ECLI:NL:RBNNE:2018:632

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2018
Publicatiedatum
23 februari 2018
Zaaknummer
C/18/181584 / FA RK 17-3936
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voornaamswijziging op basis van onvoldoende onderbouwing

Op 27 februari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een verzoek tot voornaamswijziging. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.H.L. van de Laar, heeft verzocht om zijn voornaam te wijzigen van '[naam]' naar '[naam] August'. Dit verzoek is ingediend bij de rechtbank locatie Assen, maar is doorgezonden naar Groningen omdat deze locatie bevoegd was, gezien de geboorteplaats van verzoeker.

In zijn verzoek stelt verzoeker dat het gebruikelijk is in zijn familie om de oudste zoon de naam August te geven, en dat het wijzigen van zijn voornaam een positief effect zou hebben op zijn identiteit. Verzoeker vindt de naam August mooi en belangrijk voor zijn afkomst. Echter, de rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker zijn stellingen niet heeft onderbouwd met bewijs. Er is geen bewijs dat de naam August in de familie voorkomt of dat deze naam generaties lang aan oudste zonen is gegeven.

De rechtbank concludeert dat er geen voldoende zwaarwichtig belang is bij het verzoek tot wijziging van de voornaam, zoals vereist op grond van artikel 1:4, lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. Daarom heeft de rechtbank het verzoek afgewezen. Verzoeker kan binnen drie maanden na deze beschikking hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij hij verplicht is een advocaat in te schakelen voor het indienen van het hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rekestnummer: C/18/181584 / FA RK 17-3936
beschikking voornaamswijziging (1:4 BW) van de enkelvoudige kamer d.d. 27 februari 2018
inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen verzoeker,
advocaat mr. R.H.L. van de Laar, kantoorhoudende te Kerkrade.

Procesverloop

Verzoeker heeft zich tot de rechtbank, locatie Assen, gewend met het verzoek tot voornaamswijziging van " [naam] " in " [naam] August".
Bij de stukken bevindt zich onder meer een afschrift van een geboorteakte van verzoeker.
Door de locatie Assen is het verzoekschrift doorgezonden naar de locatie Groningen, aangezien de locatie Groningen bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen nu verzoeker is geboren in de gemeente [geboorteplaats] op [woonplaats] , als zoon van [vader] en [moeder] .

Beoordeling

In het verzoek wordt gesteld dat het in de familie van verzoeker generaties lang gebruikelijk is om de oudste zoon August te noemen, dan wel de naam August als tweede naam toe te voegen. Verzoeker betreurt het dat zijn ouders deze traditie niet hebben voortgezet terwijl het wijzigen c.q. aanvullen van de voornaam een positief effect heeft op de identiteit van verzoeker. De aanvulling is van belang voor zijn afkomst en identiteit die hij (o.a.) ontleent aan zijn voorouders. Verzoeker vindt het ook een hele mooie naam.
Geen enkele stelling van verzoeker is gemotiveerd en/of gestaafd met bewijzen. Zo is niet gebleken dat de naam August in de familie voorkomt, noch dat deze naam al generaties lang voorkomt, noch dat aan de oudste zonen al generaties lang deze naam wordt gegeven. Ook wordt niet gemotiveerd waarom van de uitdrukkelijke wens van ouders zou moeten worden afgeweken noch waarom voor de identiteit van verzoeker de wijziging noodzakelijk zou zijn.
Nu niet is gebleken dat er sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang bij het verzoek tot wijziging van de voornaam, zoals dat op grond van artikel 1:4, lid 4 Burgerlijk Wetboek is vereist, zal het verzoek worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. K.R. Bosker, lid van de kamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 februari 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.
(
fn: 641)
Van deze beschikking kan binnen 3 maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden. Indien u in deze procedure bent verschenen start deze termijn op de dag van de uitspraak. Als u niet in de procedure bent verschenen kan de termijn op een latere datum beginnen. Volgens de wet bent u verplicht om voor het instellen van hoger beroep een advocaat in te schakelen. In verband met de beperkte termijn dient u zo spoedig mogelijk contact met uw/een advocaat op te nemen!
De griffier.