ECLI:NL:RBNNE:2018:5387

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2018
Publicatiedatum
4 januari 2019
Zaaknummer
18/730101-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland oordeelt over een reeks woninginbraken en pogingen daartoe, gepleegd door verdachte en medeverdachte

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 4 december 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een medeverdachte betrokken was bij een serie woninginbraken en pogingen daartoe. De verdachte, geboren in 1998, heeft zich in een periode van twee maanden schuldig gemaakt aan meerdere gekwalificeerde diefstallen, waarbij voornamelijk woningen van kwetsbare mensen het doel waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte op brutale wijze te werk gingen, waarbij zij gebruik maakten van breekijzers en schroevendraaiers om toegang te krijgen tot de woningen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de omstandigheden waaronder de inbraken zijn gepleegd. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden, wat de rechtbank als strafverzwarend heeft aangemerkt. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en deelname aan gedragsinterventies, om de kans op recidive te verkleinen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730101-18
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 4 december 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in PI Leeuwarden, te Leeuwarden, Holstmeerweg 7.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 november 2018 en 20 november 2018. Bij de terechtzitting van 6 november 2018 is verdachte verschenen, bijgestaan door mr. E.P.H. van Esser, advocaat te Amsterdam. Bij de terechtzitting van 20 november 2018 zijn verdachte en zijn raadsvrouw niet verschenen. Bij de terechtzitting van 6 november 2018 is het openbaar ministerie ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens. Bij de terechtzitting van 20 november 2018 is het openbaar ministerie vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving en wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 februari 2018 te Heemskerk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (in/uit een woning (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) enig
goed van verdachtes en/of verdachtes mededaders gading, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, de tuindeur van het perceel [straatnaam] vernield/geforceerd en/of (met een voorwerp) aan het kozijn van een slaapkamerraam van die woning aan de [straatnaam] gewrikt en/of deze vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 15 februari 2018 te Hoogezand, in elk geval gemeente Midden-Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) een telefoontoestel (van het merk Samsung, goudkleurig) en/of een (goudkleurige) ketting en/of een (goudkleurige) armband en/of een Notebook (van het merk Packard Bell), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2018 tot en met 29 januari 2018 te Hoogezand, in elk geval in de gemeente Midden-Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) vier (goudkleurige) kettingen en/of twee (goudkleurige) ringen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4.
hij op of omstreeks 16 februari 2018 te Heerenveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) een (gouden) halsketting, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voornoemde goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
hij op of omstreeks 16 februari 2018 te Heerenveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) een fotocamera (van het merk Nikon) en/of een (gouden) horloge en/of een VR-bril) en/of een (gouden) ketting en/of vier oorbellen en/of een paar schoenen (van het merk Nike) en/of een hoeveelheid medicijnen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 16 februari 2018 en 17 februari 2018 te Heerenveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) (onder meer) twee stuks servies en/of twee (zilveren) armbanden en/of twee (zilveren) bedeltjes en/of een (gouden) horloge en/of een dasspeld en/of meerdere kettingen en/of horloges en/of dasspelden en/of broches en/of een zilveren tientje een armband en/of een oorbel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
7.
hij op of omstreeks 17 februari 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente
Smallingerland, (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (gouden) ketting met daaraan een (gouden) munt, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
8.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 17 februari 2018 en 18 februari 2018 te Hoogeveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) een paar (gouden) manchetknopen en/of twee (gouden) horloges en/of een (parel)halsketting en/of een meerdere andere sieraden, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
9.
hij op of omstreeks 18 februari 2018 te Hoogeveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning (gelegen aan of bij [straatnaam] ) (onder meer) meerdere kettingen en/of armbanden en/of ringen en/of een broche en/of een horloge en/of meerdere oorbellen en/of een zak (met kapot zilver), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] , heeft weggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
10.
hij op of omstreeks 18 februari 2018 te Dalen, in elk geval in de gemeente Coevorden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) twee (gouden) trouwringen en/of een (gouden) speld en/of een (gouden) halsketting en/of een fietscomputer en/of twee oorijzerspelden en/of een ketting, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 12] , heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
11.
hij op of omstreeks 2 maart 2018 te Heerenveen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (in/uit een woning van [slachtoffer 13] gelegen aan of bij de [straatnaam] ) enig(e) goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een raam van de/een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] (met een voorwerp) heeft opengebroken en/of zich via de ontstane opening de toegang tot
die woning heeft verschaft en/of in die woning heeft gezocht naar (een) goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12.
hij op of omstreeks 2 maart 2018 te Heerenveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning van een serviceflat gelegen aan of bij [straatnaam] ) een of meerdere siera(a)d(en), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 14] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 2 maart 2018 te Heerenveen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (in/uit een serviceflat gelegen aan of bij [straatnaam] ) enig(e) goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, dat/di geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 14] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een raam van een serviceflat gelegen aan of bij [straatnaam] ) (met een voorwerp) heeft opengebroken en/of zich via de ontstane opening de toegang tot die woning heeft verschaft en/of in die woning heeft gezocht naar (een) goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
13.
hij op of omstreeks 3 maart 2018 te Hoogeveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) een kluis met inhoud (te weten geld (ongeveer 200 euro) en/of enkele waardepapieren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 15] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
14.
