ECLI:NL:RBNNE:2018:5501

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2018
Publicatiedatum
18 januari 2019
Zaaknummer
C18/188548 PR RK 18-384
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter in een civiele procedure

Op 4 december 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker heeft op 23 november 2018 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. L.T. de Jonge, kantonrechter in een andere procedure met nummer 6708757 CV EXPL 18-1684. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker geen partij is in deze procedure, maar de gemachtigde van partij [A]. Aangezien het wrakingsverzoek niet is ingediend namens [A], maar op persoonlijke titel door verzoeker, heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat er geen mondelinge behandeling van het verzoek zal plaatsvinden.

De rechtbank heeft verder opgemerkt dat verzoeker eerder al twee keer een wrakingsverzoek heeft ingediend tegen mr. L.T. de Jonge in dezelfde procedure, welke verzoeken ook niet-ontvankelijk zijn verklaard. Daarom heeft de rechtbank besloten dat een volgend wrakingsverzoek in deze procedure niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. L.T. de Jonge en de gemachtigde van Famed B.V. bevolen. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
zaaknummer: C18/188548 PR RK 18-384
beslissing van de meervoudige kamer van 4 december 2018
op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van
[naam] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verzoeker.

1.Procesverloop

1.1.
Bij brief van 23 november 2018 heeft verzoeker een verzoek ingediend tot wraking van mr. L.T. de Jonge, kantonrechter in de procedure met nummer 6708757 CV EXPL 18-1684 (aanhangig bij deze rechtbank, afdeling Privaatrecht, locatie Groningen).

2.Overwegingen

2.1.
Ingevolge artikel 36 Rv kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
De rechtbank stelt vast dat verzoeker geen partij is in de procedure met het in 1.1. genoemde nummer, maar de gemachtigde is van partij [naam] (hierna: [A] ). Gesteld noch gebleken is dat het wrakingsverzoek is ingediend namens [A] , zodat het ervoor moet worden gehouden dat verzoeker dit op persoonlijke titel heeft gedaan.
2.3.
Omdat het verzoek niet door of namens een partij is ingediend zal de rechtbank het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaren. Een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek kan daarom achterwege blijven.
2.4.
Omdat verzoeker inmiddels tweemaal heeft verzocht tot wraking van mr. L.T. de Jonge in de procedure met nummer 6708757 CV EXPL 18-1684 en beide verzoeken niet-ontvankelijk zijn verklaard, zal de rechtbank voorts op de voet van artikel 39 lid 4 Rv bepalen dat een volgend wrakingsverzoek in die procedure niet in behandeling zal worden genomen.
Beslissing
De rechtbank:
  • verklaart het verzoek niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer 6708757 CV EXPL 18-1684) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
  • beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. L.T. de Jonge en aan (de gemachtigde van) Famed B.V.;
  • bepaalt op de voet van artikel 39 lid 4 Rv dat een volgend verzoek tot wraking in de procedure in de hoofdzaak met zaaknummer 6708757 CV EXPL 18-1684 niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.M.A.M. Kager, voorzitter, P. Molema en M. Sanna, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2018.
typ: 692