Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2018 in de zaak tussen
[eiser] te [plaats] , eiser
de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De intrekking van de jachtakte en het besluit van de minister
Toetsingskader
Beroepsgronden en beoordeling
Onderaan het formulier staat trouwens dat de aanvrager onbetrouwbaar zal worden geacht als hij één van de vragen van het formulier niet naar waarheid heeft beantwoord. Er staat ook dat de jachtakte dan zal worden geweigerd. [betrokkene] had er ook daarom al extra alert op moeten zijn dat hij alle vragen naar waarheid moest invullen.
De rechtbank is het daarmee eens. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister uit het feit dat [betrokkene] vier jaar op rij het formulier niet juist heeft ingevuld daarom in redelijkheid de conclusie kunnen trekken dat getwijfeld kon worden aan zijn betrouwbaarheid. De minister heeft dat ook mogen zien als een aanwijzing dat het voorhanden hebben van wapens en munitie [betrokkene] niet langer kon worden toevertrouwd. Uit de tekst van artikel 5.4 van de Wet natuurbescherming blijkt dat in zo’n geval de jachtakte moet worden ingetrokken. De minister kon dus ook niet meer besluiten daarvan af te zien.
Conclusie
Beslissing
mr. D.H. ter Beek, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 november 2018.