn gereisd. Verdachte heeft op 13 en 17 november 2018 foto's van een zilverkleurig wapen naar medeverdachte [medeverdachte 2] verzonden. Dit wapen komt overeen met het wapen dat in de woning aan het [straatnaam] is gevonden. Uit de verklaringen van aangever en de getuigen volgt dat één van de overvallers gebruik heeft gemaakt van een zilverkleurig wapen. Ook zouden de overvallers volgens de getuigen gezichtsbedekking hebben gedragen. Op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] is een foto aangetroffen waarop te zien is dat hij een Nike muts draagt. Deze foto heeft hij op 15 november 2018 naar verdachte verzonden. In de woning aan het [straatnaam] heeft de politie tijdens de doorzoeking eenzelfde soort muts gevonden waarin gaten waren geknipt. Tot slot wordt in de agenda op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] de verwijderde melding ' [benadeelde partij] ' (starttijd 8.00 uur, eindtijd 9 uur op 23 november 2018) gevonden.
Ter zitting heeft de verdediging erop gewezen dat verdachte volhoudt dat hij ten tijde van de overval in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] was. Als alternatief scenario heeft de verdediging naar voren gebracht dat niet verdachte, maar anderen bij de overval betrokken zijn geweest, die vervolgens de aangetroffen buit, wapens en kleding in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] hebben achtergelaten. De rechtbank stelt in de eerste plaats vast dat noch verdachte, noch de medeverdachten bij de politie of ter zitting hebben verklaard dat zij hebben gezien dat andere personen op de ochtend van 23 november 2018 in de woning zijn geweest en daar spullen hebben neergelegd. Alleen daarom al blijft het geschetste alternatieve scenario hooguit speculatief en is het onvoldoende concreet gemaakt. Bovendien ontbreekt de tijd die voor een dergelijk alternatief scenario benodigd is. Volgens de camerabeelden van de [bedrijf] hebben de overvallers om 08.11 uur de winkel verlaten. Getuige [getuige 1] heeft de overvallers daarna eerst bij de brug van [straatnaam] gezien en later bij de flat aan het [straatnaam] . De politie is om 08.40 uur ter plaatse gekomen waarna de flat meteen is afgezet. Het ligt niet voor de hand dat in de tussentijd andere personen in de woning zijn geweest om de buit te stallen en op verschillende plaatsen in die woning te verbergen en vervolgens zijn weggegaan, vooral omdat de politie na het afzetten van de flat niemand het gebouw heeft zien in- of uitgaan. De rechtbank is al met al van oordeel dat het door de verdediging geschetste alternatieve scenario onvoldoende aannemelijk is geworden. Het verweer wordt verworpen.
Op grond van de voornoemde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende wettige bewijsmiddelen zijn op grond waarvan de rechtbank ook de overtuiging heeft dat verdachte één van de drie overvallers is geweest. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde.
Nu de rechtbank bewezen acht dat verdachte één van de overvallers van de supermarkt is geweest, en uit de onderstaande bewijsmiddelen volgt dat het onder 3 ten laste gelegde wapen daarbij is gebruikt en in de woning van verdachte is aangetroffen ten tijde van zijn aanhouding, acht zij ook dit feit wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Ten aanzien van het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2018, opgenomen op pagina 1 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018308116 (onderzoek NN2R018120-PUP) d.d. 28 maart 2019, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Ik ben namens de [benadeelde partij] gerechtigd tot het doen van aangifte. Op 23 november 2018 kwam er om ongeveer 08.10 uur een man in de winkel die mij opviel omdat hij snel liep toen hij de winkel binnenkwam. Ik zag dat het een man was met een donkere huidskleur, wat voller gezicht, hij had rastahaar in een staart en dat zat in een capuchon. Qua nationaliteit denk ik aan Antilliaan of Surinamer. De man was 180 à 185 cm, 20 à 25 jaar oud. De man droeg een donsjas, kleur donkerblauw of zwart. In de rest van mijn verklaring noem ik deze man: man 1. Man 1 stond toen plotseling voor mij. Hij had voor mij duidelijk zichtbaar een pistool in zijn linkerhand en hij hield het voor zijn borst. Het was een zilverkleurig pistool. Ik heb alleen het pistool gezien en ik heb wel een bivakmuts gezien maar die had misschien 1 van de anderen op. Man 1 vroeg mij of ik de sleutel van de kluis had en of ik de kluis open kon maken. Ik voelde dat hij het pistool in mijn rug duwde. Ik moest richting het kantoor lopen. Man 1 duwde de hele tijd het pistool in mijn rug, hij zei: "Opschieten, opschieten." Ik voelde dat hij harder duwde met het pistool. Man 1 hield continu het wapen op mij gericht. Man 1 zei: "Snel snel, opschieten, geld, er moet meer geld zijn." Ik ben toen verder gegaan met het geld uit de kluis te halen en man 1 heeft zelf ook nog met zijn handen in de kluis gezeten en er geld uit gehaald. Man 1 had een big shopper van de [benadeelde partij] bij zich. Deze is van canvas of een soort verstevigd plastic. Er zat alleen muntgeld en kleingeld in de kluis. Dit ging om bankbiljetten van 5 euro, in totaal 1900 euro aan 5,- euro bankbiljetten. Dit waren 3 pakjes bankbiljetten, 500 euro per pakje. Van 1 pakje had ik 20 bankbiljetten afgehaald, dus 100,- euro. Ik heb een bankbiljet van 50,- euro in de tas van man 1 gedaan. Het muntgeld was ingeseald in plastic, in 10 rolletjes. Dat gaat om 5 cent, 10 cent, 20 cent, 50 cent, 1 euro en 2 euro. Per pakje zitten er 10 rolletjes in. Ze hebben alles meegenomen. Ik schat ongeveer 4.000,- euro aan muntgeld. Ik zag dat de tas met geld kapot ging. De handvaten scheurden er af en de tas scheurde doormidden. Mijn 3 collega's kwamen ook het kantoor binnen. Dit was toen ik de kluisdeur net had geopend en ik net bezig was om het geld eruit te halen. Ik hoorde dat man 1 om meer tassen vroeg toen zijn tas scheurde. Mijn 3 medewerkers lagen op hun buik op de grond. Ik zag dat man 1 met de kapotte tas weg ging. Ik heb nog naar buiten gekeken en ik zag toen 3 jongens lopen. Ik zag dat ze de [benadeelde partij] verlieten en links af gingen. De andere 2 mannen waren kleiner. Man 1 zei steeds dat ik door moest lopen, dat het snel moest. Een paar minuten later kwam er een klant aan die de kapotte tas kwam terugbrengen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van aangever d.d.
29 november 2018, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Nadat ik de kluis had geopend, hield man l een [benadeelde partij] tas voor mij open waar ik van man 1 het geld in moest doen. Ik pakte het geld uit de kluis en deed dit in de tas. Ik heb ook geld aan man 1 gegeven. Man 1 deed dit geld vervolgens zelf in de tas. Het was muntgeld en het waren geldbiljetten. Ik zag dat man 1 zelf met een hand in de kluis ging en pakket met rollen muntgeld pakte. Volgens mij waren het oranje rollen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van aangever d.d.
15 maart 2019, opgenomen op pagina 7 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Het is wel zo dat het bedrag van het geld wat ik terugkreeg nagenoeg overeenkwam met wat er bij de overval was weggenomen. De munten die ik in ontvangst nam, waren verpakt in muntrollen, net zoals de munten die bij de overval waren buitgemaakt.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 186 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
Vanmorgen was ik aan het werk bij de [benadeelde partij] aan [straatnaam] in Delfzijl. (…) Ik zag dat achter de bedrijfsleider een man met hele snelle passen liep. Mijn collega, [getuige 3] , was vlak bij mij. Hierna zag ik dat een tweede man onze richting uit kwam lopen. Ik voelde dat ik van achteren bij mijn beide armen werd vastgepakt. De persoon die mij beetpakte, stond achter mij. Ik hoorde een mannenstem die zei: 'Meekomen jij.' De man die mij vast had, duwde mij in de richting van het magazijn van de winkel, [getuige 3] en [getuige 4] moesten ook mee van de man. De man duwde ons naar het kantoor wat zich in het magazijn bevindt. Ik hoorde man zeggen: 'Liggen jullie.' Ik zag dat de man die ons door het magazijn duwde en het kantoor in duwde, voor de deur stond. Ik zag dat deze man een groot mes vast had in zijn rechterhand en dat zijn arm licht gebogen was. Ik zag dat de punt van het mes in onze richting wees. Het mes leek op een groot keukenmes.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 188 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
Op 23 november 2018, omstreeks 8.00 uur, was ik aan het werk in de [benadeelde partij] te Delfzijl. (…) Ik zag dat een donkere man iets in de rug van mijn filiaalmanager drukte. Ik zag dat [slachtoffer] richting het kantoor werd geduwd. Ik kan de donkere man als volgt beschrijven:
Overvaller 1:
- donker getinte man/ hij leek mij Antilliaans;
- ongeveer 1.70 meter lang;
- ongeveer 20/30 jaar oud;
- donker haar met lange dreadlocks in een staart;
- zwarte jas tot aan de heupen;
- zwarte sjaal voor de mond;
Ik zag een andere man aankomen die ik als volgt kan beschrijven:
Overvaller 2:
- donker getinte man, hij leek mij Antilliaans;
- ongeveer 170 meter lang;
- ongeveer 20/30 jaar oud;
- lichtgrijze joggingsbroek;
- donkere jas tot aan de heupen.
