Op 19 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 24 september 2018 opzettelijk brand heeft gesticht in een woning in Westerwolde. De verdachte, geboren in 1966 en thans verblijvende in de Forensische Verslavingskliniek, heeft tijdens het verhoor gedetailleerd verklaard hoe hij de brand heeft aangestoken door open vuur in aanraking te brengen met een kussen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van vormverzuim en dat de bekennende verklaringen van de verdachte rechtmatig waren verkregen. De officier van justitie concludeerde tot bewezenverklaring van de brandstichting, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak op basis van een verhoorsituatie zonder rechtsbijstand. De rechtbank verwierp dit verweer en achtte de bekennende verklaringen geloofwaardig, ondersteund door andere bewijsmiddelen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 211 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling in een zorginstelling. De rechtbank hield rekening met de psychische toestand van de verdachte en de kans op recidive, en legde de straf deels voorwaardelijk op om herhaling te voorkomen.