ECLI:NL:RBNNE:2019:1665

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 april 2019
Publicatiedatum
24 april 2019
Zaaknummer
18/720240-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige diefstal en poging tot diefstal

Op 23 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren op 1 januari 1971, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was. De verdachte is beschuldigd van meerdere diefstallen en pogingen tot diefstal, gepleegd in de periode van mei tot en met juli 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen een crimineel samenwerkingsverband heeft gevormd met als doel winkeldiefstallen te plegen in Nederland. De verdachte heeft op verschillende data in verschillende steden, waaronder Leeuwarden, Groningen, en Zeist, goederen gestolen uit supermarkten en drogisterijen. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld, waaronder camerabeelden, getuigenverklaringen en de verklaring van de verdachte zelf. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de meeste tenlastegelegde feiten, met uitzondering van twee feiten waarvoor de verdachte is vrijgesproken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank heeft ook de teruggave van een in beslag genomen telefoon aan de verdachte gelast.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720240-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 april 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1971 te [geboorteplaats 1] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
correspondentieadres [correspondentieadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 maart 2019.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. C. Eenhoorn, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.
Tenlastelegging
Aan verdachte is na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 3 juli 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een winkelpand gelegen aan of bij de [adres 1] (nummer 66) ) heeft weggenomen een grote hoeveelheid pakken/potten koffie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
2.
zij op of omstreeks 4 juli 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een winkelpand gelegen aan of bij de [adres 2] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid drogisterij/cosmetica artikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
3.
zij op of omstreeks 29 juni 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een winkelpand gelegen aan of bij de [adres 3] ) heeft weggenomen een hoeveelheid levensmiddelen en/of cosmetica-artikelen (ter waarde van 249,71 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
4.
zij op of omstreeks 3 juli 2018, in elk geval in de periode van 2 juli 2018 tot en met 5 juli 2018, te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij de [adres 4] ) heeft weggenomen 7, althans meerdere, verpakkingen Lavazza expresso bonen en/of 11, althans meerdere, verpakking Nescafé Gold en/of 10, althans meerdere, verpakkingen Nescafé Gold Decafé, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
5.
zij op of omstreeks 3 juli 2018 te Leeuwarden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigeningin/uit een winkelpand (gelegen aan of bij de [adres 14] (nummer 168) ) weg te nemen een hoeveelheid levensmiddelen, althans enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), tezamen en in vereniging met haar mededader, althans alleen, in dat winkelpand meerdere levensmiddelen, althans goederen uit de winkelvoorraad, in een tas (big shopper) en/of een rugtas heeft gestopt/gedaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
6.
zij op of omstreeks 29 juni 2018 te Stiens, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij de [adres 6] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
7.
zij op of omstreeks 30 juni 2018 te Joure, in elk geval in de gemeente De Fryske Marren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij de E.A. Borgerstraat (nummer 1 18)) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
8.
zij op of omstreeks 4 juli 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij het [adres 1] (nummer 32 34) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
9.
zij op of omstreeks 30 juni 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij [adres 8] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
10.
zij op of omstreeks 4 juli 2018 te Sneek, in elk geval in de gemeente Súdwest-Fryslân, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij de Oude Oppenhuizerweg (nummer 8)) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
11.
zij op of omstreeks 22 mei 2018 te Groningen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij het [adres 9] ) heeft weggenomen een hoeveelheid koffieproducten en/of babyverzorgingsproducten en/of drogisterij/cosmetica-artikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
12.
zij op of omstreeks 6 juni 2018 te Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij [adres 10] ) weg te nemen een (grote) hoeveelheid haarverzorgingsproducten en/of verpakkingen koffie en/of een of meer ander(e) goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
tezamen en in vereniging met haar mededader(s), althans alleen, in dat winkelpand een (grote) hoeveelheid haarverzorgingsproducten en/of verpakkingen koffie en/of een of meer ander(e) goed(eren) in een tas heeft gestopt/gedaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
13.
zij op of omstreeks 3 juli 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij de [adres 11] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid verzorgings/cosmetica-artikelen (onder meer mondverzorgingsartikelen en shampoos), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
14.
zij op of omstreeks 21 juni 2018 te Zeist tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij [adres 12] ) heeft weggenomen een hoeveelheid (oplos)koffie en/of tandpasta en/of opzetborstels en/of tandenborstels en/of scheermesjes en/of een of meerdere andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of haar mededader(s).
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1., 2., 3., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12., 13. en 14 ten laste gelegde gevorderd. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat verdachten gedurende een periode van twee maanden van Duitsland naar Nederland zijn gereisd met als doel diefstallen te plegen in supermarkten. Verdachten vormen een crimineel samenwerkingsverband met een vaste modus operandi. Hoewel niet tenlastegelegd, is de officier van justitie van oordeel dat zij deel uit hebben gemaakt van een criminele organisatie. Mobiel banditisme is in essentie een verschijningsvorm van internationale vermogenscriminaliteit waarbij de daders slechts tijdelijk in een land zijn, geen binding hebben met dat land en professioneel te werk gaan met als doel het plegen van winkeldiefstallen. Dit handelen onderscheidt zich van gewone winkeldiefstallen. Het motief is steeds het genereren van voordeel. De diverse aangiftes en de camerabeelden waarop de verdachten staan beschreven, al dan niet in combinatie met de bekennende verklaringen van de verdachten, de gegevens van de navigatieapparatuur en de beschreven wegnemingshandelingen leveren voldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie aangevoerd dat de aangifte van winkeldiefstal niet wordt ondersteund door camerabeelden. Het is in theorie mogelijk dat anderen de winkeldiefstal hebben gepleegd. De officier van justitie heeft daarom ten aanzien van dat feit vrijspraak gevorderd.

Standpunt van de verdediging

feiten 1., 2., 3., 5., 8., 10., 11., 13. en 14.
De raadsman heeft ten aanzien van deze feiten geen verweer gevoerd.
feit 4.
De raadsman heeft betoogd dat uit de gegevens van de navigatieapparatuur en de voorraadcheck niet blijkt dat verdachte, al dan niet samen met haar medeverdachte, goederen heeft gestolen. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
feiten 6. en 7.
De raadsman heeft aangevoerd dat in de winkel nog twee verdachte personen zijn gesignaleerd. Nu uit de bewijsmiddelen niet blijkt van een nauwe en bewuste samenwerking, dient voor deze feiten eveneens vrijspraak te volgen.
feit 9.
De raadsman heeft zich ten aanzien van dit feit gerefereerd met dien verstande dat hooguit sprake is geweest van medeplichtigheid.
feit 12.
De raadsman heeft aangevoerd dat uit de aangifte blijkt dat een man en vrouw shampoos in een tas stoppen. Vervolgens blijft de winkelwagen in de winkel staan en de man en vrouw verlaten de winkel zonder te betalen. Tenlastegelegd is een poging tot winkeldiefstal. Is er wel sprake van een poging of gaat het om een voltooid delict? Nu niet duidelijk is geworden dat sprake is geweest van een begin van uitvoering dient een vrijspraak te volgen. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat er sprake is van vrijwillige terugtred.

Oordeel van de rechtbank

Vrijspraak
De rechtbank acht het onder 2. en 4. ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt ten aanzien van deze feiten het volgende.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde overweegt de rechtbank dan aan verdachte is tenlastegelegd dat zij op of omstreeks 4 juli 2018 in vereniging drogisterij/cosmetica artikelen heeft weggenomen. Uit de aangifte op pagina 47 e.v. blijkt dat in de periode 3 juli 2018 van 17.00 uur tot 4 juli 2018 09.00 uur tellingen zijn gedaan en dat er in die periode voor € 911,00 aan goederen is verdwenen. Verderop in de aangifte wordt vermeld dat de winkel voor € 1.675,12 aan goederen kwijt is. Aangever heeft drie rapportages van voorraadmutaties bij de aangifte gevoegd. Deze zijn allemaal gedateerd 2018, week 27, dag 3. De rechtbank stelt vast dat voornoemde dag 3 juli 2018 betreft.
De rechtbank kan aan de hand van voornoemde aangifte met bijlagen niet vaststellen welke goederen op 4 juli 2018 uit de winkelvoorraad zouden zijn verdwenen. Voorts zijn op de camerabeelden van 4 juli 2018 (p. 335 e.v.) geen wegnemingshandelingen te zien. De rechtbank kan ook geen acht slaan op de bekennende verklaring van 1 november 2018 van de medeverdachte [medeverdachte] , nu hem andere beelden (van 3 juli 2018) zijn voorgehouden, waarna hij heeft erkend een diefstal te hebben gepleegd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een veroordeling te komen.
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een veroordeling van dit feit te komen.
Bewezenverklaring
Ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten komt de rechtbank tot een bewezenverklaring. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat verdachte de onder 1., 3., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12., 13. en 14. ten laste gelegde feiten heeft begaan. Deze beslissing is zowel gegrond op de ten aanzien van de hieronder per afzonderlijk tenlastegelegd feit of cluster van feiten weergegeven bewijsmiddelen, als op de inhoud van het geheel van bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, waaronder de bewijsmiddelen genoemd in de hierna volgende algemene overwegingen.
Algemene overwegingen
Op 4 juli 2018 worden verdachte en haar medeverdachte [medeverdachte] staande gehouden door de bedrijfsleider van de [benadeelde partij 1] supermarkt aan het [adres 1] in Leeuwarden. De bedrijfsleider heeft deze verdachten herkend van de camerabeelden in verband met een winkeldiefstal op 3 juli 2018. Verbalisanten krijgen ook de melding dat een derde persoon, naar later blijkt medeverdachte [verdachte] , die zich in een auto voor de winkel bevindt, ook betrokken is bij de winkeldiefstal. Als verbalisanten ter plaatse komen spreken zij de bestuurder van de auto met het Duitse kenteken [kenteken 1] aan en zien zij dat de achterbank van de auto plat is gelegd. Zij zien verder achter de bestuurder en in de kofferbak boodschappentassen staan gevuld met levensmiddelen, onder andere veel zakjes met pistachenootjes en flessen shampoo.
Verdachte heeft erkend dat zij op 3 juli 2018, samen met de medeverdachte, in de [benadeelde partij 1] op het [adres 1] koffie heeft gestolen. Tijdens de behandeling ter zitting heeft zij verklaard dat zij op verzoek van haar neef, [medeverdachte] , met hem naar Nederland is gekomen om winkeldiefstallen te plegen. Ze zijn meerdere keren naar Nederland gegaan en maakten daarbij gebruik van de auto, die later door de politie onder [verdachte] , in beslag is genomen. Voorts heeft verdachte erkend dat ze, samen met [medeverdachte] , op 29 juni 2018 bij de [benadeelde partij 4] in Stiens en de [benadeelde partij 3] in Leeuwarden goederen heeft weggenomen. Ook heeft verdachte verklaard dat ze op 4 juli 2018 voordat ze in de [benadeelde partij 1] aangehouden werd, in een andere winkel nootjes heeft gestolen. Ten aanzien van de [benadeelde partij 3] aan de [adres 3] in Leeuwarden heeft verdachte nog verklaard dat ze in die winkel een Roemeense vrouw heeft getroffen. Die vrouw was, aldus verdachte, ook aan het stelen. Verdachte heeft die vrouw, al dan niet met een man, ook in andere winkels getroffen.
Ten aanzien van de andere tenlastegelegde winkeldiefstallen heeft verdachte aangegeven dat ze misschien wel in de betreffende winkels is geweest, dat ze daar is geweest als ze op camerabeelden te zien is, maar dat ze zich niet kan herinneren of ze al dan niet goederen heeft gestolen.
Door de aangevers van de tenlastegelegde feiten zijn camerabeelden ter beschikking gesteld die deel uitmaken van het dossier en die door verbalisanten zijn bekeken en beschreven. De rechtbank overweegt dat uit de manier waarop de winkeldiefstallen blijkens de camerabeelden zijn gepleegd een modus operandi met de volgende specifieke kenmerken is af te leiden.
Twee tot vier personen, waaronder verdachte en/of medeverdachte [medeverdachte] , komen apart van elkaar een supermarkt binnen. Ze hebben tassen bij zich die als leeg worden beschreven. Eén van de personen pakt een winkelwagentje en hangt daar een tas aan. Een andere persoon pakt één of meerdere tassen bij de kassa vandaan en die tas(sen) word(t)(en) in de winkelwagen gezet. Goederen uit de stelling worden eerst in die plastic tas(sen) gedaan en vervolgens, al dan niet buiten het zicht van de camera, uit die tas(sen) in de tassen gestopt die bij binnenkomst van de winkel werd gedragen. De personen verlaten ook onafhankelijk van elkaar de winkel waarbij de vrouwelijke persoon vaak een klein artikel afrekent of een goed wat ze in haar hand heeft, bij de kassa weglegt en vervolgens de winkel verlaat zonder iets af te rekenen. De mannelijke persoon passeert vaak bellend de kassa, kennelijk om te voorkomen dat hij aangesproken wordt. Bij het verlaten van de winkel dragen de verdachten dezelfde tassen als bij binnenkomst, maar nu duidelijk gevuld. Verder valt op dat de personen binnen een korte tijd verschillende keren de winkel binnenkomen en weer uitgaan.
