Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
De enige belastende verklaring is die van getuige [getuige] . Deze verklaring dient als onbetrouwbaar te worden beschouwd, omdat getuige [getuige] de ex-partner is van verdachte. De relatie is in december 2018 met heftige ruzies gestrand. Getuige [getuige] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat de relatie niet goed is beëindigd, reden waarom zij waarschijnlijk uit rancune belastend jegens verdachte heeft verklaard. Daarnaast bevatten de verhoren van getuige [getuige] tegenstrijdigheden omtrent de contactmomenten die zij met verdachte zou hebben gehad.
Ik ben namens benadeelde [benadeelde partij] gerechtigd tot het doen van aangifte.
Ik doe aangifte van een overval op 19 december 2017 waarbij ik en mijn collega zijn bedreigd met een mes. Ik ben bedrijfsleider van de supermarkt [benadeelde partij] aan de [straatnaam] in Holwierde. Ineens kwam er een persoon het kantoor binnen gerend. En vlak erachteraan kwam er nog een persoon. Ik hoorde dat een van de personen schreeuwde geld geld geld. Ik zag dat op het moment dat dat werd gezegd de persoon ook met een mes aan het zwaaien was. Ik zag verder dat de personen in het zwart gekleed waren. Eentje had volgens mij een bivakmuts op en de andere een zwarte sjaal voor zijn mond en ook een muts op.
Ik zag vervolgens dat een van de twee personen [slachtoffer 2] (de rechtbank begrijpt [slachtoffer 2] ) achterover van zijn stoel trok. Op het moment dat [slachtoffer 2] achterover getrokken werd zag ik dat een van de personen het mes op de keel van [slachtoffer 2] zette. Een van de personen, dezelfde die de hele tijd sprak, schreeuwde weer dat ze geld wilden en keek hierbij in mijn richting. Hij hield hierbij nog steeds het mes in zijn hand. Ik ben toen opgestaan uit de stoel en ben vervolgens over [slachtoffer 2] heen gestapt het kantoor uit en richting de kassa gelopen. Een van de overvallers liep met mij mee en de andere bleef bij [slachtoffer 2] . Ik heb de kassa voor deze persoon open gemaakt. De overvaller zei toen tegen mij dat ik op de grond moest gaan liggen. Ik weet dat er door de overvaller geld uit de la is gehaald en dat er sigaretten zijn gepakt welke achter de kassa staan. Toen ik op de grond lag was [slachtoffer 3] (de rechtbank begrijpt [slachtoffer 3] ) de winkel ingekomen. Ook hij moest gaan liggen. Inmiddels weet ik wat er aan geld mist uit de kassa. Het gaat om een bedrag van €1397,71. En verder zijn er zo 'n 25 pakjes sigaretten van Marlboro en Camel weggenomen.
De overvaller zei tegen mij: "Je moet je bek houden en niets doen. Dan gebeurt er niets met je".
V: Wie is hij?
A: [verdachte] .
(…)
A: Als je het filmpje bekijkt, en je ziet dan de eerste jongen die binnenkomt in het hokje. Dan zie je aan zijn hele doen en laten, benen enz. Je ziet gewoon aan alles dat [verdachte] het is.
A: Opsporing verzocht.
V: En je zag het filmpje van de overval op de [benadeelde partij] in Holwierde?
A: Ja ik zag gewoon gelijk dat [verdachte] het was.
(…)
V: Toen je het filmpje zag dacht jij dus gelijk dat [verdachte] het was. Heb jij er wel eens met hem over gesproken?
A: Hij begon zelf over de overval te praten. En ik zei toen dus dat ik het heel erg vond. En toen zei hij dat hij het was. Ik zei toen "hou op". Ik heb hem er nooit naar gevraagd. Hij vond het ook erg, hij wist niet dat die mensen zo waren.
V: Jij zei dus dat je het erg vond?
A: Ja. Ik zei dat ik het erg vond voor die mensen. Hij zei toen "Dat was ik".
V: Hoe was hij daaronder?
A: Emotioneel.
V: Het klonk serieus?
A: Ja.
A: Hij vroeg mij of ik opsporing verzocht had gezien. Ik zei "ja, erg he?" Hij zei toen "Dat was ik". Hij zei ook "Ik wist niet dat die mensen zo zijn."
V: Wanneer was dit gesprek en waar?
A: Ongeveer een week na de uitzending.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 46,14 ter zake van materiële schade en een bedrag van € 1.650, - ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 19 december 2017;
2. [slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 59,95 ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van € 1.650, - ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 19 december 2017;
3. [benadeelde partij] , tot een bedrag van € 1.545,80 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 19 december 2017.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden.
6 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
tot zijn middelengebruik, in de vorm van urinecontroles.
1.696,14 euro(zegge: zestienhonderdzesennegentig euro en veertien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2017.
1.696,14 euro(zegge: zestienhonderdzesennegentig euro en veertien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2017,
€ 1.709, 95
[slachtoffer 2]te betalen een bedrag van
€ 1.709, 95 (zegge: zeventienhonderdnegen euro en vijfennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2017,
€ 1.545,80(zegge: vijftienhonderdvijfenveertig euro en tachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2017.
[benadeelde partij]te betalen een bedrag van
€ 1.545, 80(zegge: vijftienhonderdvijfenveertig euro en tachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2017,