ECLI:NL:RBNNE:2018:658

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 februari 2018
Publicatiedatum
27 februari 2018
Zaaknummer
18/830371-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zedendelicten, mishandeling en verboden wapenbezit door verdachte tegen kwetsbare meisjes

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 23 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan vier ernstige zedendelicten, mishandeling en verboden wapenbezit. De verdachte, geboren in 1971 en thans gedetineerd in PI Leeuwarden, heeft jonge, kwetsbare meisjes, die in een jeugdinstelling verbleven, gedwongen tot seks door hen onder andere drank en drugs te geven en hen onderdak te verlenen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en TBS met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de door de verdediging gevoerde verweren over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de slachtoffers verworpen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de slachtoffers onder invloed van drank en drugs waren en dat dit hun verklaringen beïnvloedde. De rechtbank heeft ook de ernst van de feiten en de kwetsbare positie van de slachtoffers in aanmerking genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft eerder soortgelijke feiten gepleegd en de rechtbank achtte het noodzakelijk om TBS op te leggen om de veiligheid van anderen te waarborgen. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen voor immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830371-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 februari 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [straatnaam] ,
thans gedetineerd te PI Leeuwarden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
9 februari 2018.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.M. Steller en mr. S.J. Römer, advocaten te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door
mr T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 9 oktober 2016, in de gemeente Groningen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) [slachtoffer 1] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn penis in de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht, althans laten duwen en/of brengen,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 1] , en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 1] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 1] verkeerde, en/of
  • die [slachtoffer 1] (gedurende langere tijd) te voorzien van (gratis) alcohol en/of weed en/of hash, in elk geval softdrugs, en/of
  • die [slachtoffer 1] onderdak te verlenen, althans haar in zijn woning te laten verblijven, en/of
  • de zwangerschap van die [slachtoffer 1] ,
en/of
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 1] geen, althans (te) weinig, weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden, immers heeft hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 1] geslagen en/of bij de strot/keel gepakt en/of vastgeklemd tijdens de seks en/of dreigend tegen haar gezegd: "Ik laat je verdwijnen, dat heb ik ook met andere meisjes gedaan. Ik schiet je af" en/of "Ik snij je vinger af" en/of “Ik knip je haar af”, althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
2.
hij op of omstreeks 10 oktober 2016, in de gemeente Groningen,
[slachtoffer 1] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
immers heeft hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht, althans laten duwen en/of brengen,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 1] , en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 1] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 1] verkeerde, en/of
  • die [slachtoffer 1] gedurende langere tijd te voorzien van (gratis) alcohol en/of weed en/of hash, in elk geval softdrugs, en/of
  • die [slachtoffer 1] onderdak te verlenen, althans haar in zijn woning te laten verblijven, en/of
  • de zwangerschap van die [slachtoffer 1] ,
en/of
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 1] geen, althans (te) weinig, weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden, immers heeft hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 1] geslagen en/of (bij de strot/keel) vastgepakt en/of bij/aan haar haren vastgepakt en/of getrokken en/of (dreigend) tegen haar gezegd: "Je moet niet zo brutaal doen, je moet gewoon luisteren" en/of "Als je kunt jatten dan kun je dit ook" en/of "Ik heb zin in seks, jij gaat bovenop" en/of "Kijk mij aan en zeg dat je nooit meer gaat stelen", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
3.
hij op of omstreeks 10 oktober 2016 te Groningen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar in/tegen het gezicht althans op/tegen haar hoofd en/of hals te slaan;
4.
hij in of omstreeks de periode van 13 tot en met 30 september 2016, in de gemeente Groningen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) [slachtoffer 2] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht, en/of zijn penis in de vagina en/of in de mond van die [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 2] , en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 2] zich ten opzichte van verdachte bevond en die was ontstaan uit/door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 2] verkeerde, en/of
  • die [slachtoffer 2] (gedurende langere tijd) te voorzien van (gratis) weed en/of hash, in elk geval softdrugs, en/of sigaretten, en/of
  • die [slachtoffer 2] onderdak te verlenen, althans haar in zijn woning te laten verblijven,
en/of
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 2] geen, althans (te) weinig, weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden, immers heeft hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 2] op het/een bed getrokken en/of de kleren van die [slachtoffer 2] uitgetrokken en/of die [slachtoffer 2] vastgehouden en/of omklemd, en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot en met 10 oktober 2016, in de gemeente Groningen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2003) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] ,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 3] geduwd en/of gebracht, en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] geduwd en/of gebracht,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 3] , en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 3] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 3] verkeerde, en/of
  • die [slachtoffer 3] (gedurende langere tijd) te voorzien van (gratis) weed en/of hash, in elk geval softdrugs en/of alcohol, en/of
  • die [slachtoffer 3] onderdak te verlenen, althans haar in zijn woning te laten verblijven,
en/of
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 3] geen, althans (te) weinig, weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden, immers heeft hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 3] vastgepakt en/of op het/een bed getrokken/getild/geduwd en/of de broek, althans kleding, van die [slachtoffer 3] uitgetrokken en/of die [slachtoffer 3] vastgehouden/geklemd en/of (dreigend) tegen die [slachtoffer 3] gezegd: "Kijk mij aan" en/of "Ik trap je achter de ramen, je moet luisteren anders maak ik je familie dood" en/of "Ik neuk je, als je het niet doet dan weet je wat er met je gebeurd", en/of "Je gaat nu luisteren en anders weet je wel wat er met je gaat gebeuren", althans woorden van gelijke dreigende en/of dwingende aard of strekking, en/of het hoofd en/of de handen van die [slachtoffer 3] vastgepakt en/of die [slachtoffer 3] op haar rug geduwd, en/of die [slachtoffer 3] bij de keel vast gegrepen/gepakt, en/of de (kamer)deur op slot gedaan, en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar en/of bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot en met 10 oktober 2016, in de gemeente Groningen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2003, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] ,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 3] geduwd en/of gebracht, en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] geduwd en/of gebracht;
6.
hij in of omstreeks de periode van 22 september 2016 tot en met 5 oktober 2016, in de gemeente Groningen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum] 1999) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] ,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 4] geduwd en/of gebracht,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 4] , en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 4] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 4] verkeerde, en/of
  • die [slachtoffer 4] te voorzien van (gratis) alcohol en/of weed en/of hash en/of XTC/MDMA, in elk geval drugs, en/of
  • die [slachtoffer 4] onderdak te verlenen, althans haar in zijn woning te laten verblijven,
en/of
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 4] geen, althans (te) weinig, weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden, immers heeft/is hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 4] bij haar arm(en) en/of elders bij haar lichaam vastgepakt en/of (stevig) vastgehouden en/of de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 4] uitgetrokken en/of op/over die [slachtoffer 4] heen gaan liggen en/of tegen die [slachtoffer 4] gezegd: "Je moet stil zijn" en/of "Jij bent klaargekomen, dan moet je mij ook helpen" en/of "Draai je om" en/of "Ik ben je vriendje, je moet lief voor mij zijn, jij moet mij ook wat geven, ik zorg toch voor je", althans woorden van gelijke (dreigende/dwingende) aard of strekking, en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 4] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar en/of bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 22 september 2016 tot en met 5 oktober 2016, in de gemeente Groningen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) door giften of beloften van geld of goed of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding,
te weten het (gratis) verstrekken van alcohol en/of weed en/of hash en/of XTC/MDMA, in elk geval drugs, aan [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] 1999, en/of het (relatief) grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 4] en/of de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 4] zich ten opzichte van verdachte bevond en die was ontstaan uit/door de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 4] verkeerde en/of door die [slachtoffer 4] onderdak te verlenen, althans haar in zijn, verdachtes, woning te laten verblijven,
[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] 1999, van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen van hem, verdachte,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 4] geduwd en/of gebracht;
7.
hij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2016 tot en met 10 oktober 2016, in de gemeente Groningen,
met [slachtoffer 5] , van wie hij, verdachte, wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5] , te weten het brengen en/of duwen van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen, en/of de anus van die [slachtoffer 5] ;
8.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 12 oktober 2016, in de gemeente Groningen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedatum] 2000) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 6] ,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn penis en/of vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 6] geduwd en/of gebracht,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 6] , en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 6] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 6] verkeerde, en/of
  • die [slachtoffer 6] te voorzien van (gratis) sigaretten en/of drugs en/of geld en/of alcohol, en/of
  • die [slachtoffer 6] onderdak te verlenen, althans haar in zijn woning te laten verblijven,
en/of
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 6] geen, althans (te) weinig, weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden,
immers heeft hij, verdachte (onder meer)
tegen die [slachtoffer 6] (dwingend) gezegd dat ze naast hem moest komen zitten en/of moest gaan liggen en/of onverhoeds zijn, verdachtes, hand in de broek van die [slachtoffer 6] gedaan en/of (dreigend/dwingend) tegen die [slachtoffer 6] gezegd: "Jij moet het met mij doen anders gebeurt er iets met je want ik heb een pistool" en/of "Onthou dit goed, als jij dit tegen iemand vertelt komt ik er wel achter, je moet geen bullshit lullen, anders gebeurt er iets met jou" en/of "Je moet het nu doen, we gaan neuken" en/of "Je wilt toch niet in problemen raken met de politie" en/of "Dit hoeft toch niemand te weten, je krijgt ook alles van mij" en/of "Morgen kom je weer", althans woorden van gelijke dreigende en/of dwingende aard of strekking, en/of die [slachtoffer 6] een pistool en/of een (zak)mes getoond en/of die [slachtoffer 6] (bij de arm(en)) vastgepakt en/of de(broek)riem van die [slachtoffer 6] losgemaakt en/of die [slachtoffer 6] (terug)geduwd en/of de telefoon van die [slachtoffer 6] afgepakt en/of weggegooid en/of de (kamer)deur op slot gedaan en/of de gulp van de broek van die [slachtoffer 6] opengemaakt en/of de broek en/of string, althans kleding, van die [slachtoffer 6] uitgetrokken, en/of de benen van die [slachtoffer 6] uit elkaar geduwd, en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 6] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar en/of bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 12 oktober 2016, in de gemeente Groningen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) door giften of beloften van geld of goed of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding,
te weten het (gratis) verstrekken van sigaretten en/of drugs en/of geld aan [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] 2000, en/of het (relatief) grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 6] en/of de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 6] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 6] verkeerde en/of door die [slachtoffer 6] onderdak te verlenen, althans haar in zijn, verdachtes, woning te laten verblijven,
[slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] 2000, van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen van hem, verdachte,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn penis en/of vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 6] geduwd en/of gebracht;
9.
