ECLI:NL:RBNNE:2018:809
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van alle rechters in de Rechtbank Noord-Nederland
Op 19 februari 2018 heeft [verzoeker] een verzoek tot wraking ingediend van elke rechter in de Rechtbank Noord-Nederland, de rechterlijke macht en de rechtsstaat. De rechtbank heeft op 27 februari 2018 besloten dat deze beslissing vandaag wordt uitgesproken. In de beoordeling van het wrakingsverzoek wordt verwezen naar artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een partij een rechter kan wraken op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. Het subjectieve oordeel van de verzoeker is niet doorslaggevend.
De rechtbank merkt op dat het verzoek van [verzoeker] zich richt tegen een eerdere beslissing van de wrakingskamer, maar dat hiertegen geen rechtsmiddel openstaat. Daarnaast wordt gesteld dat een wrakingsgrond moet liggen in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Een algemeen gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht of de rechtsstaat is geen grond voor wraking. Daarom is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank besluit dat een behandeling ter zitting van het wrakingsverzoek niet nodig is, omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 februari 2018.