In de auto die op 4 juli 2018 onder medeverdachte [verdachte] in beslag is genomen is een navigatiesysteem aangetroffen. Dit navigatiesysteem is uitgelezen en uit dit onderzoek is een lijst met data, tijdstippen en adressen naar voren gekomen. De reisbewegingen die hieruit afgeleid kunnen worden corresponderen met de in de verschillende aangiftes genoemde adressen en tijdstippen waarop de tenlastegelegde winkeldiefstallen zijn gepleegd.
Bij de insluitingsfouillering van [medeverdachte] zijn een aantal handgeschreven briefjes aangetroffen met twintig adressen in Friesland. Uit onderzoek door de politie is gebleken dat door vijf winkels welke voorkomen op de briefjes, aangifte van winkeldiefstal is gedaan.
Voorts is bij de insluitingsfouillering van [verdachte] een handgeschreven briefje aangetroffen waarop verschillende cosmetica-artikelen met daarachter cijfers stonden genoteerd. Verschillende artikelen van die lijst werden aangetroffen tussen de in de auto aangetroffen gestolen goederen.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat zij de producten die op deze lijst staan en die zijn aangetroffen in de auto heeft gestolen met medeverdachte [medeverdachte] .
Gelet op de hiervoor beschreven samenhang en overeenkomsten is de rechtbank van oordeel dat de desbetreffende bewijsmiddelen van betekenis zijn voor alle bewezenverklaarde feiten. De rechtbank is voorts van oordeel dat deze bewijsmiddelen en de bewijsmiddelen die hieronder ten aanzien van de afzonderlijke feiten of clusters van feiten zijn opgenomen, elkaar versterken en als schakelbewijs kunnen dienen.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van het onder 1., 3., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12., 13. en 14 ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal analyse data navigatie-apparaat (Garmin Nuvi) d.d. 27 juli 2018, opgenomen op pagina 182 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Naar aanleiding van de aanhouding van verdachten inzake winkeldiefstallen, bekend onder het registratienummer PL0100-2018171092 werd onderzoek verricht aan de inbeslaggenomen gegevensdrager Garmin Nuvi 2595LM (navigatie-apparaat).
Ik zag dat
- de gelogde 293 reisbewegingen waren gemaakt in de periode van 2 juni 2018 t/m 4 juli 2018.
- de 203 gelogde reisbewegingen 31 aaneengesloten reizen beschreven, op te maken uit de naamgeving van de geëxporteerde bestanden, en de controle door de reisbewegingen zichtbaar te maken in het programma Google Earth.
- de naamgeving van de bestanden is opgebouwd uit de datum en aanvangstijd van de gemaakte reisbewegingen (dag_maand_jaar_uren_minuten_seconden), waarbij de tijd wordt weergegeven in UTC+0, NIET overeenkomend met de lokaal ingestelde zomertijd, zijnde UTC+2. Om de 'juiste' lokale tijd te bepalen dient men dus twee uren bij de afgelezen tijd op te tellen.
- er van de 31 aaneengesloten reizen er 16 reizen in Nederland zijn gemaakt, waarbij er is gereisd van plaats naar plaats, en dat in elke plaats meerdere locaties werden aangedaan die allen in de nabijheid waren van winkelcentra met hoofdzakelijk filialen van de supermarkten [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] .
- er werd gereisd van winkelcentrum naar winkelcentrum in de grotere plaatsen en van supermarkt naar supermarkt in de kleinere plaatsen.
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2018, opgenomen op pagina 208 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
In het voertuig voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 2] werden de volgende goederen
aangetroffen:
- 286 x Alesto, pistache nootjes, 250 gr;
- 19 x Alesto, walnoten, 200 gr;
- 11 x Gillette Mach 3+, scheermesjes;
- 2 x Gillette Fusion 5, scheermesjes;
- 6 x Wilkinson Sword Hydro 5, scheermesjes;
- 1 x Oral B Pro 600, elektrische tandenborstel;
- 4 x Oral B Stages Power, opzetborstels;
- 7 x Oral B Precision Clean, opzetborstels;
- 12 x Oral B Cross Action, opzetborstels;
- 10 x Oral B Sensi Ultrathin, opzetborstels;
- 4 x Oral B Floss Action , opzetborstels;
- 18 x Alpecin Hybrid Caffeine, shampoo, 250 ml;
- 2 x Alpecin Caffeine, shampoo, 250 ml;
- 10 x L'oreal Elvive Men, shampoo, 250 ml;
- 8 x L'oreal Elvive Men Haarverdikker , shampoo, 250 ml;
- 6 x Head & Shoulders Menthol Fresh, shampoo, 255 ml;
- 4 x Head & Shoulders Apple Fresh, shampoo, 255 ml;
- 6 x Head & Shoulders Citrus Fresh, shampoo, 255 ml;
- 2 x Head & Shoulders Classic, shampoo, 255 ml;
- 1 x Head & Shoulders Sensitive, shampoo, 255 ml;
- 9 x Head & Shoulders Men Ultra, shampoo, 255 ml;
- 8 x Air Wick Pure, luchtverfrisser;
- 10 x Lavazza Rossa, koffie, 500 gr;
- 4 x Lavazza Crema e Gusto, koffie, 250 gr;
- 4 x Lavazza Caffe Espresso, koffie, 250 gr;
- 12 x Lavazza Caffe Espresso, koffie, 500 gr;
- 12 x Nescafe Gold, koffie, 200 gr;
- 6 x Nescafe Gold Decafe , koffie, 200 gr;
- 1 x Lavazza Qualita Oro, koffie, 500 gr;
- 1 x Lavazza Cereja Passita, koffie, 500 gr ;
- 33 x Mentos White Green Mint, kauwgom, 75 stuks per potje;
- 85 x Mentos White Sweet Mint, kauwgom, 75 stuks per potje;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2018, opgenomen op pagina 287 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op donderdag, 5 juli 2018, hebben wij, verbalisant [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , de fouilleringen doorzocht van de aangehouden verdachte.
Bij verdachte [medeverdachte 2] troffen wij het volgende aan.
Briefje met producten leesbare gedeelte:
Elmex 95 x 1 = 95
Alpecin 38 x 1.5 51
Heden
Guma 40 x 11 40
224
Nes 56
Airvic 39
Axe 42
Lame 50 x 1 = 50
Lame 8
Oral B 198
Oral B 20
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2018, opgenomen op pagina 319 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op donderdag 5 juli 2018 omstreeks 10:00 uur heb ik samen met collega [verbalisant 4] onderzoek gedaan naar de goederen van de verdachten die tijdens de fouilleringen werden aangetroffen.
Bij de fouilleringsgoederen van verdachte [medeverdachte] vonden wij onder andere drie briefjes met een aantal adressen. Wij herkenden deze adressen als zijnde Nederlandse postcodes, straatnamen en steden. Wij hebben vervolgens van deze briefjes foto's gemaakt. Deze foto's worden als bijlagen toegevoegd aan dit proces verbaal van bevindingen. Naar aanleiding van de gevonden briefjes werd onderzoek verricht naar de adressen. Hieruit kwam naar voren dat de, in totaal 33, adressen allemaal verschillende winkels betroffen. De adressen waren van de volgende winkelketens:
- 1 keer [benadeelde partij 6] drogisterij
- 2 keer [benadeelde partij 3] supermarkt
- 3 keer [benadeelde partij 5] supermarkt
- 3 keer [benadeelde partij 1] supermarkt
- 4 keer Gall & Gall slijterij
- 6 keer [benadeelde partij 4] supermarkt
- 14 keer [benadeelde partij 2] supermarkt
Aangezien de drie verdachten werden verdacht van het plegen van meerdere winkeldiefstallen werd besloten om telefonisch contact op te nemen met alle genoteerde winkelfilialen. Het doel van dat contact was om te informeren of de verdachten ook (mogelijk) winkeldiefstallen hadden gepleegd bij de winkelfilialen. Uit dat onderzoek kwam de volgende informatie naar voren:
- [benadeelde partij 1] supermarkt [adres 1] 66 te Leeuwarden bevestigt benadeelde te zijn van een
winkeldiefstal met de in dit onderzoek omschreven Modus Operandi. Aangifte is opgenomen en verwerkt onder BVH- nummer: 2018171092-1.
- [benadeelde partij 3] supermarkt [adres 13] 9 te Leeuwarden bevestigt benadeelde te zijn van een winkeldiefstal met de in dit onderzoek omschreven Modus Operandi. Aangifte is opgenomen en verwerkt onder BVH-nummer: 2018173054-1 .
- [benadeelde partij 4] [adres 1] 32-42 te Leeuwarden en [benadeelde partij 4] [adres 6] te Stiens, bevestigen benadeelden te zijn van winkeldiefstallen met de in dit onderzoek omschreven Modus Operandi. Aangever [aangever 1] gaat op maandag 9 juli 2018 te 10:00 uur aangifte doen namens meerdere [benadeelde partij 4] Filialen.
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 26 maart 2019;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 5 juli 2018, opgenomen op pagina 31 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018171092 d.d. 16 oktober 2018, inhoudend de aangifte van [aangever 2] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2018, opgenomen op pagina 274 e.v. van voormeld dossier, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 6] .
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 26 maart 2019;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 6 juli 2018, opgenomen op pagina 54 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [aangever 3] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2018, opgenomen op pagina 339 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
1. De door verdachte ter zitting van 26 maart 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 3 juli 2018 was ik samen met [medeverdachte] in de [benadeelde partij 2] aan de [adres 14] 168 te Leeuwarden. Ik heb daar boodschappen gedaan.
Ik wilde een deel van die goederen betalen en het andere deel niet. Nadat ik door het personeel werd aangesproken heb ik alles uit mijn tas gehaald en daar gelaten. Ik heb daarna de winkel verlaten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 juli 2018, opgenomen op pagina 64 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [aangever 4] :
Ik doe aangifte van een poging diefstal namens de [benadeelde partij 2] supermarkt gelegen aan de [adres 14] 168 te Leeuwarden. Ik ben werkzaam als teamleider bij deze supermarkt en daardoor gerechtigd tot het doen van aangifte. Op dinsdag 3 juli 2018 was ik werkzaam in de [benadeelde partij 2] . Omstreeks 20:15 uur kreeg ik whatsapp berichten op mijn telefoon. Deze berichten waren afkomstig van een collega van mij. Toen ik de berichten opende zag ik twee foto's en een stuk tekst. In het bericht stond de volgende tekst: 'Winkeldiefstal [benadeelde partij 1] [adres 1] . Om 19:30 uur stoppen deze twee voor meer dan 110 euro aan koffie in grote zwarte tas. Schappen leeg getrokken. Betreft in ieder geval 8x Nescafé gold à 7.19 euro en 7 x Lavazza Espresso. Te laat gezien, waren met andere lastige klant bezig'. Direct na de tekst zag ik twee foto's.
Ik zag op de eerste foto een man van buitenlandse afkomst met een winkelwagen in de [benadeelde partij 1] . Op foto twee zag ik een forse vrouw met een onverzorgd uiterlijk. Volgens mij waren ze beiden van dezelfde afkomst maar ik kon de exacte afkomst niet plaatsen.
