In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 februari 2018 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De verzoeker, aangeduid als [verzoeker], heeft verzocht om wraking van mr. E.Th.M. Zwart-Sneek, de rolrechter in een aanhangige kantonprocedure. De wraking is aangevraagd op basis van de stelling dat er geen sprake was van een eerlijke rechtsgang, omdat stukken zoek zouden zijn geraakt en de rechter uitspraak zou doen zonder beide partijen te horen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] voldoende gelegenheid heeft gekregen om zijn verweer in te dienen, inclusief meerdere uitsteltermijnen. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat er geen objectieve gronden zijn voor de vrees dat mr. Zwart-Sneek partijdig zou zijn. De beslissing van de rolrechter om de zaak voor vonnis te zetten werd als rechtvaardig beschouwd, en het wrakingsverzoek is afgewezen. De uitspraak benadrukt het recht op een eerlijke rechtsgang en de voorwaarden waaronder een rechter gewraakt kan worden.