hij in of omstreeks de periode van 1 tot en met 15 juli 2016, in de gemeente Groningen,
[slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum] 1999) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7] ,
immers heeft hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 7] geduwd en/of gebracht,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met
geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 7] , en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de (benevelde) toestand waarin die [slachtoffer 7] verkeerde, en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 7] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 7] verkeerde, en/of
  • die [slachtoffer 7] te voorzien van (gratis) weed en/of hash en/of speed/amfetamine en/of XTC/MDMA, in elk geval drugs, en/of alcohol, en/of
  • die [slachtoffer 7] onderdak te verlenen, althans haar in zijn woning te laten verblijven,
en/of
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 7] geen, althans (te) weinig, weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden,
immers heeft/is hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 7] vastgepakt en/of de broek en/of de onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 7] uitgetrokken en/of op/over die [slachtoffer 7] heen gaan liggen en/of het (linker)been van die [slachtoffer 7] omhoog gedrukt, en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 7] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar en/of bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 tot en met 15 juli 2016, in de gemeente Groningen,
door giften of beloften van geld of goed of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding,
te weten het (gratis) verstrekken van weed en/of hash en/of speed/amfetamine en/of XTC/MDMA, in elk geval drugs, en/of alcohol aan [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 1999, en/of het (relatief) grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 7] en/of de (benevelde) toestand waarin die [slachtoffer 7] verkeerde en/of de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 7] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan uit/door de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 7] verkeerde en/of door die [slachtoffer 7] onderdak te verlenen, althans haar in zijn, verdachtes, woning te laten verblijven,
[slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 1999, van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen van hem, verdachte,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 7] geduwd en/of gebracht;
10.
hij in of omstreeks de periode van 1 tot en met 10 oktober 2016 te Groningen
tezamen en in vereniging met een ander, of anderen, althans alleen
een of meer wapen(s) van categorie III, te weten een gasrevolver, en/of munitie
van categorie III, te weten 2 knalpatronen, voorhanden heeft gehad.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 4 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van aangeefster [slachtoffer 2] teveel inconsistenties bevatten om een basis te kunnen vormen voor een bewezenverklaring van verkrachting. Bovendien is er voor verkrachting onvoldoende steun vanuit andere bewijsmiddelen.
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1, 2, 3, 5 primair, 6 primair, 7, 8 primair, 9 primair en 10 ten laste gelegde gevorderd. De feiten 3 en 10 kunnen, zo heeft de officier van justitie gesteld, worden bewezen op grond van de bekennende verklaring van verdachte. Ten aanzien van de feiten 1, 2, 5, 7 en 9 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van de slachtoffers worden ondersteund door een of meer andere bewijsmiddelen. Ten aanzien van feit 6 heeft de officier van justitie aangevoerd dat de bewezenverklaring van verkrachting weliswaar op één bron, de verklaring van [slachtoffer 4] , is gebaseerd, maar dat er in ruim voldoende mate steun is voor deze verklaring. Daarbij heeft de officier van justitie genoemd het feit dat [slachtoffer 4] wordt aangetroffen in de woning van verdachte, de verklaring van [getuige 1] , de zuigzoen die door de politie wordt gezien en de opgelopen chlamydia. Daarnaast loopt de modus operandi als rode draad door het gehele dossier, hetgeen als schakelbewijs kan worden gezien. De officier van justitie heeft
- onder verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2017: 3118 - mede redengevend geacht de omstandigheid dat verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was, waarbij de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt. Ook ten aanzien van feit 8 heeft de officier van justitie gesteld dat gebruik kan worden gemaakt van schakelbewijs.
Standpunt van de verdediging
De raadslieden hebben zich ten aanzien van het bewijs met betrekking tot de feiten 3 en 10 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadslieden hebben betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 2, 4, 5 primair en subsidiair, 6 primair en subsidiair, 7, 8 primair en subsidiair en 9 primair en subsidiair ten laste gelegde. Zij hebben daartoe het volgende aangevoerd.
Het dossier bevat ten aanzien van de feiten 1 en 2 geen bewijs ter ondersteuning van de ingetrokken beschuldigingen van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft op 4 en 12 januari 2017 verklaard over een wraakactie jegens verdachte van haar en haar vriendinnen, [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 7] . Daarnaast heeft zij aangegeven dat zij de waarheid niet durft te vertellen omdat zij bang is dat haar vriendinnen dan boos op haar zullen worden. Gelet op deze expliciete verklaring kunnen de verklaringen die [slachtoffer 1] heeft afgelegd op 11 en 12 oktober 2016 en op 4 juli 2017, niet worden meegenomen voor het bewijs van de feiten 1 en 2, omdat zij onbetrouwbaar zijn. Wat dan overblijft zijn de verklaringen van [slachtoffer 2] , welke verklaringen wisselend, onderling tegenstrijdig en ongeloofwaardig zijn. Bovendien sluiten deze verklaringen niet aan bij hetgeen [slachtoffer 1] heeft verklaard.
Zelfs als de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wel betrouwbaar zou achten, dan worden hun verklaringen over die specifieke incidenten niet onderling ondersteund. Er is daarvoor ook geen ander objectief bewijs en volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] genoemde feiten en omstandigheden over de verkrachtingen vinden geen steun in ander bewijsmateriaal, wat maakt dat er geen wettig bewijs is.
Indien de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 1] d.d. 11 en 12 oktober 2016 en 4 juli 2017 wil gebruiken voor het bewijs, verzoekt de verdediging om [slachtoffer 1] als getuige te horen.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde zijn er naast de onbetrouwbare verklaringen van aangeefster [slachtoffer 2] geen bewijsmiddelen die de verklaringen over de ten laste gelegde verkrachting ondersteunen, zodat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 5 kan niet bewezen worden verklaard dat er seksuele handelingen tussen [slachtoffer 3] en verdachte hebben plaatsgevonden, die verdachte ook van het begin af aan heeft ontkend. De verklaringen van [slachtoffer 3] zijn wisselend en onderling tegenstrijdig. Bovendien past zij, net als [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , haar verklaring aan op het moment dat zij met tegenstrijdigheden wordt geconfronteerd. Daar komt bij dat [slachtoffer 3] vanwege geheugenproblemen inhoudelijk vrijwel niets over de incidenten kan verklaren. Hetgeen zij heeft verklaard komt bovendien niet overeen met de belastende verklaring van [slachtoffer 1] . Er zijn geen objectieve bewijsmiddelen die de verklaringen van [slachtoffer 3] ondersteunen, afgezien van meerdere de-auditu verklaringen die allemaal dezelfde bron hebben, namelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , terwijl juist die verklaringen onbetrouwbaar zijn.
Voor feit 6 dient een vrijspraak te volgen, zowel voor de primaire als de subsidiair ten laste gelegde variant. Verdachte heeft ontkend dat hij [slachtoffer 4] heeft verkracht of ontuchtige handelingen met haar heeft verricht in de zin van artikel 248a Sr. Daar komt bij dat er naast de verklaring van [slachtoffer 4] , die onbetrouwbaar moet worden geacht, geen objectief bewijsmiddel is. De aangifte van [slachtoffer 4] staat daarmee op zichzelf en wordt niet ondersteund.
Bij feit 7 is sprake van een aangeefster die zelf niets van een verkrachting kan herinneren en niet geloofde dat zij daadwerkelijk was verkracht door verdachte. Dit is haar verteld door haar vriendinnen. Diezelfde vriendinnen verklaren echter aan de politie dat er helemaal geen verkrachting zou hebben plaatsgevonden. Ook uit andere stukken blijkt niet dat er sprake is geweest van een verkrachting. De aangetroffen spermasporen van verdachte betekenen niet automatisch dat er ook een verkrachting heeft plaatsgevonden. Aangeefster [slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij op 9 augustus 2016 seks met verdachte heeft gehad. De afname van de zedenkit vond plaats op 11 augustus 2016. Het is moeilijk te geloven dat het spermaspoor van verdachte al die tijd op de billen van [slachtoffer 5] is achtergebleven. Gelet op haar verklaring dat zij op 11 augustus 2016 door drie andere mannen is verkracht en dat zij op één van die dagen gekotst heeft, zal [slachtoffer 5] zeker gedoucht hebben. Daar komt bij dat zij na de anale verkrachting door de drie andere mannen de opdracht had gekregen om zich schoon te vegen. [slachtoffer 5] heeft na deze verkrachting geen schone onderbroek aangetrokken, anders bevatte het geen sporen van verdachte. Er zijn echter tal van scenario's mogelijk met betrekking tot de vraag hoe de spermasporen van verdachte op de onderbroek die aangeefster droeg terecht zijn gekomen. Mogelijk heeft verdachte de onderbroek als handdoekje gebruikt om zichzelf af te vegen na de seks of masturbatie. Mogelijk was het een onderbroek van [slachtoffer 1] . Het is dan ook goed mogelijk dat het spoor op het lichaam van [slachtoffer 5] is terechtgekomen via secundaire overdracht.