Omstreeks 20:45 uur liep ik door de winkel en tot mijn verbazing zag ik de eerder omschreven vrouw in de winkel lopen die ik kort daarvoor op de whatsapp foto had gezien. Ik kan deze vrouw als volgt omschrijven: licht getint, fors postuur, tussen de 35 en 45 jaar oud, rond de 1.70 meter lang, onverzorgd uiterlijk, zwart haar in een staart, wit t-shirt, zwarte tas, [benadeelde partij 2] tas, bigshopper. Ik zag dat de vrouw een product in de bigshopper stopte. Ik liep niet direct naar haar toe. In eerste instantie wilde ik haar op een afstand volgen. Er zijn namelijk genoeg mensen die op die manier boodschappen doen dus ik wilde niet direct de aanname maken dat zij aan het stelen was. Kort nadat ik de vrouw had gezien zag ik ook de man die op één van de foto's van de berichten stond. Ik kan de man als volgt omschrijven: licht getint, vol postuur, tussen de 30 en 40 jaar oud, rond de 1.75 meter lang, zwart haar, grijs shirt, zwarte rugzak, onverzorgd uiterlijk, droeg een winkelkar bij zich. Op dat moment besloot ik om mijn collega te informeren. We zijn samen naar de genoemde vrouw gelopen. Ik sprak de vrouw aan in de buurt van de kassa's. In eerste instantie sprak ik haar in het Nederlands aan. Ik wees naar de winkelmandjes en zei op een fatsoenlijke manier tegen haar dat zij met een winkelmandje moest winkelen in plaats van de producten in een tas te stoppen. Ik merkte aan de vrouw dat ze mij niet begreep dus kort daarna probeerde ik de vrouw in het Engels aan te spreken. De vrouw reageerde zeer geïrriteerd en ik had het gevoel dat de vrouw mij niet wilde begrijpen. Ik zag dat de vrouw vervolgens de gehele bigshopper met alle boodschappen in één van de winkelmandjes gooide en kwaad uit de winkel liep. Zover ik weet nam de vrouw geen goederen mee. Ik heb haar kort gevolgd om te kijken of zij ook een auto in zou stappen. Dit was niet het geval. Hierna liep ik terug richting de servicebalie terwijl ik ondertussen mijn manager aan de telefoon had. Voordat ik er erg in had stond de eerder genoemde man ineens voor mij. Hij keek mij zeer geïrriteerd aan en drukte een plastic muntje in mijn handen. Ik reageerde verontwaardigd waarop hij op kwade toon vroeg: "What?". Vervolgens liep hij ook naar buiten. Hierna werd ik aangesproken door een collega van mij. Die zei tegen mij dat een klant had gezien dat de eerder genoemde man iets in zijn rugzak had gestopt. Hierop liepen wij naar buiten. De man stond op dat moment nog voor de ingang van de winkel. Ik vroeg in het Engels of ik zijn rugzak mocht kijken. Dit mocht. Ik zag op dat moment geen goederen in de rugzak maar ik moet zeggen dat ik niet heel goed heb gekeken.
Het zou zeker mogelijk zijn dat er wel goederen in de rugzak hebben gezeten. Nadat ik in de rugzak had gekeken liep de man weg.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij samen met de medeverdachte [medeverdachte] in de [benadeelde partij 2] aan de [adres 14] was. Ook heeft verdachte verklaard dat ze goederen in haar tas heeft gedaan en dat ze slechts een deel van de goederen ter betaling aan wilde bieden. Uit het feit dat verdachte met deze intentie goederen in haar tas heeft gedaan leidt de rechtbank af dat sprake is geweest van een begin van uitvoering van de voorgenomen winkeldiefstal. Bovendien blijkt uit de aangifte dat nadat verdachte door het personeel is aangesproken, zij de inhoud van haar bigshopper in één van de winkelmandjes geleegd heeft en kwaad de winkel heeft verlaten. De rechtbank stelt vast dat die reactie van verdachte geen reactie is die bij een klant zonder kwade bedoelingen past, en dat deze desgevraagd de boodschappen in een winkelmandje zou hebben gelegd.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachte de uiterlijke verschijningsvorm hebben van een poging tot het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi.
De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander het ten laste gelegde heeft begaan.
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, met uitzondering van het bewezenverklaarde medeplegen met anderen, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Over het medeplegen volgt hierna een overweging.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 26 maart 2019;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal met bijlage d.d. 9 juli 2018, opgenomen op pagina 69 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [aangever 1] .
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 november 2018, opgenomen op pagina 8 van voornoemd dossier, achter het tabblad verhoren 1 november 2018, inhoudende de verklaring van [medeverdachte] .
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2018, opgenomen op pagina 345 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant 8] .
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
Verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] hebben het ten laste gelegde feit duidelijk bekend. Verdachte heeft daarbij verklaard dat zij samen met [medeverdachte] de goederen heeft gestolen.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de drie medeverdachten de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi.
De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen het ten laste gelegde heeft begaan.
Ten aanzien van het onder 7., 8. en 9. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 juli 2018, opgenomen op pagina 75 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [aangever 1] :
Ik doe aangifte van winkeldiefstal. Vanuit mijn functie als rayonmanager bij de [benadeelde partij 4] ben ik gerechtigd tot het doen van aangifte. Op 4 juli 2018 om 21:59 uur werd ik gebeld door de eigenaar van de [benadeelde partij 1] [adres 1] . Ik hoorde dat hij mij vertelde dat hij in de winkel mensen had aangehouden voor winkeldiefstal. Hij vermoedde dat de aangehouden personen ook bij de [benadeelde partij 4] waren geweest, omdat hij in de auto waar de verdachten mee waren gekomen, zakken pistache nootjes had zien liggen, die verkocht worden bij de [benadeelde partij 4] . Op 5 juli 2018, kreeg ik vanuit de politie foto's doorgestuurd van de nootjes en wij zijn gaan uitzoeken hoe het zat met de voorraden bij alle filialen. De lijst die bij die zoeking hoort, heb ik bij de aangifte gedaan. Na het samenstellen van die lijst hebben we contact gezocht met de filialen waar grote aantallen nootjes misten. Aan de hand van die informatie hebben we de beelden bekeken.
Via de eigenaar van de [benadeelde partij 1] heb ik foto's gekregen van de verdachten die bij hem in de winkel zijn aangehouden. Ik herkende de mensen op de foto, ik weet niet meer wanneer, maar ik heb eerder te maken gehad met hen. Aan de hand van de lijst, de gesprekken met de verschillende filialen en de beelden, kan ik aangifte doen van winkeldiefstal, gepleegd door deze verdachten bij de volgende filialen: [benadeelde partij 4] Leeuwarden [adres 1] , [benadeelde partij 4] Joure, [benadeelde partij 4] Drachten, [adres 8] . De lijst met tijdstippen van de beelden en de filialen, voeg ik als bijlage bij de aangifte
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een lijst genaamd Telling 2151 Pistach 5-7-2018 (30 stuks in een colli), opgenomen op pagina 77 e.v., voor zover inhoudend:
Filiaal Voorraad- Theoretische Verschil Vermoedelijk Opmerkingen
telling voorraad gestolen op:
187 0 175 -175 29-jun en 4-jul Wo rond 8 uur met volle
winkelkar naar buiten
gereden
488 110 259 -149 29-jun
549 107 185 -78 30-jun
ten aanzien van feit 7 voorts
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2018, opgenomen op pagina 353 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op woensdag 11 juli 2018, omstreeks 14.00 uur, was ik belast met een opsporingsdienst voor crimeteam Leeuwarden. Naar aanleiding van een strooptocht waarbij verdachten [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1990 te [geboorteplaats 2] , [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1968 te [geboorteplaats 2] en [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1971 te [geboorteplaats 2] , bekeek ik camerabeelden van de [benadeelde partij 4] gevestigd op [adres 15] te Joure. Deze beelden waren vrijwillig door [benadeelde partij 4] Nederland afgestaan.
Ik opende op de aangeleverde stick het bestand van filiaal 549 Joure. Ik bekeek de beelden van camera 1 met de naam ‘Entree’. Ik zag in beeld 2018-06-30 en 16.40.00.
Op tijdstip 16.43.24 zag ik dat er een vrouw de winkel in kwam. Ik zag dat deze vrouw voldeed aan het volgende signalement: blanke huidskleur, ongeveer 25 à 30 jaar oud, donker haar in een knot, normaal /gezet postuur, roze t-shirt met witte opdruk, zwarte broek, zwarte schoudertas
Ik herkende deze verdachte als dezelfde vrouw die op de camerabeelden van de [benadeelde partij 4] in
Drachten te zien was. In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 3.
Op tijdstip 16.43.27 zag ik dat er een man winkel binnenkwam. Ik zag dat de man aan het volgende signalement voldeed: blanke huidskleur, ongeveer 25 à 30 jaar oud, kort gemillimeterd donker haar, donker baardje van een paar dagen, tatoeages op zijn armen, gezet postuur, korte broek, lichtroze t-shirt met witte opdruk, aan heup tas voorzien van een schouderriem. Ik herkende deze man van de foto op de ID-staat als verdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1990. In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 2.
Op tijdstip 16.43.57 zag ik dat er een vrouw de winkel binnenkwam. Ik zag dat de andere vrouw aan het volgende signalement voldeed: blanke huidskleur, ongeveer 50 jaar oud, donker lang zwart haar in een lage paardenstaart, gezet postuur, grijs tuniek, zwarte lange broek, gympen met witte zool, gips of verband om haar linker onderarm, zwarte schoudertas.
Ik herkende deze vrouw van de ID-staat als verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1]
1971 te [geboorteplaats 2] . In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 1.
Op tijdstip 16.46.01 zag ik dat er een man binnenkwam via de uitgang. Om 16.45.25 zag
ik dat hij via de uitgang weer naar buiten ging en om 16.46.30 via de ingang de winkel binnenkwam. Ik zag dat de man voldeed aan het volgende signalement: blanke man, ongeveer 35 jaar oud, donker kortgeknipt haar, wit t-shirt, korte spijkerbroek, lichte sportschoenen, zonnebril aan de hals van zijn t-shirt, een heuptas voorzien van een schouderriem. Ik herkende deze verdachte als dezelfde verdachte man die op de camerabeelden van [benadeelde partij 4] Drachten te zien was. In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 4.
Ik zag op de beelden dat verdachte 4 na binnenkomst aan de linkerzijde in het beeld
een deur doorging. Ik zag dat hij dit met een personeelslid deed. Ik zag dat verdachte 4
om 16.55.46 deze ruimte weer verliet en rechtdoor de winkel inliep.
Camera 4; kassa 1& 2:
Ik zag op tijdstip 16.43.38 dat verdachte 2 met een winkelwagen achter de kassa langs liep. Een minuut later liep verdachte 1 achter de kassa langs.
Om 16.45.05 zag ik dat verdachte 2 een [benadeelde partij 4] Shopper bij de kassa wegpakte.
Om 16.46.03 zag ik dat verdachte 4 zijn hoofd zichtbaar was en iets aan de kassière vroeg. Daarna zijn de verdachten tot 16.49.48 niet zichtbaar. Op dat tijdstip zag ik dat verdachte 3
langs de kassa liep zonder iets ter betaling aan te bieden, terwijl ze met haar telefoon bezig was.
Om 16.51.36 zag ik dat verdachte 2 met een gevulde kar en een rugzak aan de kar achter de kassa langsliep.
Om 16.52.05 zag ik dat verdachte 1 met iets in haar hand achter de kassa een gangpad inliep.
Om 16.53.56 zag ik dat de verdachten 1 en 2 uit het gangpad achter de kassa kwamen. Ik zag dat verdachte 1 in de rij bij de kassa ging staan. Ik zag dat verdachte 2 naar verdachte 1 liep. Ik zag dat verdachte 1 hetgeen ze wilde afrekenen bij de kassa weglegde. Ik zag dat verdachte 2 de winkel weer inging. Ik zag dat verdachte 1 de kassa voorbijliep zonder iets ter betaling aan te bieden bij de kassa. Ik zag dat verdachte 2 naar de kassa liep. Ik zag dat hij een flesje af wilde rekenen. Ik zag dat hij na een uitleg van de kassière het flesje terugzette en zonder iets af te rekenen de winkel verliet.
Ik zag dat de rugtas opgebold was alsof deze vol zat.
Om 16.55.58 zag ik dat verdachte 4 achter de kassa langsliep.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 november 2018, opgenomen op pagina 9 van voornoemd dossier, achter het tabblad verhoren 1 november 2018, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
P: Op maandag 9 juli 2018 te 10:51 uur werd aangifte gedaan van diefstal in vereniging, in supermarkt [benadeelde partij 4] , [adres 15] te Joure, gepleegd op zaterdag 30 juni 2018 tussen 16:45 uur en 17: 15 uur. Bij deze diefstal werden grote hoeveelheden zakjes met pistache noten weggenomen. Op de camerabeelden zag verbalisant [verbalisant 8] dat verdachte [medeverdachte] een gevulde winkelkar duwt waar een rugzak aan hangt. Verdachten [verdachte] en [medeverdachte] lopen beiden, zonder winkelkar, langs de kassa zonder iets ter betaling aan te bieden waarbij [medeverdachte] een rugzak droeg die opgebold leek. Wat kun je hierover verklaren?
V: Dat heb ik gedaan. Ik heb gestolen.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
Verdachte heeft tijdens de behandeling ter zitting aangegeven dat het mogelijk is dat zij in de betreffende winkel nootjes heeft gestolen. De medeverdachte [medeverdachte] heeft tijdens zijn verhoor bij de politie op 1 november 2018 bekend dat hij een aantal zakjes nootjes heeft gestolen.
In het proces-verbaal van bevindingen (p. 353) beschrijft verbalisant [verbalisant 8] dat zij de vrouw, welke door haar wordt omschreven als verdachte 3, herkent als dezelfde vrouw die op de camerabeelden van de [benadeelde partij 4] in Drachten te zien was. De man die in voornoemd proces-verbaal van bevindingen wordt aangeduid als verdachte 4, staat eveneens op die camerabeelden. Ook herkent de verbalisant verdachte 2 en verdachte 1 van de foto's op de ID-staat als resp. [medeverdachte] en [verdachte] . De verbalisant beschrijft in het proces-verbaal van bevindingen de handelingen van de vier verdachten.
