Beoordeling
1. De kantonrechter neemt over en verwijst naar hetgeen reeds is overwogen bij voormelde tussenbeschikking. In de beschikking heeft de kantonrechter [verweerster] in de gelegenheid gesteld de facturen c.q. declaraties van de advocaatkosten over te leggen en toe te lichten waaraan de werkzaamheden zijn besteed en of en hoe deze zijn betaald. Tevens is [verweerster] in de gelegenheid gesteld toe te lichten of zij inmiddels ander werk heeft gevonden, dan wel hoe zij haar kansen op de arbeidsmarkt ziet alsmede uiteen te zetten of zij recht heeft op een WW-uitkering en hoe hoog deze is.
2. [verweerster] heeft in haar akte naar voren gebracht dat de declaraties van de advocaatkosten tot en met mei 2018 € 43.838,88 inclusief btw bedragen. De declaraties zijn op naam van Extraa Beheer B.V., een vennootschap van [naam] , gesteld omdat [naam] heeft aangeboden om de advocaatkosten voor te schieten. [verweerster] heeft momenteel geen ander werk en heeft ook geen vooruitzicht daarop. Haar kansen op de arbeidsmarkt kan zij lastig inschatten. De hoogst genoten opleiding van [verweerster] is de HBO opleiding Academie voor Beeldende Vorming. Onder verwijzing naar de online tool 'hoelangwerkloos.nl' stelt [verweerster] dat de geschatte inkomensschade € 421.756,04 bruto betreft.
3. Slim Energiebeheer heeft bij akte de hoogte van de billijke vergoeding betwist. Van vergoeding van advocaatkosten kan geen sprake zijn. De hoofdregel is dat ten aanzien van proceskosten een forfaitaire vergoeding wordt toegekend, tenzij sprake is van buitengewone omstandigheden. Daarvan is echter geen sprake. Verder is niet gebleken dat [verweerster] de advocaatkosten, die door [naam] worden betaald, dient terug te betalen. Slim Energiebeheer verzoekt er rekening mee te houden dat [verweerster] een aantal procedures heeft ingetrokken en verloren. [verweerster] heeft haar recht op vergoeding van advocaatkosten ten aanzien van die procedures definitief verwerkt. Uit relevante jurisprudentie kan worden afgeleid dat vaak wordt gerekend met een periode van 6 maanden waarin in een werknemer de gelegenheid krijgt om elders een baan te zoeken. Tevens dient er rekening te worden gehouden met de door [verweerster] te ontvangen WW-uitkering, de geldende transitievergoeding en het feit dat [verweerster] vanaf 10 april 2018 tot 1 augustus 2018 geen werkzaamheden meer heeft verricht.
4. De kantonrechter overweegt het navolgende. De rechter dient de billijke vergoeding te bepalen op een wijze die, en op het niveau dat, aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. Hij dient in de motivering van zijn oordeel inzicht te geven in de omstandigheden die tot de beslissing over de hoogte van de vergoeding hebben geleid (HR 30 juni 2017 ECLI:NL:HR:2017:1187 r.o. 3.4.2 inzake New Hairstyle). Bij de begroting van de billijke vergoeding worden alle omstandigheden van het geval betrokken. De kantonrechter heeft bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding de volgende zaken mee laten wegen. 5. Met name door de verwijtbare houding van Slim Energiebeheer wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden met verlies van inkomsten voor [verweerster] als gevolg. [verweerster] heeft in dit kader betoogd dat zij haar kansen op de arbeidsmarkt lastig kan inschatten. Zij heeft aan de hand van een rekentool 'hoelangwerkloos.nl' berekend dat de verwachte werkloosheidsduur 8 jaren zal zijn. Op basis daarvan heeft zij geconcludeerd dat er aanleiding bestaat voor toekenning van een billijke vergoeding van € 421.756,04 bruto. Naar het oordeel van de kantonrechter kan het verlies van inkomsten van [verweerster] niet worden gebaseerd op de uitkomsten van de berekening van de voornoemde rekenmethode. Bij de rekenmethode is gebruikt gemaakt van gegevens uit het verleden (CBS Microdata over de jaren 2007 tot en met 2016) en bovendien een periode die geruime tijd ligt voor de werkloosheidsdatum van [verweerster] , te weten vanaf augustus 2018. De rekenmethode is dan ook niet zonder meer representatief voor de periode waarin [verweerster] op zoek moet gaan naar een nieuwe dienstbetrekking. Daarbij komt dat de motivering ontbreekt van de keuze voor de door [verweerster] ingevulde variabelen in de tool.
6. De kantonrechter zal de situatie vanaf 1 augustus 2018, datum einde dienstverband, moeten inschatten. [verweerster] heeft gesteld dat haar hoogst genoten opleiding de HBO opleiding Academie voor Beeldende Vorming is. De kantonrechter wil aannemen dat een opleiding op een ander vakgebied maakt dat het voor [verweerster] minder makkelijk is om een baan in een vergelijkbare werkkring als de huidige te vinden. De kantonrechter gaat er evenwel gelet op de werkervaring en leeftijd van [verweerster] alsmede de huidige conjunctuur vanuit dat het voor haar mogelijk is om op redelijke termijn een in verdiensten en verantwoordelijkheden vergelijkbare functie elders te verwerven. Voor het bepalen van de inkomensschade zal aansluiting worden gezocht bij de door [verweerster] gestelde periode van 10,5 maand dat zij een werkloosheidsuitkering (hierna WW-uitkering) zal ontvangen. Rekening zal worden gehouden met het feit dat [verweerster] in de eerste twee maanden een WW-uitkering van 75% en daarna 70% van het WW-dagloon ontvangt. De eerste twee maanden bedraagt de WW-uitkering € 3.357,00. Vanaf maand drie bedraagt de WW-uitkering € 3.133,00. Omgerekend lijdt [verweerster] gedurende 10,5 maanden een schade ad € 11.070,50 bruto (€ 4.230,00 x 10,5 = € 44.415,00 minus € 3.357,00 x 2 = € 6.714,00 minus € 3.133,00 x 8,5 = 26.630,50).