Ten aanzien van feit 8 kan niet worden bewezen dat er sprake is geweest van seks tussen verdachte en [slachtoffer 6] . De verklaring van [slachtoffer 6] over de feiten en omstandigheden staat op zichzelf en vindt onvoldoende steun in ander bewijsmateriaal. Daar komt bij dat de verklaringen van [slachtoffer 6] wisselend en tegenstrijdig zijn en bovendien worden tegengesproken door haar vriendin, getuige [getuige 2] , en door de zich in het dossier bevindende WhatsApp-berichten. Ook het feit dat [slachtoffer 6] contact heeft gehad met [slachtoffer 1] komt niet ten goede aan de betrouwbaarheid van de verklaringen, gelet op het wraakplan waarover [slachtoffer 1] heeft verklaard. En tot slot maakt de boosheid die [slachtoffer 6] voelde toen zij vermoedde dat zij een soa had gekregen van verdachte, dat aan de verklaringen van [slachtoffer 6] moet worden getwijfeld. Er is geen bewijs voor de primair ten laste gelegde dwang. Bovendien is er geen sprake van misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht waardoor [slachtoffer 6] werd bewogen tot het plegen of dulden van ontucht. Volgens het subsidiair ten laste gelegde is hierbij van belang dat er sprake was van een afhankelijkheids-relatie, hetgeen niet dan wel onvoldoende blijkt uit het dossier.
Met betrekking tot feit 9 geldt ten aanzien van de verklaringen van [slachtoffer 7] hetzelfde als ten aanzien van de verklaringen van haar vriendinnen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . De verklaringen vertonen op het eerste gezicht gelijkenissen, maar die gelijkenissen zijn niet gevormd door waargenomen gedrag van verdachte maar door het plan van de meisjes. Zowel in hun eigen verklaringen als de verklaringen onderling, zitten grote verschillen op alle relevante onderdelen. Ook passen zij hun verklaringen aan aan elementen die hen worden voorgehouden. Voor verkrachting en ontucht ontbreekt het wettig en overtuigend bewijs.
Verder kan met betrekking tot de feiten 6 en 8 geen gebruik kan worden gemaakt van schakelbewijs, waarbij verwezen wordt naar het door de officier van justitie aangehaalde arrest van de Hoge Raad. De raadslieden hebben gesteld dat schakelbewijs er voor dient om een onbekende dader te identificeren. Om tot een bepaalde modus operandi te komen is het noodzakelijk dat het strafbare feit zelf en de wijze waarop dit zich voltrok al in een ander bewijsmiddel verankerd is. Als niet vast staat dat het feit gepleegd is, staat ook de modus operandi niet vast en daarom kan schakelbewijs slechts worden gebruikt voor het koppelen van een dader aan een daad, niet om de daad zelf te bewijzen. Ook wanneer de verklaringen van de meisjes zouden worden gevolgd, is er bovendien geen sprake van een voldoende individualiseerbare gelijkluidende modus operandi. Om te kunnen concluderen dat sprake is van een specifieke modus operandi is de blote gelijkenis tussen verschillende feitencomplexen niet voldoende. De belangrijke vraag is of de gedragingen van de specifieke dader van andere daders van soortgelijke feiten onderscheiden kunnen worden. Er kan hier niet worden geconcludeerd dat er sprake is van een specifieke werkwijze van verdachte. Dat het om jongere meisjes ging die bij verdachte over de vloer zouden komen, is in verkrachtingszaken niet dusdanig opvallend dat gesproken kan worden van een individualiseerbare modus operandi.
Met betrekking tot de ten laste gelegde verkrachtingen hebben de raadslieden, als algemeen (subsidiair) verweer, nog opgemerkt dat de Hoge Raad heeft bepaald dat een enkele afhankelijkheidsrelatie niet voldoende is voor een veroordeling voor artikel 242 Sr.
Het is vereist dat komt vast te staan dat het slachtoffer binnen die afhankelijkheidsrelatie door bepaalde gedragingen van de verdachte waardoor een bedreigende sfeer is ontstaan, is gedwongen de seksuele handelingen te ondergaan.
Oordeel van de rechtbank
Betrouwbaarheid van de verklaringen van slachtoffers
De rechtbank verwerpt de door de verdediging gevoerde verweren op het punt van de betrouwbaarheid van de verklaringen van de slachtoffers.
De rechtbank stelt voorop dat in de verklaringen inconsistenties en tegenstrijdigheden zijn te ontdekken. De rechtbank is echter van oordeel dat deze inconsistenties en tegenstrijdigheden de belangrijke kernpunten niet raken en niet maken dat aan de betrouwbaarheid van de verklaringen moet worden getwijfeld. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat bij het merendeel van de feiten sprake was van drank- en drugsgebruik en dat het bij feit 5 gaat om een meisje van 13 jaar, dat duidelijk moeite heeft om over seks te praten.
Met betrekking tot de verklaringen die [slachtoffer 1] op 4 en 12 januari 2017 heeft afgelegd, overweegt de rechtbank dat de door haar gevoelde loyaliteit ten opzichte van verdachte lijkt mee te spelen. Uit zich in het dossier bevindende tap-gesprekken [1] komt naar voren, dat zij gedurende die periode veelvuldig telefonisch contact heeft gehad met verdachte. Ook uit de verklaring van een begeleidster van [slachtoffer 1] blijkt dat [slachtoffer 1] nog contact heeft met verdachte, dat zij verdachte een paar keer in de gevangenis heeft bezocht en dat verdachte haar gouden bergen zou beloven. Zo zou verdachte met [slachtoffer 1] , die op dat moment zwanger is van verdachte, willen gaan samenwonen als hij weer vrij is. [2] Bovendien lijkt [slachtoffer 1] zich op 12 januari 2017 in te dekken tegen de aangifte die door een of meer andere slachtoffers tegen haar is gedaan of door haar verondersteld is te zijn gedaan. Zo verklaart [slachtoffer 1] dat zij door "die wijven" wordt beschuldigd van "wijvenhandel". De verklaringen van 4 en 12 januari 2017 maken daarom niet dat aan de betrouwbaarheid van de overige verklaringen van [slachtoffer 1] moet worden getwijfeld. De rechtbank wordt in deze opvatting gesterkt door de verklaring van [slachtoffer 1] die zij op 4 juli 2017 bij de rechter-commissaris heeft afgelegd, waarbij zij haar belastende verklaringen jegens verdachte heeft herhaald. Dat [slachtoffer 1] en verscheidene andere slachtoffers samen een wraakplan tegen verdachte hebben gemaakt, zoals de verdediging heeft gesteld, en derhalve sprake is van valse aangiftes, wordt niet door andere verklaringen ondersteund.
De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de verklaringen die [slachtoffer 1] op 11 en 12 oktober 2016 bij de politie en op 4 juli 2017 bij de rechter-commissaris heeft afgelegd, uit te sluiten van het bewijs.
Het voorwaardelijk verzoek van de verdediging om [slachtoffer 1] als getuige te laten horen, wordt, gelet op het noodzaakcriterium, afgewezen. [slachtoffer 1] is op 4 juli 2017 reeds bij de rechter-commissaris als getuige gehoord, in het bijzijn van de toenmalige advocaat van verdachte. Waarom [slachtoffer 1] nogmaals moet worden gehoord, is door de verdediging onvoldoende gemotiveerd.
Vrijspraak
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank het onder 4 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank is tevens van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 6 primair en subsidiair en 8 primair en subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank overweegt hierbij het volgende.
Het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en de op die bepaling betrekking hebben jurisprudentie van de Hoge Raad schrijven voor dat het bewijs dat de verdachte een ten laste gelegd feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend mag worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling staat eraan in de weg dat de rechter tot een bewezenverklaring komt ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander (wettig) bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de feiten 1, 6 en 8 niet wordt voldaan aan dit bewijsminimum. Aan verdachte wordt verweten dat hij [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] heeft verkracht. Ten aanzien van de feiten betreffende [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] wordt verdachte subsidiair verweten dat hij deze meisjes heeft verleid tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen van hem. Bij een ontkennende verdachte - zoals in deze zaak - moeten de verklaringen van de slachtoffers steun vinden in ten minste één ander bewijsmiddel.
Ten aanzien van feit 1 geldt dat [slachtoffer 1] heeft verklaard over één concreet voorval welke valt binnen de onder 1 ten laste gelegde periode, waarbij verdachte tegen haar wil seks met aangeefster heeft gehad, te weten de keer dat zij zwanger is geraakt. Dit voorval wordt niet ondersteund door een getuigenverklaring of een ander bewijsmiddel. Ook de verklaringen van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] staan op zichzelf en worden niet in voldoende mate gesteund door andere bewijsmiddelen.
Het standpunt van de officier van justitie dat met betrekking tot de feiten 6 en 8 de verklaringen van de slachtoffers over en weer als steunbewijs voor de verklaring van de ander kunnen dienen door middel van een zogenaamde schakelbewijsconstructie zal de rechtbank niet volgen, nu niet gebleken is van een specifieke modus operandi.