De rechtbank stelt vast dat uit de beschrijving van de camerabeelden onder meer blijkt dat verdachte 3 als eerste langs de kassa loopt zonder iets af te rekenen. Verder blijkt dat verdachte [medeverdachte] met een gevulde kar en een rugzak achter de kassa langsloopt en later zonder iets af te rekenen de winkel verlaat. Ook verdachte [verdachte] loopt de kassa voorbij zonder iets af te rekenen, waarbij zij hetgeen zij in haar hand had bij de kassa weglegt.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachten de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi. De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen het ten laste gelegde heeft begaan.
ten aanzien van feit 8 voorts:
3. De door verdachte ter zitting van 26 maart 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 4 juli 2018 ben ik voordat ik in de [benadeelde partij 1] aangehouden werd, in een andere winkel geweest. In die winkel heb ik pistachenootjes meegenomen. Een deel van die nootjes heb ik betaald. De nootjes die in de auto zijn aangetroffen kwamen uit deze winkel.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlage d.d. 12 juli 2018, opgenomen op pagina 355 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op woensdag 11 juli 2018, omstreeks 16.00 uur, was ik belast net een opsporingsdienst voor crimeteam Leeuwarden. Naar aanleiding van een strooptocht waarbij verdachten [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1990 te [geboorteplaats 2] ; [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1968 te [geboorteplaats 2] en [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1971 te [geboorteplaats 2] , bekeek ik camerabeelden van de [benadeelde partij 4] gevestigd op [adres 1] te Leeuwarden. Deze beelden waren vrijwillig door [benadeelde partij 4] Nederland afgestaan.
Ik opende op de aangeleverde stick het bestand van filiaal Leeuwarden. Ik bekeek de beelden van camera 1 met de naam ‘Entree’. Ik zag in beeld 4/7/2018 en 20.50.09.
Op tijdstip 20.52.36 zag ik dat er een vrouw de winkel in kwam. Ik zag dat deze vrouw voldeed aan het volgende signalement: blanke huidskleur, ongeveer 50 jaar oud, donker lang zwart haar in een lage paardenstaart, gezet postuur, grijs t-shirt met opdruk, zwarte lange broek, blauwe gympen met witte zool, gips of verband om haar linker onderarm, zwarte schoudertas. Ik herkende deze vrouw van de ID-staat als verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1971 te [geboorteplaats 2] . In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 1.
Op tijdstip 20.52.54 zag ik dat er een man winkel binnenkwam. Ik zag dat de man aan het volgende signalement voldeed: blanke huidskleur, ongeveer 25 à 30 jaar oud, kort gemillimeterd donker haar, donker baardje van een paar dagen, tatoeages op zijn armen, gezet postuur, korte broek, donkerblauw t-shirt met witte opdruk, een heuptas voorzien van een schouderriem, winkelwagen met daaraan een rugzak. Ik herkende deze man van de foto op de ID-staat als verdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1990. In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 2.
Om 20.57.28 verlaten verdachten 1 en 2 de winkel. Ik zag dat verdachte 2 de rugzak op zijn rug droeg. Ik zag dat de rugzak bolde alsof deze gevuld was. Ik zag dat verdachte 2 het parkeerterrein opliep en dat verdachte 1 uit het zicht verdween.
Beelden 2e gangpad:
Ik zag op tijdstip 20.56.16 dat de beide verdachten in de naastgelegen gang liepen. Ik zag dat er twee [benadeelde partij 4] shoppers in de kar stonden. Ik zag dat ze het 2e gangpad inliepen. Ik zag dat verdachte 1 een zwarte tas uit de kar pakte. Ik zag dat verdachte 2 de rugzak pakte. Ik zag dat de beide verdachten de kar achterlieten in het gangpad en deze opzij zetten. Ik zag dat de beide verdachten allebei een andere kant opliepen.
Beelden 3e gangpad:
Ik zag op tijdstip 20.53.20 dat verdachte 1 in het gangpad heen en weer liep. Ik zag dat verdachte 1 en 2 achter een stelling stonden en in de kar aan het rommelen waren. Ik zag dat een verdachte achter de kar en een verdachte voor de kar stond. Ik zag dat ze beiden een zijde van het gangpad inkeken. Ik zag dat er een zwarte tas tussen twee [benadeelde partij 4] shoppers in stond toen de verdachten het naastgelegen gangpad in liepen.
Beelden kassa 4 & 5:
Op tijdstip 20.52.50 zag ik de beide verdachten bij de kassa’s. Ik zag dat verdachte 2 twee [benadeelde partij 4] shoppers pakte bij kassa 5. Ik zag dat verdachte 1 het gangpad tegenover kassa 4 inging. Ik zag dat verdachte 2 daar ook inging. Ik zag dat verdachte 2 een armbeweging maakte en daarna met zijn armen vol naar de kar liep. Ik zag dat er een lege doos teruggelegd werd door verdachte 2. Ik zag dat de beide verdachten daarna uit beeld verdwenen. Op tijdstip 20.57.04 dat verdachte 1 uit het gangpad tegenover kassa 6 en 7 kwam met een schoudertas om haar linkerschouder. Ik zag dat verdachte 1 in de rij van kassa 5 ging staan. Op tijdstip 20.57.12 zag ik dat verdachte 2 ook uit het gangpad tegenover kassa 6 en 7 kwam.
Ik zag dat hij zijn telefoon aan zijn oor hield en de rugzak op zijn rug.
Om 20.57.18 zag ik dat verdachte 1 een blikje in de stapel trolleys legde die bij kassa 5 stonden. Ik zag dat verdachten 1 en 2 contact maken bij kassa 5. Ik zag dat ze achter elkaar langs kassa 5 liepen, zonder iets ter betaling aan te bieden bij de kassa.
Beelden kassa 6 & 7:
Ik zag dat op tijdstip 20.52.52 verdachte 1 de winkel in kwam en enkele seconden later verdachte 2. Ik zag dat de beide verdachten na binnenkomst direct linksaf gingen. Ik zeg dat ze naar de kassa liepen en verdachte 2 de shoppers pakte. Op tijdstip 20.56.59 zag ik verdachte 1 uit het gangpad tegenover kassa 6 kwam. Ik zag dat op tijdstip 20.57.08 verdachte 2 uit hetzelfde gangpad kwam. Ik zag dat de rugzak van verdachte 2 meer was opgebold dan toen de verdachte binnenkwam met de rugzak aan de kar.
Beelden Non Food 2:
Op tijdstip 20.53.28 zag ik dat verdachte 2 naar een man keek, die naast hem stond. Hij leek iets te zoeken. Ik zag dat verdachte 1 verderop stond met iets in haar hand en het terug legde. Om 20.53.46 zag ik dat verdachte 2 een doos opzij zette. Ik zag dat hij daarna een doos uit de stelling pakte. Ik zag dat hij daarmee richting de kar bewoog. Daarna zag ik dat verdachte 2 nog een doos pakte en deze boven de kar omdraaide. Op tijdstip 20.54.20 zag ik dat de beide verdachten doorliepen.
Ik zag dat ze verderop in het gangpad achter een pilaar of muurtje gingen staan.
De verdachten zijn erg doordacht in hun handelswijze. Zij weten zich steeds voor hun
handelingen te plaatsen, of achter een stelling of muur te plaatsen, zodat hun handelingen op camerabeelden niet zichtbaar zijn.
En als handgeschreven opmerking van verbalisant op de bijlage:
[benadeelde partij 4] 187 Leeuwarden.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 november 2018, opgenomen op pagina 9 van voornoemd dossier, achter het tabblad verhoren 1 november 2018, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
P: Op maandag 9 juli 2018 te 10:38 uur werd aangifte gedaan van diefstal in vereniging, in supermarkt [benadeelde partij 4] , [adres 1] te Leeuwarden, gepleegd op woensdag 4 juli 2018 tussen 20:52 uur en 20:57 uur. Bij deze diefstal werden grote hoeveelheden zakjes met pistache noten weggenomen. Op de beelden zag verbalisant [verbalisant 8] dat verdachte [medeverdachte] en [verdachte] een winkelkar bij zich hadden waar een [benadeelde partij 4] shopper in stond en twee zwarte tassen. Verdachten [verdachte] en [medeverdachte] lopen beiden langs de kassa zonder iets ter betaling aan te bieden waarbij [medeverdachte] een rugzak droeg die opgebold leek. Wat kun je hierover verklaren?
V: Als het op de beelden te zien is dat ik wat gestolen heb zal ik dat ook wel bekennen. Er zijn ook goederen in de auto gevonden; dat was allemaal voor mij. Ik heb dat gestolen.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2018, opgenomen op pagina 208 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
In het voertuig voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 1] werden de volgende goederen aangetroffen:
- 268 x Alesto, pistache nootjes, 250 gr;
De rechtbank overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat Alesto het huismerk is van de [benadeelde partij 4] .
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 8. ten laste gelegde
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat ze voor ze in de [benadeelde partij 1] was, in een andere winkel was. Verder heeft ze verklaard dat de in de auto aangetroffen pistachenootjes uit die winkel kwamen en dat ze een deel van die nootjes heeft betaald. Verdachtes medeverdachte [medeverdachte] heeft ten aanzien van dit feit verklaard dat als het op de beelden staat, hij dit feit wel gepleegd zal hebben. Wederom zijn de camerabeelden door verbalisant [verbalisant 8] bekeken en verwoord in het proces-verbaal van bevindingen (p 355). Verbalisant [verbalisant 8] herkent verdachte [verdachte] en [medeverdachte] , de medeverdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachte de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi. De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander het ten laste gelegde heeft begaan.
ten aanzien van feit 9 voorts:
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2018, opgenomen op pagina 359 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op maandag 9 juli 2018, omstreeks 15.30 uur, was ik belast met een opsporingsdienst voor crimeteam Leeuwarden. Naar aanleiding van een strooptocht waarvan verdachten [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1990 te [geboorteplaats 2] ; [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1968 te [geboorteplaats 2] en [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1971 te [geboorteplaats 2] , verdacht werden, bekeek ik camerabeelden van de [benadeelde partij 4] gevestigd op Eems 28 te Drachten. Deze beelden waren vrijwillig door [benadeelde partij 4] Noord-Nederland afgestaan.
Ik opende op de aangeleverde stick het bestand van filiaal 488 Drachten. Ik bekeek de
beelden van camera 1 met de naam ‘Entree’. Ik zag in beeld 2018-06-30 en 20.02.00. Op
tijdstip 20.04.52 zag ik dat twee vrouwen de winkel in kwamen. Ik zeg dat de eerste
vrouw voldeed aan het volgende signalement: blanke huidskleur, ongeveer 50 jaar oud, donker lang zwart haar in een lage paardenstaart, gezet postuur, grijs tuniek, zwarte lange broek, gympen met witte zool, gips of verband om haar linker onderarm, zwarte schoudertas.
Ik herkende deze vrouw als verdachte [verdachte] . In de rest van dit
proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 1.
Ik zag dat de andere vrouw aan het volgende signalement voldeed: blanke huidskleur, ongeveer 25 a 30 jaar oud, donker haar in een knot, gezet postuur, roze t-shirt met witte opdruk, donkere broek, zwarte schoudertas. Ik herkende deze verdachte als dezelfde vrouw die op de camerabeelden van de [benadeelde partij 4] in Stiens te zien was. In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 3.
Op tijdstip 20.05.52 zag ik dat er een man winkel binnenkwam. Ik zag dat de man aan het volgende signalement voldeed: blanke huidskleur, ongeveer 25 a 30 jaar oud, kort gemillimeterd donker haar, donker baardje van een paar dagen, tatoeages op zijn armen, gezet postuur, korte broek, lichtroze t-shirt met witte opdruk, een heuptas voorzien van een schouderriem. Ik herkende deze man als verdachte [medeverdachte] . In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 2.
Op tijdstip 20.07.34 zag ik dat er een man met het volgende signalement binnenkwam. Blanke man, ongeveer 35 jaar oud, donker kortgeknipt baard, wit t-shirt, korte spijkerbroek, lichte sportschoenen, zonnebril aan de hals van zijn t-shirt, een heuptas voorzien van een schouderriem. Ik herkende deze verdachte als dezelfde verdachte man die op de camerabeelden van [benadeelde partij 4] Stiens te zien was.
In de rest van dit proces-verbaal van bevindingen zal deze verdachte worden omschreven als verdachte 4.
Tijdens het kijken naar de beelden van camera 1 kwam ik er achter dat ik beter alle beelden tegelijk kon kijken, zodat ik de verdachten kon volgen in de winkel.
