ECLI:NL:RBNNE:2019:1601
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake bezwaarschriften DNA in strafzaken
Op 17 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een bezwaarschrift tegen de afname van DNA-materiaal van een veroordeelde. De klager was eerder veroordeeld tot 120 uren taakstraf, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, voor het medeplegen van het opzettelijk versperren van een openbare landweg en het wederrechtelijk dwingen van een ander. De officier van justitie had op basis van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden bepaald dat er celmateriaal van de klager moest worden afgenomen voor DNA-analyse. Het bezwaarschrift, ingediend op 11 maart 2019, richtte zich tegen deze beslissing en werd ontvankelijk verklaard.
Tijdens de behandeling van het bezwaarschrift op 27 maart 2019 heeft de raadsman van de klager aangevoerd dat de wettelijke eisen voor de afname van DNA-materiaal niet waren nageleefd. Het formulier voor de afname was niet correct ingevuld en ondertekend, wat volgens de verdediging leidde tot onrechtmatige verkrijging van het celmateriaal. De officier van justitie verdedigde de afname door te stellen dat de relevante onderdelen van het formulier abusievelijk niet waren aangekruist, maar dat de betrokken verbalisanten bevoegd waren om het celmateriaal af te nemen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de afname van celmateriaal een aanzienlijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer met zich meebrengt en dat er strikte waarborgen zijn die moeten worden nageleefd. Aangezien het formulier niet correct was ingevuld en ondertekend, was de rechtbank van oordeel dat niet voldaan was aan de vereisten van de Wet DNA-V en het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken. Daarom heeft de rechtbank het bezwaarschrift gegrond verklaard en bevolen dat het afgenomen celmateriaal onmiddellijk vernietigd moet worden.