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder 3 en 10 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
ten aanzien van feit 3
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 oktober 2016, opgenomen op pagina 113 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2016285265 d.d. 9 februari 2017, inhoudende de relatering van verbalisanten.
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 oktober 2016, opgenomen op pagina 56 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte: ik heb [slachtoffer 1] in het gezicht geslagen.
ten aanzien van feit 10
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 9 februari 2018;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 13 oktober 2016, opgenomen op pagina 216 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen van Politie Noord-Nederland d.d. 22 december 2016, opgenomen op pagina 394 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant.
De rechtbank past ten aanzien van de feiten 2, 5, 7 en 9 de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
ten aanzien van feit 2
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie
Noord-Nederland d.d. 11 oktober 2016, opgenomen op pagina 228 e.v. van voornoemd
dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 11 oktober 2016 hadden wij een gesprek met [slachtoffer 1] . Aanleiding was dat [slachtoffer 1] meldde dat ze seksueel misbruikt was door [verdachte] , wonende [straatnaam] te Groningen.
[slachtoffer 1] gaf aan dat er gisteren wat was gebeurd, dat ze had gejat. [verdachte] was daardoor heel erg boos op haar geworden. Ze vertelde dat [verdachte] erg agressief kan doen. Ze zei daarbij dat ze niet tegen [verdachte] in ging omdat ze zwanger is en bang is dat het uit de hand loopt en hij haar in de buik kan raken. Gisteren heeft hij haar telefoon afgepakt, was hij heel agressief en ze kon het huis niet uit. Vandaag is ze naar [slachtoffer 2] gegaan en heeft ze verteld wat er gisteren is gebeurd.
Als [verdachte] zin heeft in seks, dan gebeurt het ook. Gisteren had ze geen zin in seks, maar ze moest wel omdat hij de ruzie goed wilde maken met seks. Hij had haar geslagen en was heel boos. Ze deed niks tegen hem omdat ze zwanger is. Toen ze aangaf dat ze geen zin in seks had, zei hij: "Je kan jatten, dan kan je dit ook." [slachtoffer 1] werkte mee omdat ze eerder die avond al klappen had gehad en dat wilde ze niet nog een keer.
Door ons werd aan [slachtoffer 1] gevraagd waarom ze nog bij hem is. Hierop antwoordde ze dat dat komt omdat zij zijn kind draagt. Ze wil niet dat hij nog een keer zo boos wordt. [slachtoffer 1] gaf aan dat zij zijn leven leeft en dat ze afhankelijk van hem is. [slachtoffer 1] geeft aan dat ze hem heeft leren kennen een jaar geleden toen ze nog in het Poortje zat. Ze zocht toen iemand die drank of weed voor haar kon kopen. Ze is met hem mee naar huis gegaan. [verdachte] haalde elke dag speed en jonko (weed) omdat [slachtoffer 1] daar niet zonder kon. [slachtoffer 1] heeft nu geen toekomst meer en heeft geen inkomen. Sinds een paar maanden woont [slachtoffer 1] bij [verdachte] . De reden daarvan was dat ze geen andere woonruimte had.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 6 februari 2017, opgenomen op pagina 504 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 12 oktober 2016 hoorde verbalisant de volgende persoon: [slachtoffer 1] . De verbalisant/ interviewer zal worden aangeduid met "verbalisant" en getuige met " [slachtoffer 1] ".
[slachtoffer 1] : Ja, hij was echt boos. En toen pakte die me opeens bij mijn strot. Met twee handen, gewoon bij mijn keel. Er omheen. Toen zei hij "Je moet niet zo brutaal doen. Je moet gewoon luisteren". En dan moet ik hem per sé aankijken. Moet ik per sé zeggen "ja dat beloof ik [verdachte] ". Dat moet zelfs onder de seks. "Je moet me nu aankijken, je moet zeggen dat je nooit meer gaat stelen". Toen trok hij aan mijn haar en moest ik hem aankijken en toen zei hij "dat moet je me nu beloven, zeg maar beloof ik [verdachte] ".
Verbalisant: En als je het niet zou beloven, dan wat..?
[slachtoffer 1] : Nou dan wordt hij boos joh. Eergisteren had ik ruzie met hem. Had ik dus gestolen. Dat was in zijn kamer.
Verbalisant: En waar in zijn kamer was dat dan? Dat hij jou bij je strot pakte?
[slachtoffer 1] : Gewoon op zijn bed. Hij kwam half overeind en toen greep hij me bij mijn strot en trok me zo half naar zich toe. En toen wou ik eigenlijk weg, maar dat kon niet. Hij hield me tegen. Gewoon, arm om mij heen en dan houdt hij mij tegen. Had hij zin in seks. Hij zei "ja je kan ook jatten". Toen heeft hij het gewoon gedaan. Toen heeft hij me gewoon geneukt. Ik moest bovenop liggen. Ik heb gezegd "ik heb daar echt geen zin in [verdachte] , ik ben moe, slapen". "Je kan ook jatten". De volgende ochtend toen kreeg ik mijn telefoon weer terug, kon ik
gewoon weer naar buiten. Toen was zijn driftbui voorbij.
Verbalisant: En als hij boos is, hoe is dat voor jou?
[slachtoffer 1] : Moet ik echt oppassen wat ik zeg, of ik krijg een knal voor mijn kop hoor.
[verdachte] is heel zwaar. Hij is heel groot en ik ben echt heel klein. Vergeleken met hem, dus die druk ik niet even zomaar van mij af en zo.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 4 juli 2017, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik heb wel eens seks met [verdachte] gehad terwijl ik dat niet wilde. Hij deed dan dingen bij me die
ik niet leuk vond en hij wilde daar niet mee stoppen. We hebben het dan over seksuele
dingen. Hij wilde dan bij me naar binnen terwijl ik dat niet wilde. Het gaat dan onder andere
over neuken, vaginaal. Ik had wel eens dingen gedaan die ik niet mocht doen van hem. Hij
vond dat ik daar voor moest worden gestraft. Dan werd ik tegen mijn zin geneukt.
Hij heeft me ook wel eens anaal genomen, dat is vaker gebeurd en dat gebeurde tegen mijn zin. Het is ook wel eens vaginaal gebeurd terwijl ik het niet wilde. Dan hadden we ruzie, en dan wilde hij het door middel van seks goedmaken. [verdachte] was mij duidelijk de baas. Hij overheerste me, ik kon niet tegen hem op. Vooral als hij agressief werd, was ik bang voor hem.
[verdachte] wil graag dat ik hier een goed woordje voor hem doe. Hij blijft me daar maar over bellen. Toch ben ik blij dat hij vast zit. Ik vind dat hij moet boeten voor wat hij heeft gedaan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 12 oktober 2016, opgenomen op pagina 135 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
[slachtoffer 1] is opgepakt door de politie. Ze was aan het stelen. In de avond belde [slachtoffer 1] mij. Ik hoorde al aan de telefoon dat [verdachte] boos was. Vervolgens heeft [verdachte] de telefoon van [slachtoffer 1] afgepakt maar ik was nog aan de lijn. Uiteindelijk viel mijn verbinding weg. De dag erna, gisteren dus (de rechtbank begrijpt: 11 oktober 2016), kwam [slachtoffer 1] naar mij toe. Ze huilde. Ze vertelde dat [verdachte] haar had misbruikt. Dat [slachtoffer 1] tegen haar zin in seks moest hebben als straf, omdat ze gejat had. [slachtoffer 1] moest [verdachte] recht in zijn ogen aankijken tijdens de seks. [verdachte] pakte [slachtoffer 1] bij haar haren. Ook heeft [verdachte] haar geslagen. [verdachte] heeft [slachtoffer 1] ook bij de hals gepakt. Toen [slachtoffer 1] bij mij kwam was de hals dik en een beetje rood.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 20 december 2016, opgenomen op pagina 345 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
[slachtoffer 1] zei dat ze tijdens de seks per se in zijn ogen moest kijken en zeggen dat ze het niet meer zou doen.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van Politie Noord-Nederland d.d. 11 oktober 2016, opgenomen op pagina
93 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten
:Informatief gesprek op 11 oktober 2016 met [slachtoffer 3] .
Ik wist dat [slachtoffer 1] gisteren, 10 oktober 2016, was aangehouden voor winkeldiefstal. [verdachte] was daar heel kwaad over en heeft haar toen mishandeld en ook moest zij seks met hem hebben.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
18 oktober 2016, opgenomen op pagina 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
[slachtoffer 1] is zwanger van mij. Ik zeg altijd [slachtoffer 1] . Ik ben tegen mensen die jatten. Ik vroeg haar waarom ze dat deed. Ze werd brutaal en toen heb ik haar een klap gegeven. Ik zei tegen haar dat ze dat soort dingen niet moet doen. Ik en [slachtoffer 1] gingen slapen op bed. Daarna hebben we het goed gemaakt. Wij waren in huis toen ik haar sloeg, bij mij, [straatnaam] .
ten aanzien van feit 5
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 22 december 2016, opgenomen op pagina 206 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte namens [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2003. [slachtoffer 3] vindt het moeilijk om er over te praten. Ze is bij de huisarts geweest voor een zwangerschapstest en soa-test in verband met [verdachte] . Als ik vraag of ze verkracht is dan zegt ze ja. Wat ik hoorde, dat hij haar beetpakte en zij toen verstijfde van angst. Maar als ik doorvraag dan stokt het verhaal. Ik heb nog gevraagd of hij "in" haar is geweest zegt ze, ja. Maar ze wil er verder niet over praten. Ik wil aangifte doen tegen [verdachte] .