Wij werden door de hier bovengenoemde man bij elkaar getrokken en ik werd samen met
[getuige 3] en [getuige 2] het magazijn in gedrukt. Ik hoorde hem roepen: ''Doorlopen''. Ik zag door de deuropening mijn bedrijfsleider, [slachtoffer] , op zijn knieën voor de kluis zitten met een andere donkere man achter zich. Ik zag dat dit de overvaller was die ik beschrijf als overvaller 1. Ik zag dat deze overvaller met een afstand van ongeveer 30 centimeter een zilverkleurige pistool richtte op [slachtoffer] . Op dit moment stonden er twee overvallers bij ons in het kantoor. Ik zag dat de man die ik net beschreef als overvaller 2 een groot puntig mes in zijn handen had. Ik zag dat de man ook een [benadeelde partij] shoppertas in zijn handen had waar het geld uit de kluis heen in ging. Overvaller 2 zei tegen ons dat wij moesten gaan liggen in het kantoor.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 191 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 5] :
Vrijdag 23 november 2018 ben ik aan het werk gegaan bij de [benadeelde partij] te Delfzijl. (…) Ik zag dat [slachtoffer] op een drafje naar de deur liep die de toegang naar het magazijn verschaft. Ik zag dat achter [slachtoffer] een donkere man liep. Ik zag dat deze man een zilverkleurig vuurwapen tegen de rug drukte van [slachtoffer] . Vervolgens keek ik om heen in de winkel en plotseling keek ik recht in de bruine ogen van een tweede donker uitziende man. Het volgende moment dat ik mij herinner is dat [getuige 4] , [getuige 2] en ik door de man met die onvriendelijke bruine ogen werden meegenomen. Wat ik nu voor mij zie is een bivakmuts en die ogen. Ik hoorde de man steeds zeggen: 'Doorlopen, doorlopen, doorlopen.' Ik zag dat die man een groot mes in zijn hand vast had. Van de man moesten we het kantoor binnen gaan. Ik zag dat [slachtoffer] met de eerste man, die met het pistool, ook al in het kantoor waren. Door de man met de bruine onvriendelijke ogen werden we het kantoor in geduwd en van hem moesten we op de grond gaan liggen. Ik hoorde een man zeggen: 'Waar zijn de kassalades?' Ik hoorde één van de donkere mannen zeggen: 'Sneller, sneller.' Ik hoorde de andere man zeggen: 'Sneller, sneller.'
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.
20 december 2018, opgenomen op pagina 197 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 6] :
Ik werd aangeduwd door iemand. Ik kijk op en er staat één van de overvallers naast mij. Hij zegt: 'Dit is een overval, iedereen naar achter.' Hij had een zwart masker op en een wapen in zijn hand. Hij had een grijze joggingsbroek. Ik noem hem verder man 1. Ik liep naar achter. Man 1 bleef in de winkel en bleef overzicht houden op de winkel. Ik zag vervolgens een andere overvaller bij een kassa en die gooide tassen van de [benadeelde partij] naar het kantoortje. Dat is man 2. Bij het kantoortje zag ik een 3e overvaller uit het kantoortje springen. Dat is man 3. Man 2 zag ik bij een kassa allemaal pakjes sigaretten in zo'n [benadeelde partij] tas gooien. Toen zag ik dat de drie overvallers lopend, niet rennend, de winkel uitliepen.
Man 1:
- Hij was de man die mij aanduwde.
- Hij had een wapen, het was een pistool maar hij leek nep. De kleur was zwart/antraciet. Hij
hield het wapen iedere keer naar de grond gericht. Hij had het pistool vast in zijn rechterhand.
- Zwart masker. Volgens mij alleen gaten voor de ogen. Er liep een stiknaad verticaal tussen de ogen door.