Om 20.08.20 zag ik dat verdachte 3 en 4 met de kar langs de groente liepen en dat verdachte 3 drie emmertje tomaatjes in de kar deed. Ik zag ze daarna de 2e gang in gaan. Ik zag dat verdachte 4 met de kar verder de 2e gang inliep en dat verdachte 3 de 3e gang inliep. Kort daarop zag ik verdachte 4 terugkomen bij verdachte 3, dit maal zonder kar en daarna uit beeld verdwenen.
Om 20.10.25 zag ik verdachten 2 en 3 samen met de kar opnieuw bij de groenten in gang 1. Ik zag dat er goederen in de kar lagen. Ik zag dat verdachte 3 goederen van de groenteafdeling in de kar deed. Ik zag dat verdachte 2 de 2e gang inging en verdachte 3 de 4e gang. Ik zag dat dit de koeling van het vlees betrof. Ik zag dat verdachte 3 hier meerdere verpakkingen uithaalde.
Om 20.09.12 zag ik dat verdachte 1 een [benadeelde partij 4] -shopper bij de kassa vandaan haalde.
Om 20.09.29 zag ik op de beelden dat verdachte 4 de winkel via de kassa’s verliet zonder kar. Dit zonder iets ter betaling aan te bieden hij de kassa.
Ik zag op tijdstip 20.10.00 dat verdachte 4 weer richting de ingang van de winkel liep. Ik zag dat hij aan de buitenzijde van het poortje bleef staan. Ik zag dat verdachte 2 aan de andere zijde van het poortje stond. Ik zag dat verdachte 2 een volle [benadeelde partij 4] -shopper overdroeg aan verdachte 4, die vervolgens het pand verliet. Ik probeerde de verdachten te volgen, echter op bepaalde momenten zijn ze niet zichtbaar op welke camera dan ook.
Om 20.12.26 zag ik dat verdachte 1 met een trolley liep. Ik zag dat ze van gang 2 naar gang 5 liep. Ik zag dat verdachte 1 spullen uit de trolley haalde en ergens in een stelling legde. Ik zag dat ze de rits van haar tas bewoog.
Om 20.13.13 zag ik dat verdachte 1 met de trolley bij de kassa kwam. Ik zag dat ze een plastic tasje pakte en twee broden afrekende.
Om 20.14.40 zag ik verdachte 3 met prei in haar hand in de richting liep van iemand met een kar in de verte.
Om 20.17.00 zag ik dat verdachte 3 achter de kassa langsliep. Ik zag dat ze naar de beauty-producten liep en deze bekeek.
Om 20.19.10 zag ik dat verdachte 3 langs de kassa liep, zonder iets ter betaling aan te bieden.
Om 20.19.35 zag ik dat verdachte 3 opnieuw de winkel binnenkwam.
Om 20.20.36 zag ik opnieuw dat verdachte 4 aan de buitenzijde bij het poortje stond. Ik zag dat verdachte 2 opnieuw een volle shopper overhandigde aan verdachte 4. Ik zag dat verdachte 4 opnieuw het pand verliet en dat verdachte 2 uit beeld verdween in de winkel.
Om 20.21.00 uur zag ik verdachte 2 met de kar van gang 1 al bellend gang 2 inliep.
Om 20.21.59 zag ik dat verdachte 1 opnieuw de winkel inkwam.
Om 20.23.00 zag ik dat verdachte 2 naar de kassa liep om twee [benadeelde partij 4] -shoppers te pakken.
Op tijdstip 20.25.00 uur hielden de beelden op. Op dat moment had ik de verdachte 1, 2 en 3 de winkel niet zien verlaten.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 9. ten laste gelegde
De camerabeelden zijn door verbalisant [verbalisant 8] bekeken en verwoord in het proces-verbaal van bevindingen (p 359). Verbalisant [verbalisant 8] beschrijft dat twee vrouwen en twee mannen de [benadeelde partij 4] binnenkomen. Zij herkent verdachte [verdachte] en de medeverdachte [medeverdachte] . De tweede vrouw en man worden herkend als dezelfde vrouw en man die op de camerabeelden van de [benadeelde partij 4] in Stiens te zien waren. Op de beelden is -zakelijk weergegeven- te zien dat verdachte [verdachte] een [benadeelde partij 4] -shopper bij de kassa haalt. Even later constateert verbalisant dat verdachte met een trolley van gang 2 naar gang 5 loopt.
Ze haalt spullen uit de trolley en legt deze in een stelling. Ook ziet verbalisant dat ze de rits van haar tas beweegt. Verdachte komt daarna met de trolley bij de kassa en rekent twee broden af. Kort daarna komt ze de winkel weer binnen. De rechtbank vindt dit gedrag opvallend en niet passen bij een klant die boodschappen komt doen, mede gelet op het identieke gedrag van de andere vrouw. Ondertussen verdwijnen er via de handen van de twee mannelijke medeverdachten twee bigshoppers vol met winkelgoederen uit de winkel.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachten de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi. De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen het ten laste gelegde heeft begaan.
feit 10:
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 juli 2018, opgenomen op pagina 106 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [aangever 1] :
Ik doe aangifte van winkeldiefstal. Vanuit mijn functie als rayonmanager bij de [benadeelde partij 4] ben ik gerechtigd tot het doen van aangifte.
Uit onderzoek bleek dat de Roemeense verdachten die nu aangehouden zijn ook in het [benadeelde partij 4] filiaal in Sneek zijn geweest. Dit is op 4 juli 2018 geweest. Op de beelden is te zien dat de verdachten om 15.44 uur binnen de winkel in lopen. Aldaar lopen ze de verschillende schappen langs en vullen tassen. Uiteindelijk lopen ze om 16.25 uur langs de kassa/ uitgang met daarbij een gevulde tas op hun rug. Er zijn geen goederen afgerekend in het filiaal. In totaal is de vrouwelijke verdachte 2 keer naar binnen en buiten gelopen en de man 1 keer extra de winkel naar binnen en buiten gekomen. Ik overhandig u een overzicht van de filialen waar de mogelijke verdachten zijn geweest en de waarde van de goederen die zijn weggenomen. Filiaal Sneek staat vermeld onder nummer 496.
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een lijst genaamd Telling 2151 Pistach 5-7-2018 (30 stuks in een colli), opgenomen op pagina 108 , voor zover inhoudend:
Filiaal Voorraad- Theoretische Verschil Vermoedelijk Opmerkingen
telling voorraad gestolen op:
496 0 157 -157 30-jun en 4 jul --
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2018, opgenomen op pagina 367 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant B. Klontje-Jaarsma:
Ik kreeg het verzoek om de camerabeelden te bekijken die vastgelegd zijn op 4 juli 2018 door de beveiligingscamera’s van de [benadeelde partij 4] in Sneek.
Op 4 juli 2018 werden er 3 personen aangehouden op het [adres 1] te Leeuwarden, op
verdenking van strooptocht/winkeldiefstallen in diverse winkels, waaronder de [benadeelde partij 4] in Sneek. Van de verdachten heb ik foto's gezien voordat ik de beelden ging bekijken.
Ik zag op de beelden dat:
Om 15:49:47 uur, een vrouw de winkel binnen loopt. Ik herkende haar als de vrouwelijke verdachte [verdachte] , welke aangehouden was. Zij droeg op dat moment een grijs T-shirt met opdruk, een zwarte broek en blauwe schoenen.
Zij droeg haar donkere haar in een staart/knotje. Ik zag dat zij haar linkerarm in wit verband/gips had. Aan haar linkerschouder droeg zij een groot formaat zwarte tas.
Kort na haar komt er een man de winkel binnen lopen. Deze man herken ik als een van de
mannelijke verdachten [medeverdachte] . Ik zag dat de man een dik postuur had en kort donker haar. Hij droeg een donker T-shirt met een licht gekleurde opdruk in ronde vorm, een ¾ broek en zwarte schoenen. Ik zag dat hij een klein zwart tasje om zijn nek droeg. De man duwde een winkelwagentje en ik zag dat er aan het winkelwagentje aan de zijde van de man een donkergekleurde tas hing.
Ik zag op de beelden dat de vrouw na binnenkomst gelijk naar kassa 6 loopt en vanonder de kassa een witte boodschappentas pakt. Kort daarna verdwijnt zij uit beeld, waarna ze weer in beeld komt bij camera 2e gangpad zonder de witte boodschappentas. Op beelden is te zien
dat kort daarna de man met zijn winkelwagen loopt en dat daar de witte boodschappentas in staat.
Om 15:53:38 uur, zoeken de man en de vrouw elkaar. Dit is te zien op camera non-food midden. Ze hebben even contact en lopen samen verder waarna ze uit beeld verdwijnen.
Om 15:57:32 uur, verlaat de vrouw de winkel via de kassa 3/4 zonder te betalen. Op de beelden is te zien dat de tas welke zij met zich meedraagt anders van vorm is. Het lijkt dat deze voller is (de rechtbank begrijpt: dan) bij binnenkomst.
Om 16:09:42 uur, loopt de man met een erg vol uitziende rugzak zonder iets te betalen kassa 7/8 voorbij en verlaat de winkel.
Om 16:10 uur, staat de vrouw in de rij bij kassa 1/2 en rekent twee stokbroden af. Op de beelden is te zien dat de zwarte tas welke zij bij zich draagt wederom zwaarder en gevulder oogt dan bij binnenkomst om 16:00:50 uur. Vervolgens verlaat zij de winkel.
Om 16:12:18 uur, loop de man voor de tweede keer de winkel binnen. Op de beelden is te zien dat hij om zijn linkerschouder een tas draagt.
Om16:20:50 uur, staat de man in de rij bij kassa 5/6. De man is aan het bellen. Hij staat even te wachten en zonder te betalen loopt hij uit de rij de kassa voorbij zonder iets af te rekenen. Het is te zien dat de man wederom een rugzak op zijn rug draagt welke helemaal vol zit. Dit was niet te zien bij binnenkomst om 16:12:18 uur. Vervolgens verlaat de man de winkel.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 november 2018, opgenomen op pagina 5 van voornoemd dossier, achter het tabblad verhoren 1 november 2018, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
P: Uit het onderzoek komt naar voren dat veel producten die op dit lijstje staan ook zijn aangetroffen in de auto waar we eerder over hebben gesproken. Hoe kun je dat verklaren?
V: Omdat [medeverdachte] en ik deze goederen gestolen hebben.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 november 2018, opgenomen op pagina 9 van voornoemd dossier, achter het tabblad verhoren 1 november 2018, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
Er zijn op 4 juli 2018 ook goederen in de auto gevonden; dat was allemaal voor mij. Ik heb dat gestolen.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 10. ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachte de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi.
De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander het ten laste gelegde heeft begaan.
feit 11
1. De door verdachte ter zitting van 26 maart 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
U toont mij pagina 115 van het proces-verbaal van politie. Ik herken mijzelf op die foto als de vrouw op de voorgrond met de linker onderarm in het gips.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 8 juni 2018, opgenomen op pagina 109 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [aangever 5] :
Ik doe aangifte van diefstal en ik ben namens de [benadeelde partij 2] , [adres 16] te Groningen, waar ik werkzaam ben als assistent filiaal manager gerechtigd om aangifte te doen. Op woensdag 23 mei 2018 hoorde ik van een collega dat er een leeg winkelkarretje met daarin een lege big shopper was aangetroffen in een gangpad in de winkel. Deze collega had mij gevraagd om camerabeelden terug te kijken omdat deze collega dit opmerkelijk vond. Hierop heb ik de beelden teruggekeken. Op de beelden zag ik dat op dinsdag 22 mei 2018 om 17:47 uur er een drietal mensen binnen kwamen.
Ik zie op de beelden dat deze mensen bij elkaar horen doordat ze in de winkel regelmatig contact hebben. Ik kan de drie mensen als volgt omschrijven: blanke vermoedelijk Oost Europese vrouw, donker haar in een staart, donker t-shirt, donkere broek (vermoedelijk zwart), linker onderarm zat in het gips, lichtkleurige schoudertas. Man 1: blanke man vermoedelijk Oost Europees, zwart haar, gezet postuur, donkere polo, sleeve tatoeage op zijn rechter arm, tatoeage op zijn linker arm tot ellenboog, donkergekleurde rugtas met twee riemen. Man 2: blanke man vermoedelijk Oost Europees, kort donker haar, licht en donker horizontaal gestreept t-shirt, donkere broek.