[slachtoffer 3] zei dat er twee keer iets is gebeurd. Een keer was toen ze bij hem ging schuilen voor de regen. [slachtoffer 3] was bevriend met [slachtoffer 1] , ze kennen elkaar van het Poortje. [slachtoffer 3] ging dan samen met [slachtoffer 1] naar de woning van [verdachte] . [slachtoffer 3] zit op de [naam school] , een school voor kinderen die extra begeleiding nodig hebben.
[slachtoffer 1] zei: "Helaas voor [slachtoffer 3] is er wel wat gebeurd." [slachtoffer 1] zou hem nog weggeduwd hebben maar hij duwde terug.
V: Wanneer is dit gebeuren met [verdachte] en [slachtoffer 3] gebeurd?
A: Ik denk juli of september. Ik heb nog van [slachtoffer 3] gehoord dat [verdachte] tegen haar had gezegd dat ze niets mocht vertellen want anders wist hij haar, mij en haar broer wel te vinden. Het heeft diepe wonden achter gelaten bij [slachtoffer 3] . Voorheen was [slachtoffer 3] veel ondernemender en vrolijker. [slachtoffer 3] is ook angstiger geworden voor aanrakingen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 13 oktober 2016, opgenomen op pagina 96 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Onderstaande is een samenvatting van het studioverhoor met aangeefster [slachtoffer 3] welke op 12 oktober 2016 heeft plaatsgevonden in een kindvriendelijke verhoorstudio.
V = vraag studioverhoorder
A = antwoord [slachtoffer 3] .
O = opmerking verbalisant
A: Ik denk dat ik [verdachte] rond mei/juni heb leren kennen. Alle aanrandingen waren in zijn huis.
V: Wat versta jij onder aanranding
A: Daar beneden aanzitten, kut.
V: Waarmee zit hij aan je kut?
A: Met zijn vingers.
V: Wat doet hij met zijn vingers bij jouw kut?
A: Ik kan het niet zeggen.
V: Wil je het opschrijven?
O: [slachtoffer 3] schrijft op "vingeren".
V: Wat deed hij dan met zijn vingers?
O: [slachtoffer 3] schrijft op: met zijn vinger in me kut.
V: Wat doet die vinger dan?
A: Bewegen.
V: Hoe vaak heeft hij dit gedaan, met zijn vinger in jouw kut heen en weer bewogen?
A: Drie keer.
V: Waar was je de eerste keer?
A: Op zijn bank in zijn woning. Ik had toen een joggingbroek en trui aan.
V: Hoe kon hij met zijn hand in jouw broek komen?
A: Mijn broek zat losjes, en ging bovenlangs bij broek naar binnen, ook aan de bovenkant van de onderbroek. Door alle trauma's dan verstijf ik. Of ik ga knock-out, of ik verstijf of trauma's komen boven. [slachtoffer 1] en ik lagen een keer op bed en hij kwam erbij liggen.
V: Heb je [slachtoffer 1] het wel verteld?
A: Op het bed heb ik gelijk verteld, daarna ben ik er niet meer geweest.
V: Hoe reageerde jij?
A: Ik moest hem per se aankijken, hij pakte mijn hoofd vast met zijn hand.
V: Ik schrijf op, wat bedoel je met verkrachting?
O: [slachtoffer 3] schrijft op, zijn piemel in me kut bewegen.
V: Hoe kon hij dit doen?
A: Hij hield mijn handen vast met zijn handen. Hij duwt mij op bed, op mijn rug. Hij heeft mijn broek uit gedaan, niet helemaal uit. Hij zei: "Kijk me aan", schreeuwend.
V: Want?
A: Anders zou hij me slaan. Hij keek me dreigend aan. Ik reageerde geschrokken. Hij kon dat zien. Ik probeerde hem weg te duwen. Ik probeerde me los te wurmen. Dat lukte een keer met een hand. Daarna pakte hij mijn hand weer. Ik zei "stop". Hij reageerde niet. Het stopte als [slachtoffer 1] klaar was met douchen. Zij klopte dan op de deur. De deur zat op slot, die deed hij toen open.
Ik zal eerlijk zeggen we hadden toen allebei gedronken. Toen was [slachtoffer 1] er wel bij. Bij die verkrachting, eerst ging hij met zijn vingers daar zitten, toen ging hij op me liggen, toen verstijfde ik. [slachtoffer 1] en ik zaten met een deken over ons heen en hij ging tussen ons in zitten. Hij trok deken van ons af en ging zitten en deed deken weer over ons heen, hij ook, hij zat in het midden, toen deed hij dat bij mij.
V: Wat zei hij dan?
A: Dan ga ik je achter het raam trappen, daar bedreigde hij mij mee. Als je dit niet doet, seks, ga ik je slaan. Je moet naar me luisteren anders maak ik jou en je familie dood. Ik maak je kapot, ik laat je neuken, dat soort dingen. Kom hier, doe dit doe dat. Ik was wel geschrokken, ik was ook bang. Hij is groot en tilt je met een hand op. Hij heeft me geduwd en bij de keel gegrepen, ik kreeg geen adem. Dit gebeurde in zijn huis.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 12 september 2017, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] :
Zelf blowde ik wel, dat wil zeggen weed en hash. Ik dronk ook wel alcohol. Zowel de weed, de hash als de alcohol waren daar aanwezig en ik mocht er gebruik van maken. [verdachte] zei wel eens dat hij iets met mij wilde. En dan bedoel ik seks. Dan probeerde hij dingen bij me. Hij zeurde erover. Ik moest bij hem komen liggen. Ik wilde dat echter niet en dat zei ik ook. U vraagt mij waarom ik toch bij [verdachte] bleef komen terwijl mij die vragen werden gesteld. Ik had een kutperiode in Het Poortje, ik wilde graag uit de groep weg zijn. Bij [verdachte] had ik mijn vrijheid. Ik had er onderdak.
Er is wel onvrijwillig het een en ander gebeurd. Ik heb 2 keer seks met hem gehad. Een keer of 3 heeft hij me betast terwijl ik dat niet wilde. Ik wil benadrukken dat ik het erg moeilijk vind om het hierover te hebben en dat ik dit hele verhoor enorm moeilijk vind.
[slachtoffer 1] was bij de eerste keer. Ik heb toen gedronken van 81% rum en ik was op een bepaald moment onder invloed van deze drank. Ik kan me niet precies herinneren hoe het allemaal is gegaan maar ik weet nog dat [verdachte] boven op me kwam liggen. Ik was dronken en het staat me niet bij of ik me heb verzet tegen hem. Ik herinner me dat hij zijn broek los had. Ik weet dat hij bij me is binnen geweest met zijn geslacht. Dat was in mijn kut. De beelden staan me nog voor de ogen. Na die tijd vertelde [verdachte] mij dat hij de morning-afterpil voor me wilde kopen. Ik weet nog dat ik niet zwanger wilde worden, ik was immers 12, 13 jaar oud.
De tweede keer was ook bij [verdachte] in zijn kamer. [verdachte] lag op bed. [slachtoffer 1] was gaan douchen. [verdachte] zat te zeuren dat ik bij hem op bed moest komen zitten. Ik verstijfde helemaal toen hij me aanraakte. Hij trok mij naar zich toe. Volgens mij had ik geblowd want dat deed ik behoorlijk veel in die tijd. Ik herinner me dat hij mijn broek uittrok en daarna ook mijn onderbroek. Ik herinner me dat hij ook toen bij me is binnengedrongen net als die eerste keer. Hij deed zijn penis in mijn vagina. Toen de seks klaar was kwam [slachtoffer 1] onder de douche vandaan. Ik ben met [slachtoffer 1] naar buiten gegaan en daar heb ik haar verteld wat er was gebeurd. Los van deze 2 keer heeft [verdachte] mij ook een paar keer geprobeerd aan te raken, in mijn kruis. Zo zat ik een keer met [slachtoffer 1] naar een film te kijken en dan greep hij me onverwacht tussen de benen. Hij deed dan zijn hand onder de dekens en raakte mij aan. Dit is een keer of 3 zo gegaan. [verdachte] woonde aan de [straatnaam] .
U vertelt mij dat mijn moeder het woord verkrachting heeft gebruikt. Nou dat vind ik wel een heftig woord. De rechtercommissaris houdt de getuige voor dat het bij verkrachting gaat om seksueel binnendringen zonder instemming. Dat was het wel. Ik wilde het niet.
U vraagt mij of [verdachte] wellicht kan hebben gedacht dat het vrijwillig was. Hij wist echt wel
dat het dat niet was. Hij wist ook wel dat ik beïnvloedbaar en onzeker was. Ik heb vaak genoeg nee gezegd en laten merken dat ik niet wilde.
We hebben het eerder gehad over bij het kruis pakken. Dat duurde echter allemaal wel wat langer. Het was niet een keer betasten. Het was echt vingeren. Zo heb ik dat ook bedoeld.
