Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 16 januari 2018;
- het verstekvonnis van 14 februari 2018;
- de verzetdagvaarding van 26 april 2018;
- de akte overlegging producties en vermeerdering verweer van [B] ;
- de conclusie van antwoord in oppositie;
- de conclusie van repliek in oppositie;
- de pleitnotities van mr. Nijenhuis;
- de pleitnotities van mr. Verhoef.
2.De feiten
(rechtbank: waarbij [voornaam C] de echtgenoot van [A] is):
3.Het geschil
4.De beoordeling
haar in persoon die weigerde het stuk in ontvangst te nemen'. Deze zinssnede kan niet anders worden uitgelegd dan dat geweigerd is het exploot in ontvangst te nemen en dat de deurwaarder conform het bepaalde in artikel 46 lid 3 Rv een afschrift hiervan aan de weigerende persoon liet. De rechtbank ziet dan ook niet in dat de deurwaarder de wijze van betekening onjuist of onduidelijk op het exploot heeft vermeld.
5.De beslissing
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni tot en met augustus 2019 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;