Ik zie dat man 1 een winkelwagentje meeneemt en de winkel binnenkomt. Hij loopt vervolgens naar het drogmetica gangpad. Vervolgens zie ik hem met de vrouw tandpasta en scheermesjes in de bigshopper doen. Vervolgens lopen ze door naar het koffieschap toe. Vervolgens zie ik man 2 naar de resterende scheermesjes toe lopen. Ik zie dat hij deze los draait van de beveiligingsstrip. Ik zie dat hij de losgedraaide mesjes in het onderliggende vak legt. Ik zie dat het hier gaat om wel 15 mesjes. Ik zie dat man 2 hierna nog een rondje in de winkel loopt en daarna via de hoofdingang de winkel verlaat. Ik zie op de beelden dat man 1 en de vrouw bij het koffieschap koffie in de bigshopper plaatsen. Vervolgens gaat man 1 weer naar het drogmetica gangpad en doet daar de losgedraaide scheermesjes in de bigshopper. Ik zie dat de vrouw weer bij man 1 komt staan. Ik zie dat ze nu verschillende producten in de big shopper doen. Ik zie ook dat ze in het koffiegangpad diverse spullen in de big shopper stoppen. Ik zie dat ze in het babyvoeding gangpad ook diverse spullen in de bigshopper doen. Ik zie dat man 1 en de vrouw naar het koffie gangpad lopen. Ik zie man 1 producten uit de big shopper haalt en in de rugzak stopt. Ik zie dat de vrouw goederen uit de big shopper pakt en deze in haar schoudertas stopt. Vervolgens zie ik kort hierna man 1 de winkel verlaten zonder de goederen te betalen. Kort hierna zie ik de vrouw de winkel verlaten zonder de goederen af te rekenen. Van de diefstal heb ik camerabeelden veiliggesteld welke u mag gebruiken voor uw onderzoek. Ook heb ik een lijst geprint van alle door de verdachten weggenomen goederen. Deze mag u bij de aangifte voegen en gebruiken voor uw onderzoek. Ook heb ik het totale schadebedrag uitgerekend. Dit komt totaal op een bedrag van duizend zeven euro en tien cent.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 16 augustus 2018, opgenomen op pagina 373 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 9] :
Mij werd gevraagd om camerabeelden uit te kijken ter zake een winkeldiefstal geplaagd bij de [benadeelde partij 2] aan de [adres 16] te Groningen.
Op de beelden is te zien dat op 22 mei 2018 drie personen binnen komen in genoemde winkel. Er is te zien dat twee personen, een man en een vrouw beiden verder de winkel
inlopen en de derde persoon de winkel verlaat nadat hij wat heeft losgedraaid en weg
legt in een schap. De man en vrouw die in de winkel blijven zie ik door verschillende
gangpaden lopen waaronder het gangpad waar de derde persoon een goed had los gedraaid. Zij hebben een grote tas (big shopper) bij zich en stoppen hier meerdere goederen in welke zij uit de schappen van de winkel pakken.
Kort daarna pakt de man, die nog in de winkel is gebleven, de goederen vanuit de big
shopper en stopt deze in zijn rugtas. Ik zie dat de vrouw ook goederen uit de big shopper
pakt en deze in haar handtas stopt. Hierna verlaten beide personen kort na elkaar de winkel.
Op de beelden is te zien dat op 22 mei 2018 te 18:03:32 uur de mannelijke persoon door het beeld loopt die zonder iets af te rekenen kassa 4 passeert.
De man is als volgt te omschrijven: blanke huidskleur, Oost Europees uiterlijk, breed dan wel fors van postuur, rondvormig hoofd, donkerkleurig haar, bakkebaarden die overlopen in een baard, blauwkleurig poloshirt, blauwkleurig korte broek met licht kleurige vlakken op de benen, zwarte schoenen, zwarte rugtas, witkleurig dan wel zilverkleurige horloge om de linker pols, tatoeage over de hele rechter onderarm.
Even later op 22 mei 2018 te 18:05:25 uur, passeert de vrouw kassa 4 zonder goederen af te rekenen. De vrouw is als volgt te omschrijven: blanke huidskleur, Oost Europees uiterlijk,
rondvormig hoofd, donkerkleurig lang haar, grijskleurig dan wel zilverkleurig shirt tot op haar bovenbenen, zwarte lange broek, blauwe schoenen, grijskleurige dan wel wit kleurige handtas, gehele linker onderarm in wit gips dan wel verband.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 11. ten laste gelegde
Verdachte heeft ter zitting aangegeven dat zij zichzelf herkent op de foto van pagina 115 in het procesdossier, die is gevoegd als bijlage bij de aangifte. Dit betreft een zogenaamde ‘still’ van de beschreven camerabeelden. Zowel aangever als verbalisant De Wilde hebben de camerabeelden beschreven. Uit deze beelden blijkt dat de ene mannelijke verdachte een winkelwagentje pakt. De andere mannelijke verdachte draait in een schap de beveiliging van scheermesjes los en plaatst goederen op een lagere plank. Deze verdachte verlaat daarop de winkel, terwijl verdachte en de andere mannelijke verdachte diverse goederen, waaronder de van beveiliging ontdane scheermesjes in de big shopper doen. Vervolgens worden deze goederen in de schoudertas respectievelijk rugtas gedaan. Daarna verlaten beide verdachten de winkel zonder goederen af te rekenen.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachten de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi. De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen het ten laste gelegde heeft begaan.
feit 12.
1. De door verdachte ter zitting van 26 maart 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
U toont mij pagina 385 van het proces-verbaal van politie. Ik herken mijzelf op die foto.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, d.d. 25 juni 2018, opgenomen op pagina 133 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [aangever 6] :
Op 5 juni hebben 3 Roemenen een poging gedaan voor grote diefstal bij [benadeelde partij 2] , [adres 17] te Groningen. In de ochtend worden wij door een klant geattendeerd op 3 klanten die op een aparte manier boodschappen aan het doen waren. Onze medewerkers hebben ze toen opgezocht in de winkel. Even later krijgen ze in de gaten dat we ze volgen/observeren. Ze laten de boodschappenwagen staan in de winkel. En verlaten daarna met enige tijd er tussen door de kassa apart de winkel zonder iets te betalen. In het winkelwagentje zat een Roemeense muntje. Het gaat om een vrouw en twee mannen. De foto's zitten bij de aangifte. Ook zijn er foto's gemaakt van de tassen waar de spullen in gestopt waren. Ook deze zitten bij de aangifte. Deze tassen waren ook uit onze winkel gehaald. Op de camera hebben we het volgende achteraf gezien. Ze komen aan het eind van de ochtend apart de winkel binnen. De twee mannen zonder kar en de vrouw met kar. Ze werken in de winkel onafhankelijk van elkaar. Een man draait o.a. de scheermesjes van de anti-diefstalhaken. De vrouw duwt in het koffiepad koffie in de tas.
Man en vrouw samen stoppen shampoo en andere producten in de tas. In de tassen o.a. tandenborstels, nicotinepleisters, pampers, deo, babyvoeding, babydoekjes en heel veel shampoo. De waarde in de tas € 580.00.
Signalement verdachten
Verdachte 1: man, tussen 165 en 170 cm, tussen 25 en 35 jaar, blank uiterlijk, normaal postuur, zwart haar. Verdachte 2: man, tussen 170 en 180 cm, tussen 35 en 45 jaar, Zuid-Europees uiterlijk, normaal postuur, grijs/peper-zoutkleurig haar. Verdachte 3: vrouw, tussen 150 en 160 cm, tussen 30 en 42 jaar, Zuid-Europees uiterlijk, normaal postuur, zwart haar.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 20 juli 2018, opgenomen op pagina 383 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
Op woensdag 06 juni 2018 ontving ik een terugbelverzoek van de bedrijfsleider van [benadeelde partij 2] Selwerd welke is gevestigd aan de [adres 17] te Groningen. De bedrijfsleider is genaamd [aangever 7] . Hij vertelde mij telefonisch dat hij op dinsdag 05 juni 2018 omstreeks 16:00 uur, 3 Roemenen in de winkel had gehad. Zij kwamen om de beurt binnen, eerst 1 vrouw en toen 2 mannen. Ze liepen langs de groenteafdeling en pakten vervolgens een tas van de [benadeelde partij 2] . Ze vulden de tas vervolgens met tandpasta, scheermesjes, babyvoeding, nicotinepleisters en koffie. De werknemers vertrouwden dit niet en hielden het 3-tal in de gaten. Hierop voelden de 3 personen waarschijnlijk nattigheid en hebben de tas
laten staan en vertrokken ieder apart uit de winkel langs de kassa. De goederen hadden een waarde van ongeveer 600 euro maar zijn dus niet weggenomen.
[aangever 7] heeft foto’s van de verdachten ge-upload naar de politie om bij het onderzoek
te voegen. Dit betreft de poging diefstal in [benadeelde partij 2] Selwerd, gevestigd aan de
[adres 17] te Groningen.
Er werd op 25 juni 2018 aangifte gedaan via internet in 2018161716. De foto’s zijn bij dit proces-verbaal gevoegd. Op dinsdag 19 juni 2018 screende ik een aangifte ven winkeldiefstal van [benadeelde partij 2] [adres 16] . Ik herkende het omschreven signalement van een 3-tal verdachten. Dit signalement kwam overeen met het signalement van de verdachten in 2018161716, de poging winkeldiefstal in [benadeelde partij 2] Selwerd.
Bij de aangifte waren bewegende beelden geleverd door de aangever, ik zag op deze beelden dat het inderdaad dezelfde personen betrof als de drie verdachten die op de foto’s stonden afgebeeld bij de poging winkeldiefstal in [benadeelde partij 2] Selwerd.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 12. ten laste gelegde
Verdachte heeft ter zitting aangegeven dat zij zichzelf herkent op de foto van pagina 385 in het procesdossier. Dit is een foto van de vrouwelijke verdachte, aangeleverd door [aangever 7] van [benadeelde partij 2] Selwerd, gevoegd als bijlage bij bovengenoemd proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 10] . Uit de aangifte blijkt dat een Roemeense vrouw en twee Roemeense mannen apart van elkaar de winkel binnenkomen. Een man draait onder andere de scheermesjes van de anti-diefstalhaken. De vrouw duwt in het koffiepad koffie in de tas. De man en vrouw stoppen samen shampoo en andere producten in de tas. Deze tassen komen uit de winkel. Ze krijgen in de gaten dat ze door winkelpersoneel worden geobserveerd. De winkelwagen (met een Roemeens muntje) blijft in de winkel staan. Ze verlaten vervolgens apart van elkaar de winkel zonder iets te betalen.
Verbalisant [verbalisant 10] heeft beschreven dat hij de aangifte van de [benadeelde partij 2] aan het [adres 16] heeft gescreend. Bij die aangifte zijn beelden gevoegd en verbalisant ziet op de beelden dat het dezelfde personen betreft als de drie verdachten die op de foto's stonden bij de poging winkeldiefstal [benadeelde partij 2] Selwerd.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachte de uiterlijke verschijningsvorm hebben van een begin van uitvoering van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi. De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander het ten laste gelegde heeft begaan.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte geen beroep op vrijwillige terugtred toekomt. Verdachte heeft immers de winkel verlaten nadat zij (en haar medeverdachten) door hadden dat ze geobserveerd werden. Naar het oordeel van de rechtbank is deze omstandigheid, die de beslissing om weg te gaan in overwegende mate heeft bepaald, een omstandigheid buiten de dader zelf gelegen
.De terugtred van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank derhalve niet vrijwillig geweest, zodat een beroep op de omstandigheid als bedoeld in artikel 46b van het Wetboek van Strafrecht faalt.
feit 13
1. De door verdachte ter zitting van 26 maart 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
U toont mij pagina 417 van het proces-verbaal van politie. Ik herken mijzelf op die foto als de vrouw met de donkere schoudertas.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juli 2018, opgenomen op pagina 123 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [aangever 8] :
Ik doe aangifte van winkeldiefstal, gepleegd op dinsdag 3 juli 2018 tussen 20.14 uur en 20.25 uur in supermarkt [benadeelde partij 2] , gevestigd te 8932ND Leeuwarden, [adres 11] . Ik ben gerechtigd om namens de hiervoor genoemde supermarkt aangifte te doen.
Op woensdag 11 juli 2018, deelde de bedrijfsleider, dhr. [aangever 9] mij mee dat hij gebeld was door de politie van basisteam Leeuwarden. De medewerker van de politie had hem verteld dat er goederen waren gestolen, vermoedelijk bij een [benadeelde partij 2] in Leeuwarden.
De medewerker van de politie vroeg of hij op onderzoek kon uitgaan of er mogelijk iets bij hen uit de winkel gestolen was. Dit zou gaan om cosmetica artikelen. De bedrijfsleider gaf mij aan dat hij meerdere lege vakken aantrof in de winkel. Dit betroffen de vakken van cosmetica artikelen. Hierop had hij de camerabeelden van genoemde winkel bekeken. Hij zag op beelden dat er een vrouw met een zwarte schoudertas te 20.14 uur bij het schap van de cosmetica artikelen staat. Vervolgens pakte deze vrouw artikelen uit de verpakking en stopt deze in een [benadeelde partij 2] tas. Te 20.16 uur, komt een man met een kar erbij. Deze zet de tas in de kar. Vervolgens haalt men gezamenlijk meerdere goederen uit de cosmetica schappen. Vervolgens te 20.24 uur, loopt de vrouw langs de kassa. Te 20.24.56 loopt de man langs de kassa. De bedrijfsleider gaf mij op dat er voor een totaalbedrag van 1190,09 Euro aan cosmetica goederen waren weggenomen. Dit zou gaan om verschillende goederen, onder andere: tandpasta, shampoos etc.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2018, opgenomen op pagina 405 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 11] :
Op donderdag 19 juli 2018 heb ik de aanwezige camerabeelden bekeken van supermarkt [benadeelde partij 2] , gevestigd aan [adres 11] te Leeuwarden. De beelden zijn van dinsdag 3
juli 2018 tussen 20.14 en 20.25 uur. Tussen dat tijdstip zou er voor een groot bedrag aan cosmetica spullen zijn gestolen door in ieder geval 2 personen.