- Ik heb stukjes huid gezien en ik zag dat hij een licht getinte huidskleur had. Ik heb een stukje van zijn hals gezien en een stukje pols. Hij had een veel lichtere huidskleur dan de andere twee.
- Hij was niet heel groot.
- Hij had een soort Turks/Marokkaans accent. Niet gewoon Nederlands.
- Ik zag van hem dat hij een soort knot had in zijn haar. Doordat hij sprong zag ik zijn nek en
ik zag dat hij een donkere huidskleur had.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.
24 november 2018, opgenomen op pagina 194 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 7] :
Ik kwam gisteren binnen in de [benadeelde partij] . Ik zag dat er 3 mannen uit het kantoortje kwamen en ze liepen richting de kassa en toen naar de uitgang. Ik zag dat ze dikke tassen bij zich hadden. Ik zag dat die mannen capuchons over het hoofd hadden, ik zag ook dat er 1 van die groene schoonmaakhandschoenen aan. Ik ben er toen achteraan gegaan. De mannen die ik achtervolgde waren twee mannen lopend en 1 op de fiets. Ik weet alleen dat het donkere types waren. De ene had een grijze jogging broek de andere hadden donkere kleren aan. Die met de grijze jogging broek had volgens mij ook die groene handschoenen aan. Die ene kon die tas niet meer tillen aan het einde van het bruggetje. Die tas scheurde namelijk. Hij liet die tas gewoon staan. Degene die de tas achterliet was de man met grijze joggingbroek. Ik heb de tas naar de [benadeelde partij] terug gebracht.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 15 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten:
Door verbalisant zijn de beelden van de supermarkt [bedrijf] , gevestigd aan [straatnaam] 1 te Delfzijl veiliggesteld. Hieronder wordt met tijden en beelden een weergave getoond van de verdachten die op vrijdag 23 november 2018 tussen 08:05 uur en 08:17 uur een overval hebben gepleegd op de supermarkt [benadeelde partij] .
08:07:40 uur: De drie verdachten gaan richting de winkel.
08:11:47 uur: Komen de 3 mannen uit de winkel.
08:11:56 uur: Verdachte 2 en verdachte 3 staan met tassen bij de fiets. Verdachte met lichte broek loopt met tas. Verdachte l met grijs vest gaat over de brug en slaat vervolgens rechtsaf.
08:12:52 uur: Verdachte met lichte broek liep met versnelde pas over de brug en blijft daar aan de rechterzijde staan en laat de tas daar liggen. De man met de groene jas op de fiets op de voorgrond volgt de verdachte met lichte broek.
08:12:53 uur: Verdachte met lichte broek rent dan vervolgens ook rechtsaf.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.
24 november 2018, opgenomen op pagina 183 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Gisteren ging ik rond 08.10 richting school. Ik zag toen iemand rennen, vanaf de brug van
[straatnaam] in de richting van het speeleiland. Ik fietste door naar [straatnaam] brug. Er waren drie mannen. De voorste rende, daarachter fietste iemand en daar weer achter
rende ook iemand. De achterste stopte op een gegeven moment en zette de [benadeelde partij] tas die
hij in zijn hand had neer. Hij pakte er wat spullen uit. Ik zag dat het aan het begin van de brug was. Ik zag dat hij een lang mes had. Die ene man liet de tas staan. Dat was de laatste man. Het was een [benadeelde partij] tas. Volgens mij had die andere ook een [benadeelde partij] tas. De man die de tas bij de brug neerzette was donker, best wel breed, muts en sjaal over zijn gezicht. Helemaal in het zwart gekleed. (…) Ik zet de fiets altijd aan het [straatnaam] . Ik zag eentje op de verdieping lopen. Het was bij de laatste flat. Die man die op die verdieping liep, had dezelfde [benadeelde partij] tas bij zich. Hij had hem namelijk niet bij de handvatten beet, dat viel mij op. Ik kon in de kelder kijken doordat de deur open stond. Ik zag toen twee personen en eentje had een fiets. De man is de derde woning vanaf links naar binnen gegaan.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 27 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op 23 november 2018 omstreeks 08.10 kreeg ik de melding van een gewapende overval in de [benadeelde partij] aan [straatnaam] te Delfzijl. Ik kreeg via het operationeel centrum door uit te kijken naar 3 getinte mannen met deels donkere kleding, l man met een grijze joggingbroek en de mannen zouden tassen met zich mee voeren. Ik hoorde dat deze mannen de verdachten van de gewapende overval op de [benadeelde partij] waren waarbij 2 vuurwapens en een mes zou zijn gebruikt. (…) Rond 08.38 uur melde zich spontaan een vrouw bij mij, ik hoorde de vrouw zeggen dat ze 3 donker getinte mannen in deels zwarte kleding met tassen had gezien op de brug tussen het park en de [benadeelde partij] aan [straatnaam] te Delfzijl. Verder hoorde ik de vrouw zeggen dat ze deze 3 mannen de flat op het [straatnaam] naast station West binnen had zien gaan waarbij ze had gezien dat de mannen over de galerij op de eerste verdieping liepen en een woning op
