Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verzoeker] ,
Procesverloop
Beoordeling
Beslissing
fn: 641)
Rechtbank Noord-Nederland
Op 27 februari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een verzoek tot voornaamswijziging. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.H.L. van de Laar, heeft verzocht om zijn voornaam te wijzigen van '[naam]' naar '[naam] August'. Dit verzoek is ingediend bij de rechtbank locatie Assen, maar is doorgezonden naar Groningen omdat deze locatie bevoegd was, gezien de geboorteplaats van verzoeker.
In zijn verzoek stelt verzoeker dat het gebruikelijk is in zijn familie om de oudste zoon de naam August te geven, en dat het wijzigen van zijn voornaam een positief effect zou hebben op zijn identiteit. Verzoeker vindt de naam August mooi en belangrijk voor zijn afkomst. Echter, de rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker zijn stellingen niet heeft onderbouwd met bewijs. Er is geen bewijs dat de naam August in de familie voorkomt of dat deze naam generaties lang aan oudste zonen is gegeven.
De rechtbank concludeert dat er geen voldoende zwaarwichtig belang is bij het verzoek tot wijziging van de voornaam, zoals vereist op grond van artikel 1:4, lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. Daarom heeft de rechtbank het verzoek afgewezen. Verzoeker kan binnen drie maanden na deze beschikking hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij hij verplicht is een advocaat in te schakelen voor het indienen van het hoger beroep.