ECLI:NL:RBNNE:2019:1375
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het vervoeren en pogen te dumpen van drugsafval en het voorhanden hebben van amfetamine
Op 4 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren en pogen te dumpen van een grote hoeveelheid drugsafval, afkomstig van de grootschalige productie van MDMA (XTC), en het voorhanden hebben van amfetamine. De verdachte, geboren in 1987, was bijgestaan door zijn advocaat mr. I. d'Hont, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. R.G. de Graaf. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid MDMA en het pogen te verbergen van sporen van het misdrijf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat hij drugsafval vervoerde en dat hij rekening moest houden met de mogelijkheid dat er ook MDMA aanwezig was. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen en sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, met een proeftijd van 3 jaar, en een onvoorwaardelijke taakstraf van 120 uur. De rechtbank motiveerde de straf door te wijzen op de ernst van het delict en de risico's voor het milieu en de volksgezondheid die het dumpen van drugsafval met zich meebrengt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar gemaakt op 4 april 2019.