Ik ben inderdaad bij de huisarts geweest voor en zwangerschapstest en een soa-test.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 12 oktober 2016, opgenomen op pagina 113 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 12 oktober 2016 uur werd gehoord: [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] zegt dat er twee keer iets was met [slachtoffer 3] , dat was echt ziek. [slachtoffer 1] zegt dat er één keer iets was waar [slachtoffer 3] nog niets over had verteld. Een andere keer zat ze er naast. Hij was toen aan het ouwehoeren met haar. [slachtoffer 1] zegt dat ze niet weet wat hij deed onder de dekens, maar dat ze zeker weet dat hij haar eerst is gaan vingeren en dat hij daarna op haar zat. Het gebeurde in het huis van [verdachte] . [slachtoffer 1] zegt dat ze niet wist of hij [slachtoffer 3] serieus neukte, maar dat ze weet dat het gewoon zo is. Ze kon dat weten omdat hij boven op haar was, dat het bed bewoog en dat [verdachte] bewoog. [slachtoffer 3] was in shock en [slachtoffer 1] zegt dat ze dan genoeg weet, en dat hij dan bezig is met neuken. Met neuken bedoelt [slachtoffer 1] seks, waarbij zijn geslachtsdeel in haar geslachtsdeel gaat. Hij was boven en zij was onder. [slachtoffer 3] leek verstijfd volgens [slachtoffer 1] en ze viel in shock. [slachtoffer 1] doet dan voor met haar ogen dat [slachtoffer 3] met hele grote ogen keek. Volgens [slachtoffer 1] duurde het drie of vijf seconden. [slachtoffer 3] stak haar handen naar [slachtoffer 1] uit. Later heeft [slachtoffer 3] aan [slachtoffer 1] verteld hoe ze het ervaren heeft en dat vond [slachtoffer 1] wel erg. Het voorval is een paar maanden geleden gebeurd.
Aan [slachtoffer 1] wordt gevraagd naar de dingen die worden gegeven door [verdachte] . Dat noemt [slachtoffer 1] omkopen. Zo van als je ashie van mij krijgt dan mag ik je neuken. Hij zegt dan ook "Kom hier, ik ga je neuken". Zo zegt [verdachte] ook: "Ik geef je alles als ik je mag neuken" Volgens [slachtoffer 1] zegt [verdachte] dat ook tegen [slachtoffer 3] . [verdachte] zegt dat als hij je mag neuken dat hij dan alles over te zeggen heeft.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 4 juli 2017, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik zag dat [slachtoffer 3] onderop lag en [verdachte] bovenop. Er lag een deken overheen en ik zag dat [slachtoffer 3] in shock was. Ze heeft me later verteld wat er precies gebeurde en ik heb bij [verdachte]
neukbewegingen gezien. Zoals gezegd, [slachtoffer 3] was in shock en ze vroeg me om hulp. Dat
deed ze niet met woorden, ze keek me aan. Ik ken [slachtoffer 3] goed, en ik zag dat het tegen haar
zin was. Het heeft al met al niet zo lang geduurd omdat ik [slachtoffer 3] onder [verdachte] vandaan trok.
Ik heb haar weggetrokken. Ik heb wel vaker gezien dat [verdachte] [slachtoffer 3] betastte en dat dat tegen
haar zin was. Ik heb gezien dat ze dan zijn hand weg sloeg.
ten aanzien van feit 7
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 17 augustus 2016, opgenomen op pagina 231 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
[slachtoffer 5] vertelde mij dat ze op 9 augustus 2016 seks heeft gehad met [verdachte] . Dat was onder invloed van veel drank. Op 10 augustus 2016 heeft ze een morning-afterpil ingenomen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 31 oktober 2016, opgenomen op pagina 149 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 5] :
[verdachte] heeft seks met me gehad terwijl ik onder invloed was van drank en drugs. Als ik nuchter was geweest had ik dat nooit gedaan. Ik geef mijn lichaam niet zo snel. Ik ken hem niet/nauwelijks. Ik heb XTC gehad, verder weet ik het niet. Ik weet er nog heel weinig van, het is me vooral verteld allemaal. Wat ik aan alcohol heb gehad weet ik niet.
kwam met het pilletje en die had ik ingenomen. Ik weet niet hoe laat het was, maar toen kreeg ik ook drank, wodka. En wat ik nog weet is dat [slachtoffer 1] aan het cammen was met [slachtoffer 2] . Wat er daarna is gebeurd weet ik niet meer. Die volgende ochtend werd mij verteld dat ik seks had gehad met [verdachte] . Dat ik seks met hem had gehad en dat ik mezelf had bevredigd. Dat ik op de grond lag vertelden ze me.
en [slachtoffer 1] vertelden mij de volgende ochtend dat ik seks met [verdachte] had gehad. We lagen met z'n drieën op bed, was echt raar. Toen ik wakker werd, was ik naakt. [verdachte] gaf mij een morning-afterpil.
Ik was met [slachtoffer 2] aan het appen. Zij vertelde toen dat ze ook dingen had gezien van de avond ervoor. Ze vertelde me dat ze had gezien dat ik veel had gebruikt, dat ik echt ver van de wereld was. Ze zag dat omdat ze de hele tijd met [slachtoffer 1] aan het appen was.
Met seks bedoelen [verdachte] en [slachtoffer 1] dat hij met zijn penis in mijn vagina is geweest.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 september 2017, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 5] :
Die avond heb ik drank en drugs ontvangen van [verdachte] . Ik ben flink onder invloed geraakt. Op een bepaald moment werd het mij zwart voor de ogen en ik weet niet wat er daarna is gebeurd.
De volgende ochtend wilde [verdachte] dat ik een morning-after pil zou slikken. Ik vroeg [verdachte] of hij was klaargekomen in mij. [verdachte] zei dat dat zo was. [slachtoffer 1] vertelde mij dat ze gezien had wat er was gebeurd. Ik had seks met [verdachte] , zo vertelde [slachtoffer 1] mij.
Ik weet wel dat als ik niet onder invloed was geweest, ik die seks niet had willen hebben. De laatste slok drank die ik had genomen, wist ik nog en dat ik toen op bed lag. Daarna werd alles zwart. Ik weet nog dat [verdachte] bovenop mij lag en dat ik geen kant op kon.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 15 augustus 2016, los gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 12 augustus 2016 werd door mij een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een verkrachting, gepleegd op 11 augustus 2016. Betrokkene [slachtoffer 5] . De zedenset en de daarin verpakte bemonsteringen werden voorzien van SIN ZAAC7598NL. Door mij werden tijdens het onderzoek twee onderbroeken overhandigd door het slachtoffer. Eén van de onderbroeken werd gedragen voor en na de verkrachtingen en werd door mij verpakt en voorzien van SIN AAHT4505NL.
5. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2017.02.10.083, d.d. 24 april 2017 opgemaakt door dr. P.A. Maaskant-van Wijk, op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende als haar verklaring:
De bemonsteringen van de anus en de vagina uit de onderzoeksset zedendelicten ZAAC7598NL van het slachtoffer [slachtoffer 5] zijn onderzocht op de aanwezigheid van sperma, speeksel en bloed.
Bemonstering aanwijzing voor spermavloeistof voor DNA-onderzoek veiliggesteld als
rond de anus ja ZAAC7598NL#01
Onderbroek AAHT4505NL van het slachtoffer [slachtoffer 5] is onderzocht op de aanwezigheid van sperma(vloeistof). Aan de bovenzijde en in het midden van het kruis is sperma aangetroffen. Deze locaties zijn bemonsterd en veiliggesteld als AAHT4501NL#02 en #03.
Resultaten, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek.
SIN Beschrijving DNA-profiel/ Matchkans DNA-profiel
celmateriaal kan afkomstig zijn van
ZAAC7598NL#01 DNA-mengprofiel van minimaal twee kleiner dan 1 op 1 miljard
(met sperma) personen
[slachtoffer 5] en [verdachte]
AAHT4505NL#02 DNA-profiel van een man kleiner dan 1 op 1 miljard*
(met sperma) [verdachte]
* Toelichting: naast sperma dat afkomstig kan zijn van [verdachte] , bevat deze bemonstering ook celmateriaal van het slachtoffer [slachtoffer 5] zelf.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 12 oktober 2016, opgenomen op pagina 135 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
[slachtoffer 1] vertelde dat [verdachte] met [slachtoffer 5] had geneukt. Ik was met [slachtoffer 1] aan het cammen. [slachtoffer 5] was super dronken. [slachtoffer 5] vingerde zichzelf voor de camera. Dat kon ik zien op de camera.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 17 november 2016, opgenomen op pagina 306 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Gesproken met [getuige 3] op 17 november 2016. [getuige 3] zegt dat [slachtoffer 5] ook is misbruikt door [verdachte] , hij gebruikt haar om te neuken. Dat heeft [verdachte] haar gezegd.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 8 maart 2017, opgenomen op pagina 35 e.v. van de aanvulling met nummer 2016285265A d.d. 13 maart 2017 op voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik heb [slachtoffer 5] een pil gegeven. Ik kwam thuis. Ze was dronken.