De aangegeven datum en tijdstip op de camerabeelden komen overeen met de daadwerkelijke tijd. Op de beelden is het volgende te zien:
Camera 2: Drogmetica uit:
20.14.59 uur tot 20.16.21 uur
Een vrouw, welke ik herken als zijne [verdachte] , loopt het pad van de cosmetica in en verschijnt in het zicht van de camera.
De vrouw kan ik als volgt omschrijven en zal verder met [verdachte] worden aangegeven: [verdachte] draagt om haar rechterschouder een zwartkleurige schoudertas. In haar linkerhand draagt zijn een plastic blauwkleurige tas, die ik herken als zijnde een tas van supermarkt [benadeelde partij 2] . De linker onderarm van [verdachte] is voorzien van een wit kleurig verband/gips. Ze draagt een zwart met wit kleurige blouse, zwarte lange broek. Blauwe sportschoenen merk Nike voorzien van een witte zool, heeft zwart haar, draagt dit in een knotje, Ze heeft een getinte huidskleur.
[verdachte] pakt met haar rechterhand een witkleurig vierkant product uit het schap. Ze opent deze en pakt het product uit de verpakking. Daarna stopt ze deze met haar rechterhand in een blauwe [benadeelde partij 2] tas die ze aan haar linkerhand heeft. Daarna doet ze de verpakking weer dicht en legt deze terug in het schap achterin. Daarna pakt ze een nieuw vierkant wit product uit het schap. Ze bekijkt deze en zet hem weer terug in het schap. [verdachte] loopt het pad verder in en bekijkt ondertussen een aantal goederen en legt deze ook weer terug in het schap.
20.16.22 uur tot 20.16.35 uur
Een man verschijnt rechts onder in het beeld van de camera. Ik herken deze man als zijnde [medeverdachte] . [medeverdachte] loopt in de richting van [verdachte] het pad in. [medeverdachte] heeft een winkelwagen bij zich. Aan de kant waar hij de wagen vast houdt heeft hij aan de wagen een zwartkleurige rugzak. De rugzak is voorzien van bruine strepen. Te zien is dat de tas plat staat en vermoedelijk leeg is. [medeverdachte] loopt naar [verdachte] toe. [verdachte] loopt naar [medeverdachte] toe. [verdachte] pakt de achterkant van de winkelwagen vast met haar linkerhand. [verdachte] doet haar blauwe tas en zwarte schoudertas in de winkelwagen.
20.17.15 uur tot 20.17.30 uur
[medeverdachte] pakt met zijn rechterhand 2 à 3 witkleurige goederen uit het schap. Deze goederen worden in de winkelwagen gelegd. Vermoedelijk in de zwarte schoudertas.
[verdachte] helpt met het erin doen van de goederen in een van de 2 tassen in de winkelwagen.
20.17.32 uur tot 20.17.36 uur
[medeverdachte] pakt met zijn rechterhand een onbekend aantal goederen uit het schap. Hij stopt deze goederen in de winkelwagen in vermoedelijk 1 van de 2 tassen die er in staan.
20.18.02 uur:
[medeverdachte] pakt met zijn rechterhand weer een onbekend aantal witkleurige goederen uit het schap. De goederen worden in de winkelwagen gedaan.
20.18.11 uur tot 2018.25 uur:
[medeverdachte] pakt met zijn rechterhand een onbekend aantal zwartkleurige goederen uit het schap. [verdachte] pakt ook een onbekende hoeveelheid goudkleurige producten uit het schap met haar rechterhand. Ze stopt deze in 1 van de 2 tassen in de winkelwagen. [medeverdachte] gaat voor 2e keer met zijn arm naar het schap en pakt een onbekend aantal goederen uit het schap. Hij stopt deze goederen ook in de winkelwagen. [verdachte] pakt met haar rechterhand ook een onbekend aantal producten uit het schap en doet deze in de winkelwagen. Hierna pakt [medeverdachte] met zijn rechterhand een onbekend aantal producten uit het schap en doet deze in de winkelwagen.
20.18.28 uur:
[verdachte] pakt met haar rechterhand weer een goed uit het schap. Ze stopt het in 1 van de tassen in de winkelwagen.
20.18.36 tot 20.18.39:
[medeverdachte] pakt met zijn rechterhand weer een onbekend aantal witkleurige goederen uit het schap. Hij stopt ze in een van de tassen in de winkelwagen.
20.18.45 uur tot 20.19.05:
[medeverdachte] pakt met rechterhand weer een onbekend aantal roze kleurige goederen uit het schap. Hij stopt ze het in een van de tassen in de winkelwagen. Dit doet hij 4x. [verdachte] pakt met rechterhand een onbekend aantal roze kleurige goederen uit het schap. Zij stopt ze in een van de tassen in de winkelwagen
20.19.38 uur:
[verdachte] bekijkt enkele producten en zet deze ook weer terug in het schap. [medeverdachte] pakt met zijn rechterhand 3 zwartkleurige goederen uit het schap. Hij stopt de producten in de rugzak die aan winkelwagen hangt.
20.19.51 uur:
[medeverdachte] pakt met rechterhand een onbekend aantal zwartkleurige goederen uit het schap. Hij stopt ze in de rugzak die aan de winkelwagen hangt.
20.20.04 uur tot 20.20.46 uur:
[medeverdachte] gaat met rechterhand naar het bovenste schap en maakt een draaiende beweging met zijn hand, Op enig moment pakt hij een goed uit stelling en legt deze even opzij. Hij doet dit in totaal 5x . Daarna pakt hij 5 producten uit het schap en doet deze in zijn rugzak die aan de winkelwagen hangt. [verdachte] bekijkt ondertussen een aantal producten en ruikt er ook aan.
20.21.03 uur:
[medeverdachte] gaat met zijn rechterhand naar het bovenste schap en maakt een draaiende beweging met zijn hand. Hij pakt een goed uit stelling en legt deze in zijn rugzak die aan de winkelwagen hangt.
20.21.15 uur:
[verdachte] gaat met rechterhand naar het bovenste schap en maakt een draaiende beweging. Ze pakt een goed uit stelling en geeft deze aan [medeverdachte] die het product in zijn rugzak doet die aan de winkelwagen hangt.
20.21.40 uur:
[verdachte] pakt haar zwarte schoudertas uit de winkelwagen en hangt deze om haar linkerschouder.
20.21.41 uur tot 20.22.00 uur:
[verdachte] wijst met haar rechtervinger nog even naar het schap. [medeverdachte] pakt met zijn rechterhand een onbekend aantal witkleurige goederen uit het schap en doet deze in zijn rugzak die aan de winkelwagen hangt. Dit doet hij 2 keer.
20.22.18 uur tot 20.23.40 uur:
[medeverdachte] pakt met zijn rechterhand een onbekend aantal donkerroze kleurige goederen uit het schap. Hij stopt deze in zijn rugzak die aan de winkelwagen hangt. Dit doet hij 8 keer in totaal. Per keer pakt hij mogelijk 2 a 3 goederen. Als hij de goederen gepakt heeft rommelt hij wat aan de rugzak. Het is niet te zien wat hij dan exact doet.
20.23.51 uur.
[medeverdachte] loopt met de winkelwagen in zijn handen weg van [verdachte] in de richting van de camera toe. Te zien is dat er geen producten in de winkelwagen los zitten. Verder is te zien dat de blauwe [benadeelde partij 2] tas zeker voor de helft leeg is. Dit is haast onmogelijk gezien de hoeveelheid producten er uit de schappen zijn gepakt en in de winkelwagen zijn gedaan. [medeverdachte] verdwijnt links onder in het beeld uit het zicht van de camera. [verdachte] verdwijnt rechts boven in beeld uit het zicht van de camera.
Camera Kassa: 1 Bandkassa 1 + 2:
20.23.59 uur tot 20.24.32 uur:
[verdachte] verschijnt in het midden, boven, in het beeld van de camera. Ze loopt in de richting van de kassa. Ze loopt de rij klanten voorbij en loopt langs de kassa’s zonder een product af te rekenen. Als ze langs de kassa loopt kijkt ze naar beneden. Om haar linkerschouder (rechts op camera) draagt zij een zwarte schoudertas. Haar linker onderarm zit in het verband/gips.
20.24.50 uur tot 20.24.58 uur:
[medeverdachte] verschijnt recht boven in het beeld van de camera. Hij heeft een zwartkleurige rugzak op zijn rug. Deze tas zat eerder aan de winkelwagen vast waar hij mee in de winkel liep. [medeverdachte] loopt links af in de richting van de kassa 1 en 2. Hij loopt langs rij klanten en loopt langs de kassa zonder een product af te rekenen. Als hij langs de kassa loopt heeft hij een zwartkleurig voorwerp lijkend op een portemonnee in zijn linkerhand (rechts gezien vanaf de camera) . Hij opent het voorwerp en stopt er iets onbekends in. Daarna loopt hij naar recht en verdwijnt links uit het beeld van de camera. Te zien is dat de rugzak die hij op zijn rug heeft bol staat en dus vol zit met goederen die hij eerder in de winkelwagen heeft gestopt.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 13. ten laste gelegde
Verdachte heeft ter zitting aangegeven dat zij zichzelf herkent op de foto van pagina 417 in het procesdossier. Dit betreft een zogenaamde ‘still’ van de beschreven camerabeelden. Op de foto is een vrouw te zien met een grote schoudertas en de linker arm in gips of wit verband. In het proces-verbaal bevindingen camerabeelden is een uitvoerige beschrijving van de handelingen opgenomen. Verbalisant geeft aan dat zij de beide verdachten herkent als verdachte [verdachte] en de medeverdachte [medeverdachte] .
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachte de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi. De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander het ten laste gelegde heeft begaan.
feit 14
1. De door verdachte ter zitting van 26 maart 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
U toont mij pagina 447 van het proces-verbaal van politie. Ik herken mijzelf op die foto als de vrouw op de voorgrond.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 juli 2018, opgenomen op pagina 136 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [aangever 10] :
Ik ben namens het slachtoffer gerechtigd tot het doen van aangifte. Ik ben assistent supermarktmanager van de [benadeelde partij 2] op [adres 12] in Zeist. Op donderdag 21 juni 2018 omstreeks 16:30 uur heeft een medewerker van mij tellingen uitgevoerd in de winkel, met name bij de diefstal gevoelige producten. Alle schappen waren bijgevuld en het was duidelijk wat onze voorraad was. Onder andere de tandpasta, scheermesjes en opzettandenborstels waren gevuld en geteld. Op vrijdag 22 juni 2018 om 08:00 uur in de ochtend ontdekt een medewerker dat er bij diverse goederen grote aantallen verdwenen zijn. Het was nog mogelijk dat dit allemaal verkocht zou zijn, maar na controle in ons systeem blijkt dat er veel goederen gestolen zijn. Hij vertelde mij dat het schap van de scheermesjes leeg was en is de camerabeelden gaan terugkijken.
Ik heb de camerabeelden veilig gesteld en geef deze aan de politie om onderzoek te doen naar de verdachte. Op beeld staat dat er een man en vrouw de winkel binnenkomen omstreeks 16.58 uur. Ik heb gezien dat de personen door de winkel lopen en gedurende een half uur diverse goederen in hun tassen stoppen. Ze stelen zo 'n 14 potten oploskoffie, 31 tubes tandpasta, diverse opzetborstels voor tandenborstels en enkele scheermessen. Ik denk dat ze voor ongeveer 450 euro aan goederen hebben gestolen. Op de bijgeleverde beelden staat precies hoe deze personen te werk gaan. De vrouw verlaat met een gevulde tas de winkel nadat zij om 17:10 uur bij kassa 2 thee biscuit en een plastic tas afrekent á 0,61 euro. Zij betaalde contant.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juli 2018, opgenomen op pagina 440 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 12] :
Ik bekeek de camerabeelden welke vrijwillig ten behoeve van het onderzoek door de manager van de [benadeelde partij 2] beschikbaar waren gesteld. Deze beelden stonden op een USB stick. Hier stonden 7 videobestanden op.
Bij de aangifte zit ook een overzicht met op welke camera en tijdstip de daders te zien zijn. Een kopie hiervan wordt bij het proces verbaal van bevindingen gevoegd.
