ECLI:NL:RBNNE:2018:5498
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H.J. Bastin
- Th. A. Wiersma
- M.W. de Jonge
- P. Molema
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter en griffier in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak hebben verzoekers op 28 mei 2018 schriftelijk verzocht om wraking van mr. H.J. Bastin, rechter in de Rechtbank Noord-Nederland, in verband met eerdere uitspraken in aanhangige bestuursrechtelijke zaken. De wraking is behandeld op een openbare zitting op 19 juni 2018, waar verzoekers en de rechter aanwezig waren. Tijdens de zitting hebben verzoekers hun wrakingsverzoek in de zaak LEE 18/705 ingetrokken. De rechtbank heeft de wraking beoordeeld op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.
Verzoekers hebben hun verzoek tot wraking gebaseerd op onvrede over eerdere uitspraken van de rechter in andere procedures. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is voor het herbeoordelen van eerdere uitspraken, maar enkel voor het vaststellen van (de schijn van) vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verzoekers geen concrete feiten of omstandigheden hebben aangedragen die de vrees voor partijdigheid van de rechter rechtvaardigen.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek tot wraking van de griffier afgewezen, omdat het rechtsmiddel van artikel 8:15 van de Awb geen wraking van een griffier voorziet. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot wraking van de rechter afgewezen en het verzoek tot wraking van de griffier niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 juli 2018.