7. De stelling dat [verweerster] als gevolg van het ernstig verwijtbare handelen van Slim Energiebeheer extra advocaatkosten heeft moeten maken, wijst de kantonrechter af.
Gebleken is dat de declaraties staan niet op naam van [verweerster] maar op naam van Extraa Beheer B.V. - de vennootschap van [naam] - zijn gesteld. De kantonrechter overweegt dat [verweerster] enkel en alleen aanspraak kan maken op kosten c.q. schade indien en voor zover allereerst is gebleken dat zij die schade zelf heeft moeten dragen. Gesteld noch gebleken is dat een leningsovereenkomst tussen [naam] en [verweerster] tot stand is gekomen en dat op [verweerster] in dat kader de verplichting rust om de advocaatkosten terug te betalen. Nu [verweerster] de advocaatkosten blijkbaar niet zelf heeft betaald, komen de kosten alleen al om die reden niet voor vergoeding in aanmerking. Verder heeft te gelden dat indien en voor zover [naam] - zoals door [verweerster] is betoogd - de kosten enkel zou hebben voorgeschoten, de declaraties wel op naam van [verweerster] konden worden gesteld. Dat is evenwel niet het geval. Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook niet gebleken dat [verweerster] ten aanzien van de advocaatkosten schade heeft geleden. De declaraties zullen om die reden buiten beschouwing worden gelaten.
8. Van belang acht de kantonrechter verder dat de arbeidsovereenkomst op 1 augustus 2018 wordt ontbonden en dat [verweerster] aanspraak heeft op een transitievergoeding, die is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van activiteiten om weer een baan te vinden en tevens in de verwachte inkomensschade. Het is daarom redelijk dat een deel van de transitievergoeding dat betrekking heeft op de inkomensschade, in mindering wordt gebracht op de hiervoor becijferde gevolgschade. Uitgaande van een transitievergoeding van € 6.852,00 op 1 augustus 2018 zal de kantonrechter een redelijk deel hiervan - € 4.568,00 - op de billijke vergoeding in mindering brengen.
9. [verweerster] heeft nog gesteld dat Slim Energiebeheer door haar diffamerende en grievende handelwijze jegens haar schade heeft berokkend. De kantonrechter ziet hierin aanleiding voor het toekennen van een immateriële genoegdoening als onderdeel van de billijke vergoeding, teneinde in de omstandigheden van dit geval recht te doen aan het feit dat door ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever een eind komt aan de arbeidsovereenkomst die voor onbepaalde tijd was aangegaan. [verweerster] is tot tweemaal toe ten onrechte geschorst op basis van stellingen die Slim Energiebeheer niet heeft kunnen aantonen. Zij is geforceerd om in Apeldoorn te gaan werken terwijl Slim Energiebeheer niet aannemelijk heeft kunnen maken, laat staan onderbouwen, dat dit uit hoofde van een reorganisatie noodzakelijk was. In verband hiermee is haar loon opgeschort waarmee [verweerster] direct in haar financiële levensonderhoud werd geraakt. Daarbij heeft [verweerster] in Apeldoorn niet haar eigen werkzaamheden kunnen verrichten maar moest zij op basis van oude telefoonlijsten koude acquisitie doen, wat niet haar eigen werkzaamheden als planner betrof. Onder haar naaste collega's is haar naam in diskrediet geraakt, zodat zij daar niet kan terugkeren. Sinds augustus 2017 is zij niet meer toegelaten tot haar eigen werkzaamheden en dit heeft een diffamerend effect op haar positie binnen Slim Energiebeheer maar ook op haar positie op de arbeidsmarkt. Alles afwegende komt de kantonrechter naar redelijkheid en billijkheid op een immateriële vergoeding van € 5.000,00.
10. Dat [verweerster] vanaf 10 april 2018 tot heden feitelijk geen werkzaamheden heeft verricht, terwijl Slim Energiebeheer in die periode wel loon heeft betaald, zal niet worden meegewogen. Slim Energiebeheer heeft zelf de keuze gemaakt om [verweerster] (ten onrechte) te schorsen. De schorsing komt op grond van de omstandigheden zoals in deze procedure naar voren zijn gekomen dan ook voor rekening en risico van Slim Energiebeheer.
11. De kantonrechter komt op grond van het voorgaande op een billijke vergoeding van € 6.937,50 bruto (€ 11.070,50 - € 4.568,00) en € 5.000,00 netto.
12. Nu aan de ontbinding een vergoeding wordt verbonden, zal Slim Energiebeheer gelet op artikel 7:686a lid 6 BW in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek in te trekken binnen de hierna genoemde termijn.
13. Gelet op de uitkomst van de zaak, is de kantonrechter van oordeel dat de proceskosten voor rekening van Slim Energiebeheer komen. Indien Slim Energiebeheer het verzoek intrekt, zal zij eveneens de proceskosten van [verweerster] moeten betalen. De proceskosten van [verweerster] worden vastgesteld op een bedrag van € 400,00 voor salaris van de gemachtigde van [verweerster] .