de eerste verdieping binnen gingen. Omstreeks 08.40 uur waren er meerdere politie eenheden ter plaatse bij de flat aan het [straatnaam] en hebben wij de flat afgezet. Toen de politie hondengeleider ter plaatse was is er besloten dat wij de flat zouden betreden om de woningen op de eerste verdieping in de flat ter aanhouding te doorzoeken. (…) Hierop ben ik samen met de politiecollega's naar de voordeur van de woning op perceel nummer [nummer] gegaan. Hier hoorde en zag ik dat een collega aanbelde en vervolgens op de deur en ramen bonsde waarbij hij zich bekend maakte als politie en sommeerde dat de deur opengemaakt moest worden. Ik zag en hoorde dat er geen reactie werd gegeven vanuit de woning. Toen hoorde ik via de portofoon van een collega die aan de achterzijde van desbetreffende woning stond dat er wel een donker getinte man met kroeshaar door haar was gezien die aan de achterzijde van de woning met zijn hoofd boven de vensterbank uit kwam en het gordijn opzij deed om naar buiten te kijken. Ik hoorde van deze collega dat toen deze man haar zag staan hij snel wegdook. (…)
Vervolgens heb ik samen met meerdere collega's en de politiehondengeleider de woning betreden waarbij ik meerdere keren 'politie' geroepen heb en tevens hoorde ik dat de politiecollega's ook meerdere keren 'politie riepen. Ik zag dat de gang, keuken/ woonkamer en slaapkamer vrij waren van verdachten. Toen zag ik dat de deur van de badkamer dicht was en op slot gedraaid was. Ik hoorde een collega meerdere keren roepen dat degenen die daar binnen zaten eruit moesten komen en dat hij van de politie was. Ik hoorde en zag dat er geen reactie kwam. Ik zag dat de collega het slot van de badkamer deur ergens mee open draaide, vervolgens zag ik dat er zich 3 gehurkte verdachten die voldeden aan het signalement in de badkamer bevonden. Ik hoorde en zag dat de 3 verdachten werden aangehouden. Ik zag tijdens het zoekend rondkijken in de woning een tas in de badkamer staan met daarin duidelijk zichtbaar zwarte kleding, pakjes sigaretten en rolletjes kleingeld
verpakt in gekleurd papier.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 384 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Wij, verbalisanten, hielden op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 09.45 uur op de locatie [straatnaam] te Delfzijl als verdachte aan:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1982
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 349 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Wij, verbalisanten, hielden op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 09.45 uur op de locatie [straatnaam] te Delfzijl als verdachte aan:
Achternaam : [medeverdachte 1]
Voornamen : [medeverdachte 1]
Geboren : [geboortedatum] 1989
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Adres : [straatnaam]
Plaats : Delfzijl
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 368 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Wij, verbalisanten, hielden op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 09.45 uur op de locatie [straatnaam] te Delfzijl als verdachte aan:
Achternaam : [medeverdachte 2]
Voornamen : [medeverdachte 2]
Geboren : [geboortedatum] 1985
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek d.d.
23 november 2018, opgenomen op pagina 8 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op vrijdag 23 november 2018 bevond ik mij, verbalisant, in de woning [straatnaam] te Delfzijl. In deze woning waren eerder die ochtend drie verdachten aangehouden als verdachten van de overval op de [benadeelde partij] te Delfzijl, gepleegd op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 08.10 uur.
Op de bovenste woonlaag bevinden zich de volgende ruimte:
- Kinderslaapkamer aangeduid als ruimte 3
- Keuken aangeduid als ruimte 6
- Badkamer aangeduid als ruimte 7
De volgende goederen zijn aangetroffen en in beslag genomen:
3-1-1 Pistool zwart/zilver, inclusief patroonhouder en 3 patronen. Aangetroffen op de
grond, onder knuffelberen voor het ledikant.
3-1-2 Geld(rollen) in kussensloop kinderbed. 94 biljetten van € 5,00 en muntrollen van
verschillende munten, een totaalbedrag van € 1.019,-.
