Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter d.d. 2 april 2019
[A] ,
Procesverloop
Motivering
De feiten
:
€ 144,00(2 punten x tarief € 72,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze civiele zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. [A] aangeklaagd voor het betalen van parkeerkosten na het uitrijden van de parkeeraccommodatie zonder te betalen. De zaak betreft een geschil over de naleving van de algemene voorwaarden van Q-Park, waarin is bepaald dat een parkeervergoeding voorafgaand aan het verlaten van de parkeerfaciliteit moet worden voldaan. Op 9 juni 2018 heeft [A] gebruik gemaakt van de parkeeraccommodatie, maar is hij zonder betaling de parkeerplaats verlaten door direct achter een voorganger langs de slagboom te rijden, een handeling die in strijd is met de voorwaarden van Q-Park. Q-Park vorderde een bedrag van € 310,00, bestaande uit € 10,00 voor een verloren kaart en € 300,00 aan aanvullende schadevergoeding, plus wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q-Park voldoende bewijs heeft geleverd dat [A] de overeenkomst heeft geschonden door niet te betalen. [A] voerde aan dat hij niet de bestuurder was van de auto ten tijde van de overtreding, maar kon dit niet onderbouwen. De rechter oordeelde dat het verweer van [A] onvoldoende was en dat de vordering van Q-Park toewijsbaar was. De rechter heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van verzuim en de buitengerechtelijke kosten toegewezen op basis van de wettelijke staffel.
De kantonrechter heeft [A] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag van € 310,00, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten, en heeft de proceskosten aan de zijde van Q-Park begroot op € 349,21. Dit vonnis is uitgesproken op 2 april 2019.