ten aanzien van feit 9
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 22 november 2016 (in vraag/antwoord vorm), opgenomen op pagina 175 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 1999:
Ik kom aangifte doen van verkrachting door [verdachte] . Dit is gebeurd ergens begin juli 2016. Ik heb seks gehad met [verdachte] , ik wilde dat absoluut niet. Hij wist dit ook wel. Ik was daar met [slachtoffer 1] , ik was weggelopen. Met seks bedoel ik dat hij met zijn piemel in mijn vagina zit. [slachtoffer 1] en ik zijn naar [verdachte] gegaan. [slachtoffer 3] was daar ook bij. We gingen eerst wat drinken, whisky en zo. We waren best wel aangeschoten. [verdachte] had een groene Mario pil in zijn hand, hij liet mij dit zien. Ik vroeg wat het was. [verdachte] zei dat het XTC was. Ik zei "bedankt" tegen [verdachte] en nam de pil in. Volgens mij hadden [slachtoffer 1] en ik nog gesnoven. De XTC was uitgewerkt, hierna gingen we weer drinken. [slachtoffer 1] en ik lagen samen op bed. [verdachte] kwam ook naast ons liggen. Hij ging toen aan mij zitten. Ik probeerde hem weg te duwen en zei "nee niet doen". Hij ging bovenop mij liggen en ging seks hebben. Ik verstijfde, ik kreeg het gevoel dat ik niks kon. Terwijl ik onder invloed was voelde ik nog pijn. [verdachte] wist dat ik toen 16 jaar oud was. Ik had [verdachte] zelf verteld hoe oud ik was. Ik vertelde hem dat ik in het Poortje woonde en 16 jaar oud was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 10 oktober 2017, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van
[slachtoffer 7] :
Ik was samen met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] naar [verdachte] toe gegaan. We hebben alle 3 alcohol bij hem gedronken, en ook nog geblowd. [verdachte] vertelde dat hij wel XTC in huis had. Hele goeie volgens hem. Die XTC heb ik toen genomen, 1 tabletje. Ik merkte dat het tabletje werkte en ik kwam in mijn eigen wereldje te zitten. Ik had ook nog alcohol gedronken. Ook dat gebeurde op aangeven van [verdachte] . Ik was aangeschoten. [slachtoffer 1] en ik zijn op bed gaan liggen. [verdachte] is toen even weggegaan om speed te halen. Hij kwam met 2 gram speed aanzetten, die had hij gekocht. We hebben beiden speed van hem gehad, waarna [slachtoffer 1] en ik weer op bed zijn gaan liggen. [verdachte] is er bij komen liggen. Hij heeft toen seks met mij gehad, waarbij hij zijn penis in mijn vagina heeft geduwd. Voor de details van wat er toen is gebeurd verwijs ik naar mijn verklaring bij de politie. U vraagt mij of hij gemerkt kan hebben dat ik niet wilde. Ik had de tranen in mijn ogen en ik was aan het trillen van de angst. Ook ben ik enkele keren verstijfd. Ik wou schreeuwen maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Kortom hij moet echt wel hebben gemerkt dat ik niet wilde. Ik denk dat ik door de combinatie van drugs en alcohol mij niet actief heb verzet. Ik kon niet terug naar het Poortje, want daar was ik weggelopen. Dat wist [verdachte] ook wel.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 4 juli 2017, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van
[slachtoffer 1] :
Er is seksueel contact geweest tussen [slachtoffer 7] en [verdachte] waar ik bij was. Het was tegen haar zin. Toen het gebeurde heb ik haar horen zeggen dat ze niet wilde, maar dat boeide [verdachte] niet. Hij deed gewoon zijn zin. Ze zei het met woorden dat ze niet wilde, maar ik heb niet gezien dat ze hem weg duwde. Ik vind het echter duidelijk dat ze niet wilde, ondanks dat ze niet schreeuwde of gilde. Ik weet zo niet meer of er een deken overheen lag, maar het gebeurde vlak naast me.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 13 oktober 2016, opgenomen op pagina 96 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Onderstaande is een samenvatting van het studioverhoor met [slachtoffer 3] dat op
12 oktober 2016 heeft plaatsgevonden.
V = vraag studioverhoorder
A = antwoord [slachtoffer 3] .
Toen met [slachtoffer 7] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 7] ) en [verdachte] . Ik zat op de bank, het bed ging tekeer. Lijkt me sterk dat er niks gebeurde. Ik zag hun heen en weer gaan. [slachtoffer 1] en ik zaten toen op de bank. We zagen het matras op en neer gaan.
V: Wat hoorde jij?
A: Hij ademde hard, zij was stil. Hij ademde ook zo toen hij dit mij deed. [slachtoffer 7] zei dat ze het niet leuk vond en dat het was gebeurd.
Op grond van de in dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank het onder 2, 3, 5 primair, 7, 9 primair en 10 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Ten aanzien van feit 7 hebben de raadslieden gesteld dat niet kan worden bewezen dat sprake is geweest van verkrachting. Ten laste gelegd is echter seksueel binnendringen bij iemand die in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijk onmacht verkeerde. De rechtbank acht dit op grond van de bewijsmiddelen bewezen, met dien verstande dat het slachtoffer, [slachtoffer 5] , in staat van verminderd bewustzijn verkeerde. Ten aanzien van het aangetroffen spermaspoor van verdachte hebben de raadslieden alternatieve scenario's geschetst, die de rechtbank niet aannemelijk acht. Ten eerste hebben de raadslieden gesteld dat [slachtoffer 5] na de verkrachting gedoucht moet hebben. Deze stelling wordt weerlegd door de verklaring van [slachtoffer 5] zelf, dat zij na de verkrachting, naar aanleiding waarvan het DNA-onderzoek heeft plaatsgevonden, niet heeft gedoucht. [3] De stelling dat er sprake is van secundaire overdracht doordat [slachtoffer 5] wellicht een onderbroek heeft aangetrokken die verdachte heeft gebruikt om zichzelf af te vegen na de seks of masturbatie, is niet door verdachte bevestigd. Ten tweede heeft de verdediging gesteld dat [slachtoffer 5] wellicht een onderbroek van [slachtoffer 1] heeft aangetrokken. In dat geval zou er echter ook DNA van [slachtoffer 1] - of in ieder geval van een derde persoon - moeten zijn aangetroffen, hetgeen uit het DNA-onderzoek niet naar voren is gekomen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 2, 3, 5 primair, 7, 9 primair en 10 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij op 10 oktober 2016 in de gemeente Groningen, [slachtoffer 1] door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
immers heeft hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd, en gebracht, en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 1] , en
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 1] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 1] verkeerde, en
  • die [slachtoffer 1] onderdak te verlenen, en
  • de zwangerschap van die [slachtoffer 1] ,
en
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 1] te weinig weerstand tegen hem kon of durfde te bieden, immers heeft hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 1] geslagen en bij de strot/keel vastgepakt en aan haar haren getrokken en dreigend tegen haar gezegd: "Je moet niet zo brutaal doen, je moet gewoon luisteren" en "Als je kunt jatten dan kun je dit ook" en "Ik heb zin in seks, jij gaat bovenop" en "Kijk mij aan en zeg dat je nooit meer gaat stelen", en
- aldus voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken;
3.
hij op 10 oktober 2016 te Groningen, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar in/tegen het gezicht te slaan;
5.
primair
hij in de periode van 1 mei 2016 tot en met 10 oktober 2016 in de gemeente Groningen, meermalen, telkens [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2003) door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] ,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 3] geduwd, en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] geduwd,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 3] , en
- misbruik heeft gemaakt van het uit zijn leeftijd en/of de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, en
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 3] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 3] verkeerde, en
  • die [slachtoffer 3] (gedurende langere tijd) te voorzien van (gratis) weed en/of hash en alcohol, en
  • die [slachtoffer 3] in zijn woning te laten verblijven,
en
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 3] geen weerstand tegen hem kon en/of durfde te bieden, immers heeft hij, verdachte (onder meer)
die [slachtoffer 3] vastgepakt en/of op een bed getrokken en de broek van die [slachtoffer 3] uitgetrokken en die [slachtoffer 3] vastgehouden/geklemd en dreigend tegen die [slachtoffer 3] gezegd: "Kijk mij aan" en "Ik trap je achter de ramen, je moet luisteren anders maak ik je familie dood" en "Ik neuk je, als je het niet doet dan weet je wat er met je gebeurt", en "Je gaat nu luisteren en anders weet je wel wat er met je gaat gebeuren", en het hoofd en de handen van die [slachtoffer 3] vastgepakt en die [slachtoffer 3] op haar rug geduwd, en die [slachtoffer 3] bij de keel vast gegrepen, en de (kamer)deur op slot gedaan, en
- aldus voor die [slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar en bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
7.
hij in de periode van 8 augustus 2016 tot en met 10 oktober 2016 in de gemeente Groningen
met [slachtoffer 5] , van wie hij, verdachte, wist dat zij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5] , te weten het brengen of duwen van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of penis in de vagina van die [slachtoffer 5] ;
9. primair
hij in de periode van 1 tot en met 15 juli 2016 in de gemeente Groningen, [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum] 1999) door geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7] ,
immers heeft hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 7] geduwd,
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- misbruik heeft gemaakt van de benevelde toestand waarin die [slachtoffer 7] verkeerde, en
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin die [slachtoffer 7] zich ten opzichte van hem, verdachte, bevond en die was ontstaan door
  • de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 7] verkeerde, en
  • die [slachtoffer 7] te voorzien van (gratis) weed en/of hash en/of speed/amfetamine en/of XTC/MDMA, en alcohol, en
  • die [slachtoffer 7] onderdak te verlenen,
en
- met/door zijn, verdachtes, dominante optreden en/of dwingende en/of agressieve karakter en/of handelen een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 7] te weinig weerstand tegen hem kon of durfde te bieden,
immers heeft/is hij, verdachte (onder meer) die [slachtoffer 7] vastgepakt en de broek en de onderbroek van die [slachtoffer 7] uitgetrokken en op die [slachtoffer 7] gaan liggen en het linkerbeen van die [slachtoffer 7] omhoog gedrukt, en
- aldus voor die [slachtoffer 7] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, waaraan zij zich niet kon onttrekken,
zulks terwijl het feit wordt begaan tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar en bij wie misbruik wordt gemaakt van een kwetsbare positie;
10.
hij in de periode van 1 tot en met 10 oktober 2016 te Groningen een wapen van categorie III, te weten een gasrevolver, en munitie van categorie III, te weten 2 knalpatronen, voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
2. verkrachting;
3. mishandeling,
5.
primairverkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt
gemaakt, meermalen gepleegd;
7. met iemand van wie de dader weet dat hij in staat van verminderd bewustzijn
verkeert handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
9.
primairverkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt
gemaakt;
10. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 5 primair, 6 primair, 7, 8 primair, 9 primair en 10 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie de maatregel van ongelimiteerde terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met verpleging van overheidswege gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadslieden hebben, voor het geval de rechtbank de zedenfeiten bewezen mocht achten, gepleit voor een TBS met voorwaarden. Verdachte is bereid aan een behandeling mee te werken, maar dit kan ook in ambulante vorm. Een TBS met dwangverpleging moet worden gezien als een laatste middel en is nog niet aan de orde. Daar komt bij dat de deskundigenrapportages gebrekkig tot stand zijn gekomen. Verdachte is telkens zonder tolk gehoord, terwijl hij moeite heeft om goed te communiceren, en het psychologisch onderzoek is beperkt tot een mondelinge test, waar verdachte veel moeite mee had. De rapportages zijn daarom minder betrouwbaar en de conclusies van de deskundigen moeten niet zonder meer worden overgenomen. Een gevangenisstraf van 5 jaar voegt niets toe. Als de rechtbank toch TBS oplegt, moet verdachte de kans krijgen om meteen met de behandeling te beginnen. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met zijn psychische gesteldheid.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzittingen, de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadslieden.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier ernstige zedendelicten, mishandeling en verboden wapenbezit. De rechtbank rekent verdachte met name de zedendelicten zwaar aan. Verdachte heeft op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van de slachtoffers geschonden. Hij heeft jonge, kwetsbare meisjes gedwongen tot seks door ze onder andere drank en drugs te geven en hun onderdak te verlenen. Alle slachtoffers verbleven op dat moment in een jeugdinstelling en verdachte wist hiervan. Door zijn handelen heeft verdachte de normale en gezonde seksuele ontwikkeling van de slachtoffers doorkruist. Verdachte heeft hier in het geheel niet bij stil gestaan, maar slechts zijn eigen bevrediging vooropgesteld. Daarbij is het een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van zedendelicten hiervan in het algemeen gedurende de rest van hun leven de psychische gevolgen zullen ondervinden, hetgeen de rechtbank verdachte aanrekent.
Bij twee van de verkrachtingen geldt bovendien als strafverzwarende omstandigheid dat de slachtoffers minderjarig waren en zich in een kwetsbare positie bevonden.
De rechtbank beschikt over een psychiatrisch rapport d.d. 29 januari 2018, opgemaakt door C.J.F. Kemperman en een psychologisch rapport d.d. 31 januari 2018, opgemaakt door
H. Mertens, welk rapport voortbouwt op een eerder rapport van deze deskundige van 3 februari 2017.
Beide deskundigen komen tot de conclusie dat verdachte lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een (lichte) verstandelijke beperking. Hiervan was ook sprake ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten. De psychiater heeft bovendien gesteld dat sprake is van een cocaïne-gebruik-stoornis.
De psycholoog heeft geadviseerd om verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar te achten. De psychiater heeft, vanwege de ontkenning van verdachte, geen uitspraak gedaan omtrent de toerekeningsvatbaarheid.
De conclusies van de deskundigen zijn gemotiveerd onderbouwd en uit niets blijkt dat de rapportages onbetrouwbaar moeten worden geacht. De rechtbank neemt de conclusies in genoemde rapportages dan ook over en maakt deze tot de hare.
De rechtbank acht verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar voor de door hem gepleegde feiten.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, eerder - hoewel meer dan vijf jaar geleden, namelijk in 2010 - onherroepelijk is veroordeeld voor het meermalen plegen van verkrachting en binnen zijn voorwaardelijke invrijheidstelling de thans bewezen verklaarde feiten heeft gepleegd.
Beide deskundigen hebben geadviseerd TBS met verpleging van overheidswege op te leggen, gelet op de aard en ernst van de problematiek en het recidivegevaar.
De psycholoog overweegt hieromtrent in zijn rapport : ‘Geadviseerd wordt om verdachte te verplichten tot een langdurige klinische behandeling. Behandeling in een gesloten forensische kliniek met specialisatie in behandeling van delinquenten met een verstandelijke beperking, is geïndiceerd, waarbij gedacht kan worden aan Hoeve Boschoord. Een langdurige klinische behandeling is de enige wijze waarop een adequate recidivebeperking mogelijk is. Dit is ook de reden dat alternatieven, zoals een TBS met voorwaarden of een klinische behandeling met voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel, niet haalbaar geacht worden.’
De rechtbank is van oordeel dat het opleggen van TBS met verpleging van overheidswege in dit geval de meeste waarborgen biedt voor een optimale risicoreductie en dat niet kan worden volstaan met een minder hoog niveau van bescherming, zoals de raadslieden hebben verzocht.
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden van de artikelen 37a en 37b, telkens onder het eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Bij de verdachte bestond ten tijde van de bewezen verklaarde feiten een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestesvermogens en de veiligheid van anderen vereist het opleggen van de maatregel en de verpleging van overheidswege.
De onder 2, 5 primair, 7 en 9 primair bewezen verklaarde feiten betreffen telkens een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en zijn delicten die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid voor het lichaam van een of meer personen, zodat de duur van de TBS niet op voorhand gemaximeerd is.
De rechtbank is van oordeel dat naast TBS met verpleging van overheidswege aan verdachte ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten een gevangenisstraf moet worden opgelegd. Ondanks de omstandigheid dat de rechtbank van oordeel is dat minder feiten bewezen zijn, acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf passend en geboden.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 3] , tot een bedrag van € 12.500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 5] , tot een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 6] , tot een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
4. [slachtoffer 7] , tot een bedrag van € 40,88 ter vergoeding van materiële schade en
€ 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle vorderingen kunnen worden toegewezen, met telkens oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadslieden hebben primair gesteld dat alle vorderingen, gelet op de door hun bepleite vrijspraak, moeten worden afgewezen dan wel dat de benadeelde partijen in hun vordering niet ontvankelijk moeten worden verklaard.
Subsidiair hebben zij zich op het standpunt gesteld dat de hoogte van de gevorderde immateriële schadevergoeding telkens onvoldoende is onderbouwd. De raadslieden hebben verwezen naar jurisprudentie in soortgelijke zaken, waarbij telkens om en nabij € 2.000,00 aan immateriële schadevergoeding is toegewezen. De benadeelde partijen hebben niet onderbouwd waarom een hoger bedrag moet worden toegewezen. Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3] hebben de raadslieden aangevoerd dat de benadeelde partij voordien ook al psychische problemen had. De door [slachtoffer 7] gevorderde materiële kosten zijn niet onderbouwd en vormen geen rechtstreekse schade, omdat moet worden aangenomen dat deze reiskosten niet door [slachtoffer 7] zelf zijn gemaakt nu zij minderjarig is en geen rijbewijs heeft.
De raadslieden hebben de rechtbank verzocht de schadevergoedingsmaatregel achterwege te laten dan wel de vervangende hechtenis op nul of één dag te stellen, omdat verdachte geen verdiencapaciteit heeft.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 6] overweegt de rechtbank dat zij het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan, feit 8, niet bewezen acht. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 7] de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 7, respectievelijk 9 bewezen verklaarde. De rechtbank overweegt hiertoe dat het een feit van algemene bekendheid is dat slachtoffers van dergelijke feiten ernstige psychische schade kunnen ondervinden. De rechtbank acht een vergoeding van € 5.000,00 aan immateriële schade alleszins redelijk. De vorderingen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 7] zullen daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. Ook acht de rechtbank voldoende aannemelijke gemaakt dat [slachtoffer 7] de gevorderde reiskosten heeft gemaakt.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat [slachtoffer 3] als gevolg van het onder 5 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 5.000,00 aan immateriële schade. Dit houdt in dat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente.
Ten aanzien van het meer gevorderde beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte van de geleden schade te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal [slachtoffer 3] daarom voor het overige niet ontvankelijk verklaren in haar vordering. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu vast staat dat verdachte tot de hiervoor genoemde bedragen aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed. De rechtbank ziet geen aanleiding de schadevergoedingsmaatregel achterwege te laten, omdat niet valt in te zien dat verdachte in de toekomst in het geheel niet in staat zal zijn voldoende verdiencapaciteit te bereiken. De rechtbank ziet tevens geen reden om de vervangende hechtenis op nul of op één dag te stellen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 37a, 37b, 38e, 57, 300, 242, 243 en 248 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1, 4, 6 primair en subsidiair en 8 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2, 3, 5 primair, 7, 9 primair en 10 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast voorts dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
ten aanzien van feit 5
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
5.000,00(zegge: vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2016.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige in haar vordering niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , te betalen een bedrag van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2016.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
ten aanzien van feit 7
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 5]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
5.000,00(zegge: vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2016.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5] , te betalen een bedrag van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2016.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
ten aanzien van feit 8
Bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 6]in haar vordering niet ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
ten aanzien van feit 9
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 7]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
5.040,88(zegge: vijfduizend veertig euro en achtentachtig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2016.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 7] , te betalen een bedrag van € 5.040,88 (zegge: vijfduizend veertig euro en achtentachtig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 40,88 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2016.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 7] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. F.J. Agema en
mr. P.H.M. Tapper-Wessels, rechters, bijgestaan door A.W. ten Have-Imminga, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 februari 2018.

Voetnoten

1.pagina 471 e.v. van het dossier
2.proces-verbaal van bevindingen, pagina 309 van het dossier
3.pagina 235 van het dossier