Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
LEGAAT
Conclusie
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de huurtoeslag van eiseres, die een verzoek had ingediend om rekening te houden met bijzonder vermogen bij de berekening van de huurtoeslag voor het jaar 2018. Eiseres had een legaat ontvangen van haar overleden grootmoeder, maar de Belastingdienst/Toeslagen weigerde dit legaat mee te tellen bij de berekening van de huurtoeslag, omdat het legaat op een bankrekening stond waarop een testamentair bewind rustte. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst een onjuiste maatstaf had aangelegd door te beoordelen of het legaat een niet-opeisbaar tegoed was, in plaats van te kijken of eiseres of haar minderjarige dochter over het legaat konden beschikken. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de Belastingdienst op om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de bijzondere omstandigheden van de zaak. Tevens werd de Belastingdienst veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.