ECLI:NL:RBNNE:2019:1321
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding voor ondergane vervangende hechtenis
Op 2 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een schadevergoeding vroeg op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) voor de schade die zij had geleden door ondergane vervangende hechtenis. Daarnaast vroeg zij om vergoeding van de kosten van bijstand door haar raadsvrouw op basis van artikel 591a Sv. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster afgewezen en haar niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank overwoog dat artikel 89 Sv enkel betrekking heeft op schade die is geleden door ondergane verzekering, klinische observatie of voorlopige hechtenis. De situatie van verzoekster, die ten onrechte vervangende hechtenis had ondergaan, valt hier niet onder. De rechtbank merkte op dat in de jurisprudentie enige compensatie mogelijk is op basis van het aantal resterende uren, maar aangezien verzoekster haar taakstraf volledig had afgerond, was deze optie niet meer beschikbaar. De rechtbank heeft de beslissing op een openbare zitting genomen, waarbij de officier van justitie en de raadsvrouw van verzoekster aanwezig waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek en heeft dit op 2 april 2019 openbaar uitgesproken.