Bestand [benadeelde partij 2] 8758-Zeist-20180522 begintijd bestand 16:58.00 uur.
Ik zag dat om 16:58.07 uur een stel de winkel binnen kwam, dit betrof een man en een vrouw. Ik kan hun als volgt omschrijven:
Man: zigeuner uiterlijk, kort donker haar, fors/dik postuur, beige trui, zwart tasje kruislings over de borst, donkere broek spijker, zwarte sneakers met witte bies, leeftijd en lengte niet te schatten, winkelwagen bij zich met daar aan de voorkant een zwarte tas.
Vrouw: lang zwart haar in staart, zigeuner uiterlijk, normaal postuur, zwart vest met daaronder een groenig shirt, zwarte broek, blauwe sneakers, beige tas welke plat is bij binnenkomst, leeftijd en lengte niet te schatten.
Ik zag op camera 7 om 16:59 uur de man en vrouw in het drogmetica pad lopen. Ik zag dat de man wat uit het schap pakte en dit vervolgens in de zwarte tas die aan de voorzijde van de winkelwagen hing stopte. De vrouw pakte op dat moment de beige tas vast die zij in de winkelwagen had gelegd samen met een aantal plastic blauwe tassen van het merk [benadeelde partij 2] . Vervolgens verdwijnen ze samen geruime tijd uit beeld en bleef de winkelwagen staan.
Ik zag om 17:00.32 uur de man en vrouw op camera 16 door de winkel lopen.
Ik zag op camera 14 om 17:00.35 uur de man en vrouw door het pad lopen. Ik zag dat de vrouw meerdere goederen uit de schappen pakte en deze toch weer terugzetten. De man stond op dat moment met zijn rug naar de camera toe mogelijk om het beeld te blokken.
[benadeelde partij 2] 8758-Zeist-20l80622-01 begintijd bestand 17:01.46 uur
Ik zag op camera 14 de eerder omschreven vrouw lopen door het gangpad. De man was er op dat moment niet bij met de winkelwagen. Even later komt de man met de winkelwagen aanlopen en pakken de man en de vrouw meerdere goederen uit de schappen om deze in de plastic tas en beige tas te stoppen.
[benadeelde partij 2] 8758-Zeist-20180622-02, begintijd bestand 17:04.50 uur
Ik zag dat de er meerdere goederen werden overgezet van de tassen in de kar in de zwarte tas welke aan de voorzijde van de winkelwagen hing, 17:06.34 uur. Om 17:07.24 uur liepen de man en vrouw voorbij op camera 17. De man liep achter de kar en de vrouw liep iets voor hem uit met een blauwe [benadeelde partij 2] plastic tas in haar handen en de beige tas over haar linkerschouder.
Ik zag op camera 14 om 17:07.46 uur dat de beige tas fors gevuld was.
[benadeelde partij 2] 875B-Zeist-20180622-03, begintijd bestand 17:08.14 uur
Ik zag dat de man op camera 16 te zien was. Hij stond stil bij een stelling met schoonmaak/wasmiddelen. Ik zag dat hij meerdere flessen uit het schap pakte eraan rook om deze vervolgens weer terug te zetten, 17:08.25 uur. Ik zag dat de man om 17:09.39 uur een goed uit het schap pakte en deze in de blauwe plastic tas gooide die in de winkelwagen stond. Hierna pakte de man nog 8 keer goederen uit het schap en stopte deze allemaal in de blauwe plastic tas in de winkelwagen.
Ik zag dat de vrouw om 17:08.13 uur bij de kassa ging staan op camera 5 en één goed op de band legde samen met de plastic tas. Deze rekende zij af. Echter de goederen die in de beige tas aan haar linkerschouder zaten heeft zij niet afgerekend, 17:08.44 uur. Zij verlaat vervolgens de winkel.
[benadeelde partij 2] 8758-Zeist-20180622-04, begintijd bestand 17:11.38 uur
Ik zag op camera 9 om 17:13.59 uur de man in beeld en liep vervolgens naar de groenten afdeling camera 8. Ik zag dat de man om zich heen keek ter hoogte van de witlof en vervolgens goederen uit de blauwe plastic tas haalde en deze in de zwarte tas aan de voorzijde van de winkelwagen stoppen, 17:14.18 uur.
[benadeelde partij 2] 8758-Zeist-20180622-05, begintijd bestand 17:14.50 uur
Ik zag dat de man nog op de groenteafdeling stond ter hoogte van de witlof. Loopt vervolgens iets door richting de klaphekjes en stopt. De man haalde weer wat goederen uit de blauwe plastic tas en stopt deze in de zwarte tas welke voor aan de winkelwagen hangt. 17:15.04 uur.
[benadeelde partij 2] 8758-Zeist-20180622-06, begintijd bestand 17:18.06 uur
Ik zag op camera 6 om 17:21.34 uur de man met de winkelwagen in beeld komen; hij liep richting de kaarten en tijdschriften afdeling. Ik zag dat de man goederen uit het winkelwagentje pakte en deze in de zwarte tas aan de voorzijde van de winkelwagen stopte. Ik zag dat de man vervolgens de zwarte tas van de winkelwagen af haalde en deze over zijn linkerschouder hing. Hij liet het winkelwagentje midden in het gangpad staan en liep in de richting van de kassa.
[benadeelde partij 2] 8758-Zeist-20180622-07, begintijd bestand 17:21.45 uur
Ik zag dat de man de zwarte tas ook over zijn rechterschouder deed en bij de kassa ging staan op camera 6. Ik zag dat de man wat op de band legde bij de kassa en dit vervolgens afrekende. Eindtijd bestand 17:22.14 uur.
Uit het overzicht aangeleverd door de [benadeelde partij 2] begrijp ik dat de man om 17:22.47 uur de winkel heeft verlaten.
De gemaakte printscreens worden bij dit proces-verbaal van bevindingen gevoegd.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2018, opgenomen op pagina 461 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 12] :
Ik ontving op 7 augustus 2018 van collega Remco [verbalisant 13] . Hij gaf aan dat hij de verdachten uit dit onderzoek ook in een onderzoek bij hem in de regio naar voren kwamen. De verdachten zijn daar aangehouden en collega [verbalisant 13] heeft onderzocht of er nog meerdere zaken waren zij voor in aanmerking kwamen om deze bij zijn dossier te kunnen voegen.
Ik zag dat de identiteit bij hem was vastgesteld en dat deze personen in onze politiesystemen overeen kwamen met onze verdachten:
Vrouw : [verdachte] , [verdachte] geboren op [geboortedatum 1] 1971 te [geboorteplaats 2] .
Man : [medeverdachte] , [medeverdachte] geboren [geboortedatum 2] -1990 te Drobeta-Turnu Severin [geboorteplaats 2] .
Ik heb de beelden van de [benadeelde partij 2] aan [adres 12] te Zeist bekeken en herken deze twee personen 100 procent als de verdachten in ons onderzoek. Ik herken ze aan hun postuur, gezicht, haardracht.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 14. ten laste gelegde
Verdachte heeft ter zitting aangegeven dat zij zichzelf herkent op de foto van pagina 447 in het procesdossier. Dit betreft een printscreen van de beschreven camerabeelden. In het proces-verbaal bevindingen is aan de hand van de camerabeelden een uitvoerige beschrijving van de handelingen opgenomen. Verbalisant geeft in een ander proces-verbaal aan dat zij de beide verdachten herkent als verdachte [verdachte] en de medeverdachte [medeverdachte] .
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en de medeverdachte de uiterlijke verschijningsvorm hebben van het tezamen en in vereniging plegen van een winkeldiefstal. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking de overeenkomsten met de hiervoor onder de algemene overwegingen omschreven modus operandi. De rechtbank is daarom, mede op grond van wat hiervoor in algemene zin en ten aanzien van alle feiten tezamen is overwogen, van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander het ten laste gelegde heeft begaan.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht de feiten 1., 3., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12., 13. en 14. wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
zij op 3 juli 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan het [adres 1] nummer 66 heeft weggenomen een grote hoeveelheid pakken/potten koffie, toebehorende aan [benadeelde partij 1] ;
3.
zij op 29 juni 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 13] 9 heeft weggenomen een hoeveelheid levensmiddelen en cosmetica-artikelen (ter waarde van 249,71 euro), toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 3] ;
5.
zij op 3 juli 2018 te Leeuwarden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 14] nummer 168 weg te nemen een hoeveelheid goederen, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] , tezamen en in vereniging met haar mededader in dat winkelpand meerdere goederen uit de winkelvoorraad, in een tas (big shopper) heeft gestopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
zij op 29 juni 2018 te Stiens tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen een grote hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] ;
7.
zij op 30 juni 2018 te Joure tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 15] heeft weggenomen een grote hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] ;
8.
zij op 4 juli 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan het [adres 1] heeft weggenomen een grote hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] ;
9.
zij op 30 juni 2018 te Drachten tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan [adres 8] nummer 28 heeft weggenomen een grote hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] ;
10.
zij op 4 juli 2018 te Sneek tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 18] heeft weggenomen een grote hoeveelheid verpakkingen Pistache nootjes, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 4] ;
11.
zij op 22 mei 2018 te Groningen tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan het [adres 9] heeft weggenomen een hoeveelheid koffieproducten en babyverzorgingsproducten en drogisterij/cosmetica-artikelen, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] ;
12.
zij omstreeks 6 juni 2018 te Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 19] weg te nemen een grote hoeveelheid haarverzorgingsproducten en verpakkingen koffie en andere goederen van verdachtes en verdachtes medeverdachtes gading, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2]
,
tezamen en in vereniging met haar mededader, in dat winkelpand een grote hoeveelheid haarverzorgingsproducten en verpakkingen koffie en andere goederen in een tas hebben gedaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
13.
zij op 3 juli 2018 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 11] heeft weggenomen een grote hoeveelheid verzorgings/cosmetica-artikelen (onder meer mondverzorgingsartikelen en shampoos), toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] ;
14.
zij op 21 juni 2018 te Zeist tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand gelegen aan [adres 12] nummer 110 heeft weggenomen een hoeveelheid (oplos)koffie en tandpasta en opzetborstels en tandenborstels en scheermesjes, toebehorende aan winkelbedrijf [benadeelde partij 2] .
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
3. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
5. Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen.
6. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
7. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
8. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
9. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
10. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
11. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
12. Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen.
13. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
14. Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1., 2., 3., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12., 13. en 14. wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, zulks met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte bijna zeven maanden in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Gelet op de persoonlijke omstandigheden en het feit dat verdachte first offender is, heeft de raadsman verzocht een aanzienlijk deel voorwaardelijk op te leggen, zulks in combinatie met bijzondere voorwaarden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de door verdachte erkende ad informandum gevoegde feiten, die hiermee zijn afgedaan. Dit betreft twee winkeldiefstallen in vereniging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, gedurende een periode van ongeveer anderhalve maand schuldig gemaakt aan twaalf winkeldiefstallen en twee pogingen daartoe. Het ging hier om een ware strooptocht waarbij grote hoeveelheden goederen werden gestolen. Door diefstallen als deze wordt een enorme schade toegebracht aan de betreffende winkelketens en daarmee ook aan consumenten, aan wie naar valt aan te nemen die schade uiteindelijk in de verkoopprijzen van de producten wordt doorberekend. Kennelijk is verdachte naar Nederland gekomen met als enig doel hier diefstallen te plegen. Deze diefstallen en de modus operandi vertonen duidelijk kenmerken van mobiel banditisme, waarbij verdachte naar het oordeel van de rechtbank geen ondergeschikte rol heeft gespeeld. In het geval van mobiel banditisme is sprake van het doelbewust in georganiseerd verband in korte tijd in vele daarvoor speciaal uitgezochte winkels stelen van goederen om deze vervolgens in het buitenland te gelde te kunnen maken. Deze vorm van criminaliteit is daardoor niet te vergelijken met eenvoudige winkeldiefstal, hetgeen in de hoogte van de op te leggen straf tot uiting dient te komen. Een gevangenisstraf van aanzienlijke duur, waarbij de rechtbank als uitgangspunt neemt een maand per feit, is op zijn plaats.
Door de raadsman is betoogd dat verdachte als first offender moet worden beschouwd en om die reden matiging van de straf op zijn plaats is. De rechtbank deelt dit standpunt, gelet op de hoeveelheid feiten, niet. Gelet op die hoeveelheid en de aard van de feiten ziet de rechtbank in de persoonlijke omstandigheden van verdachte ook geen aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van veertien maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden is.
Inbeslaggenomen goederen
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een witte Samsungtelefoon, moet worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 2. en 4. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1., 3., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12., 13. en 14. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van veertien maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven telefoon, te weten een witte Samsung Gt-S7580 met serienummer R21F22V25TM.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A. Vlietstra, voorzitter, mr. M.B. de Wit en mr. H.G. Punt, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 april 2019.
Mr. De Wit en mr. Punt zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.