3-1-3 Zwarte tas achter deur. Inhoud 7 pakje sigaretten en geldrollen met een
totaalbedrag van € 723,50.
3-1-4 9 pakje sigaretten onder matras kinderledikant.
6-1-1 Plastic zwart pistool. In rechter bovenlade keukenblok.
7-1-1 Paarse [benadeelde partij] tas inhoudende pakjes sigaretten, zwarte kleding en muntrollen met een
totaalbedrag van € 659,50.
7-1-2 Blauwe [benadeelde partij] 'shopper' inhoudende diverse kledingstukken.
7-2-1 Grijze vuilniszak inhoudende zwarte kleding en
7-2-2 Bivakmuts
7-2-3 Bivakmuts
7-2-4 Handschoenen
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek d.d.
28 januari 2019, opgenomen op pagina 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op vrijdag 23 november 2018 werd door mij verbalisant als forensisch onderzoeker een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een overval op een winkelfiliaal van de " [benadeelde partij] ", gepleegd tussen vrijdag 23 november 2018 te 08:00 uur en vrijdag
23 november 2018 te 08:10 uur. Inmiddels waren er drie verdachten aangehouden in een woning aan de [straatnaam] te Delfzijl.
Badkamer
Ik zag in de badkamer, één vuilniszak, een blauwe plastic tas en een paarse stoffen
tas met kleding staan. In de vuilniszak werden onder ander de volgende kledingstukken aangetroffen, veiliggesteld voor mogelijk DNA-onderzoek en elk afzonderlijk voorzien van een SIN.
Bivakmuts, zwart met wit zoekingsnummer 7-2-3 AAMD6780NL
Bivakmuts, zwart zoekingsnummer 7-2-2 AAMD6781NL
In de paarse tas werd naast donkergekleurde kleding, een mogelijke deel van de buit
aangetroffen, namelijk geld en sigaretten.
Kinderslaapkamer
Achter de toegangsdeur van de kinderslaapkamer zag ik een binnenstebuiten gekeerde
zwart stoffen tas staan met een mogelijke deel van de buit, namelijk geld en sigaretten.
Ik zag aan de binnenzijde van de tas de woorden "Zuidgeest vakkundig flexibel personeel" staan. De zwarte tas werd door mij veiliggesteld voor mogelijk DNA-onderzoek en voorzien van een SIN. Tas, stof/zwart AAMD6785NL.
Onder het matras van het kinderledikant werd een mogelijk deel van de buit, sigaretten, aangetroffen.
Op de vloer onder de knuffeldieren werd een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aangetroffen. Dit wapen, van het merk "Berasaluze"- kaliber 7.65 mm, bleek half geladen te zijn, dus geen patroon in de kamer van het wapen. In het patroonmagazijn zag ik drie patronen. Door mij werd het wapen en patroonmagazijn veiliggesteld voor mogelijk DNA- en wapenonderzoek en elk afzonderlijk voorzien van een SIN.
Wapen, grijs, Berasaluze AAMD6784HL
Patroonmagazijn met drie patronen AAMD6783NL
In het kussensloop van het éénpersoonsbed werd een deel van de mogelijke buit aangetroffen, namelijk geld.
De door een collega veiliggesteld op een vuurwapen gelijkend voorwerp uit de
keukenlade kleur zwart van het merk Desert, werd op 23 november 2018 om 13.45 uur
aan mij overgedragen, voor mogelijk DNA- en wapenonderzoek. De sporendrager werd door mij voorzien van een SIN sticker.
Wapen, zwart, Desert zoekingsnummer 6-1-1 AAMD6786NL
Op dinsdag 27 november 2018 werd door collegae van de Forensische Opsporing Noord Nederland, taakveld DNA een biologisch vooronderzoek verricht aan de/het:
Sporendrager : SIN : Bemonstering :
Wapen, grijs/ Berasaluze AAMD6784NL AAME0079NL, AAME0082NL en AME0086NL
Patroonmagazijn
met drie patronen AAMD6783NL AMME0085NL
Wapen, zwart, Desert AAMD6786NL AAME0083NL en AAME0084NL
Bivakmuts, zwart met wit AAMD6780NL AAMD5995NL
Tas, stof, zwart AAMD6785NL AAMD5966NL
17. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2019.01.04.167, d.d. 21 januari 2019, opgenomen op pagina 309 e.v. van voornoemd dossier opgemaakt door S. Tuinman, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende als zijn/haar verklaring: