Wat brengt het [minderjarige 2] en [minderjarige 1] als hun moeder in het eerste gesprek bij de deskundige al meteen zegt dat ze liever niet bij hun vader in één ruimte zit? Dat zij daar flashbacks van krijgt en daarvoor begrip vraagt, maar tegelijkertijd niet uitlegt wat die flashbacks dan zijn, en wat daarin de rol van hun vader is (geweest)? En dat zij niet samen met hun vader hulp accepteert? En dat [minderjarige 1] ook last van flashbacks heeft? Terwijl de deskundige bij [minderjarige 1] verhaal vooral ambivalentie proeft ten opzichte van haar vader?
Wat brengt het [minderjarige 1] en [minderjarige 2] als hun vader bij de deskundige aangeeft dat hij de reflectie van de moeder op zijn gedrag (ongewenst langskomen) een flutonderwerp vindt? En dat het goed zou zijn als hun moeder naar een psycholoog zou gaan? En dat hij zegt weinig vertrouwen te hebben in het psychologisch onderzoek dat bij [minderjarige 1] is uitgevoerd? Waarbij het daaruit bepaalde intelligentiequotiënt kennelijk niet past bij zijn beleving daarvan?
De ouders kennen het antwoord op deze vragen vast: niets. Niets dat hun ontwikkeling ten goede komt althans. Terwijl, als je goed leest wat [minderjarige 2] en [minderjarige 1] zelf vertellen over de relatie met hun vader, daarin (voor de rechtbank) op het eerste gezicht geen trauma te ontwaren is. Ook de deskundige spreekt daar niet van. Bepaald gedrag van hun vader vinden ze een beetje storend ([minderjarige 2]) of irritant of gênant ([minderjarige 1]). Dat zou ook heel goed bij hun leeftijd kunnen passen. Let wel, daarmee is niet gezegd dat beiden een-twee-drie (weer) op dezelfde wijze en in dezelfde frequentie omgang met hun vader zouden kunnen hebben, maar mogelijk ervaren de volwassen mensen in hun directe omgeving de vader-kind-relatie en de moeder-kind-relatie als veel zwaarder belast(end) dan de kinderen zelf.
Wat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ervaren is dat ze een keuze moeten maken tussen hun vader en hun moeder, omdat hun ouders een keuze tegen elkaar maken. En hoe kunnen ouders dat nu van hun kinderen vergen? Een deel van je oorsprong, bloed, identiteit negeren of diskwalificeren? Terwijl je van beide ouders houdt? Van beiden afhankelijk bent? En misschien wel het meest van diegene die jou het meest verzorgt en opvoedt?
En dan leest de rechtbank dat beide ouders bij de deskundige vertellen dat hun kinderen zo klem zitten. Zodat ze in ieder geval laten blijken dat ze de klok hebben horen luiden als het gaat om het wettelijk criterium naar de vraag of eenhoofdig gezag moet worden bepaald. Maar zijn het niet vooral de ouders die klem zitten? Gevangen in hun verleden als partners? In de houdgreep van hun gedachten en gevoelens over hoe de ander het beter zou moeten doen? En wat zou een wijziging van het ouderlijk gezag daarin veranderen?
Niets, naar het oordeel van de rechtbank. Althans, niets dat in het belang van [minderjarige 2] en [minderjarige 1] (noodzakelijk) is. Waar nu het zwaartepunt in verzorging en opvoeding al bij de vrouw ligt, zou in dat geval het (nu nog) juridisch evenwicht worden verstoord, hetgeen mogelijk alleen maar meer als trigger zou kunnen gelden voor versterkt wantrouwen tussen de ouders.