ECLI:NL:RBNNE:2018:771
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opschorting van derdenbeslag op inkomen in het kader van wettelijke schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft verzoeker, bijgestaan door G. Benedictus, een verzoek ingediend tot het opschorten van het door De Friesland Zorgverzekeraar gelegde derdenbeslag op zijn inkomen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een aanvraag voor toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 9 februari 2018 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker heeft aangegeven dat de financiële problematiek en het beslag op zijn inkomen de uitvoering van het budget door de beschermingsbewindvoerder bemoeilijken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag op het inkomen van verzoeker niet in het belang van de gezamenlijke schuldeisers is, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft de gevraagde voorziening als spoedeisend beoordeeld en heeft besloten het beslag te schorsen in de zin van artikel 301 lid 2 van de Faillissementswet. De beslissing houdt in dat de werkgever van verzoeker geen gelden onder zich hoeft te houden en het loon aan verzoeker moet uitbetalen zonder inhouding of reservering wegens het beslag. Deze voorlopige voorziening blijft van kracht totdat de rechtbank een definitieve beslissing heeft genomen op het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.