ECLI:NL:RBNNE:2018:55
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- F.J. Agema
- F. de Jong
- A.L.J.M.A. Janssens
- Rechtspraak.nl
Beslissing over voortgang van strafzaak tegen terbeschikkinggestelde verdachte na verzoek tot beëindiging van opsporingsonderzoek
Op 3 januari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak onder parketnummer 18/206690-17 RK. De rechtbank heeft beslist dat de strafzaak tegen de verdachte niet is geëindigd. Dit besluit volgde op een verzoek van de verdachte, ingediend op 12 juli 2017, om een termijn te stellen voor de beëindiging van het opsporingsonderzoek naar een verdenking van zware mishandeling, gepleegd op 13 april 2017 in de Mesdagkliniek. De verdachte, geboren in 1991 en thans verblijvende in FPC Kijvelanden, had belang bij een spoedige vervolgingsbeslissing, vooral gezien zijn status als terbeschikkinggestelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er weliswaar enige vertraging is opgetreden in het opsporingsonderzoek, maar dat deze niet zodanig was dat de strafzaak als beëindigd kon worden verklaard. De officier van justitie en de raadsman van de verdachte zijn gehoord ter zitting van de meervoudige raadkamer op 20 december 2017. De raadsman stelde dat het Openbaar Ministerie onvoldoende voortvarendheid had getoond en dat de termijn voor het opsporingsonderzoek genegeerd was. De officier van justitie betoogde echter dat de voortgang van het onderzoek niet stil had gelegen en dat er tijd nodig was voor het horen van getuigen in een tbs-setting.
De rechtbank concludeerde dat, hoewel de termijn tussen de verdenking en de dagvaarding lang was, dit niet leidde tot de conclusie dat de strafzaak niet met de nodige voortvarendheid was behandeld. De rechtbank heeft daarom besloten dat de strafzaak niet is geëindigd, en dat de inhoudelijke behandeling van de zaak op 31 januari 2018 zal plaatsvinden.