Op 29 mei 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1968 en thans gedetineerd in PI Leeuwarden. De zaak betreft mishandeling en diefstal, gepleegd op 22 maart 2019, waarbij de verdachte zijn levensgezel, [slachtoffer 1], heeft mishandeld en een tablet en geld heeft gestolen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, die wettig en overtuigend bewezen zijn verklaard. De verdachte heeft deze feiten bekend, waardoor de rechtbank volstond met een opgave van de bewijsmiddelen.
De rechtbank heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar gevorderd, wat door de verdediging niet werd betwist. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de recidive van de verdachte en het advies van de reclassering in overweging genomen. De verdachte heeft een langdurige harddrugverslaving en heeft eerder in een ISD gezeten, maar is na afloop daarvan weer in de fout gegaan.
De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de maximale duur van twee jaar, met inachtneming van de veiligheid van de maatschappij en de noodzaak om recidive te voorkomen. Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 1], tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de materiële schade van € 2.522,99 en immateriële schade van € 500,- zijn vastgesteld. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om aan de staat te betalen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee rechters aanwezig waren.