ECLI:NL:RBNNE:2019:2208
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Schuldigverklaring zonder oplegging van straf voor medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
Op 2 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1961, die werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De tenlastelegging omvatte onder andere het bereiden, verkopen en vervoeren van heroïne en cocaïne in de periode van 1 december 2016 tot en met 8 februari 2017. De verdachte was aanwezig tijdens de zitting op 19 maart 2019, bijgestaan door zijn advocaat, mr. K.B. Spoelstra, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de feiten, maar legde geen straf op. Dit besluit was gebaseerd op de omstandigheden van de verdachte, die een langdurige verslaving had en kwetsbaar was. De rechtbank nam in overweging dat de verdachte zijn leven inmiddels op de rit had gekregen en dat hij geen strafbare feiten meer had gepleegd sinds de incidenten. De rechtbank achtte het opleggen van een gevangenisstraf niet passend, gezien de positieve veranderingen in het leven van de verdachte en de aanbevelingen van de reclassering.
De rechtbank verklaarde het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen. De uitspraak benadrukte de ernst van de feiten, maar ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die leidde tot de beslissing om geen straf of maatregel op te leggen.