In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 31 juli 2019, gaat het om een geschil tussen twee moeders, moeder A en moeder B, over de schoolplaatsing van hun zoon en de verdeling van zorg- en opvoedtaken. De rechtbank had eerder op 13 juni 2018 de moeders verwezen naar het traject Ouderschap na Scheiding van Yorneo. Ondanks de inspanningen van Yorneo en de Raad voor de Kinderbescherming om duidelijkheid te scheppen voor de zoon, zijn de ouders het nog steeds niet eens over de schoolkeuze. De rechtbank heeft de moeders de gelegenheid gegeven om hun standpunten schriftelijk kenbaar te maken, maar de wijziging van verzoeken door moeder A werd als te vertragend beschouwd en in strijd met de belangen van de zoon. De rechtbank heeft besloten om het oorspronkelijke verzoek van moeder A te behandelen, maar heeft geen gronden gevonden voor toewijzing. De rechtbank concludeert dat de huidige school niet de oorzaak van de problemen is, maar eerder de strijd tussen de ouders. De rechtbank wijst de verzoeken van moeder A af en benadrukt het belang van duidelijkheid voor de zoon, die voor het begin van het nieuwe schooljaar moet weten waar hij naar school gaat.