hij op of omstreeks 4 maart 2018 te Swifterbant, in elk geval in de gemeente Dronten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) een (gouden) dames horloge, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 16] of diens echtgenote, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen
goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
15.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 5 maart 2018 en 6 maart 2018 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) een potje met kleingeld (ongeveer 50 euro) en/of een draagmedaille (ridderorde) en/of draagmedaille (verleend voor diensten in Indië) een (andere) draagmedaille (voor verleende diensten), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan
[slachtoffer 17] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
16.
op of omstreeks 6 maart 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) (onder meer) een armband met bedeltjes en/of een ketting en/of een bril en/of geld (ongeveer 450 euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 18] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
17.
hij op of omstreeks 6 maart 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) een rood sieradendoosje met daarin (onder meer) twee kettingen en/of een armband, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 19] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
18.
hij op of omstreeks 6 maart 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) een of meerdere (roze) plastic bakjes met daarin (onder meer) brieven en/of sieraden en/of enveloppen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 20] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
19.
hij op of omstreeks 10 maart 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) enig(e) goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 21] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een raam van de/een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) (met een voorwerp) heeft opengebroken en/of zich via de ontstane opening de toegang tot die woning heeft verschaft en/of in die woning heeft gezocht naar (een)
goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
20.
hij op of omstreeks 22 maart 2018 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (in/uit een woning gelegen aan of bij [straatnaam] ) enige goederen van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 22] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een ruit van die woning aan [straatnaam]) heeft vernield en/of (met een voorwerp) aan het een raamkozijn van die woning heeft gewrikt en/of deze heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
21.
hij op of omstreeks 22 maart 2018 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) (onder meer) een laptop (van het merk Acer) en/of een fotocamera en/of meerdere bedelarmbandjes en/of ringen en/of oorbellen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 23] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
22.
hij op of omstreeks 22 maart 2018 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) (onder meer) een halsketting, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 24] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of
die weg te nemen halsketting onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 22 maart 2018 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] ) een of meer goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 24] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, (met een voorwerp) een raam van die woning aan de [straatnaam] ) heeft vernield/geforceerd en/of (vervolgens) dat raam geopend en/of door de onstane
opening die woning is binnengegaan en/of in die woning heeft gezocht naar (een) goed(eren) van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1., 2., 4., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12. subsidiair, 13., 14., 15., 16., 17., 18., 19., 20., 21. en 22. subsidiair ten laste gelegde gevorderd. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 3., 12. primair en 22. primair ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd. Nadat verdachten op 22 maart 2018 op heterdaad werden aangehouden in Alkmaar kwam er een eind aan een lange reeks inbraken die volgens dezelfde modus operandi werd uitgevoerd. Aan de drie inbraken in Alkmaar is een duidelijke werkwijze te ontlenen. Verdachten hadden de werktuigen in hun handen. Onder verdachte is een breekijzer in beslag genomen en onder de medeverdachte is een schroevendraaier in beslag genomen. De medeverdachte droeg handschoenen en verdachte droeg kenmerkende schoenen. In de modus operandi valt de voorkeur op voor een specifiek gekozen slachtoffer c.q. een specifiek gekozen locatie. Daarnaast is er sprake van een specifieke wijze van inbreken, welke van toepassing is op alle ten laste gelegde inbraken. Daarbij komen specifieke bewijsmiddelen naar voren die wijzen naar verdachten. Ook valt een zorgvuldige planning en uitvoering op. Zo is het adres van een woonzorgcomplex op een handgeschreven briefje geschreven dat verdachte met zich meedraagt, is de woning van te voren opgezocht op internet op de telefoon van verdachte, wordt het adres ingevoerd in de Tomtom en gaan ze met de auto. Gelet op deze kenmerkende omstandigheden maakt de officier van justitie gebruik van schakelbewijs. Daarbij komt dat uit analyse is gebleken dat deze specifieke en kenmerkende wijze van inbreken geheel is gestopt na de aanhouding van verdachten, hetgeen het bewijs naar het oordeel van de officier van justitie versterkt.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de ten laste gelegde woninginbraken, dan wel pogingen daartoe, heeft begaan.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank acht het onder 3., 10., 12. primair, 19. en 22. primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt ten aanzien van deze feiten het volgende.
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een veroordeling van dit feit te komen.
Ten aanzien van het onder 10. ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat, ondanks dat er een handschoenspoor is aangetroffen dat overeenkomsten vertoont met de handschoen van de medeverdachte, dit feit voor het overige in het geheel geen overeenkomsten heeft met de modus operandi zoals bij de overige ten laste gelegde feiten is gehanteerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een veroordeling van dit feit te komen.
Ten aanzien van het onder 12. primair en 22. primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat uit de bewijsmiddelen niet is gebleken dat er goederen zijn weggenomen. Om deze reden komt de rechtbank ten aanzien van deze feiten niet tot een voltooide inbraak.
Ten aanzien van het onder 19. ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat de poging tot inbraak is gepleegd volgens een gelijke modus operandi, gelet op het type woning waar de poging is gepleegd, het aantreffen van rode strepen bij de braaksporen, die vermoedelijk afkomstig zijn van het werktuig waarmee het raam is geforceerd, alsmede de overeenkomst tussen de schoenen van verdachte en het aangetroffen schoenspoor. Ondanks deze aanwijzingen naar betrokkenheid van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat dit onvoldoende is om verdachte in verband met het ten laste gelegde feit te brengen.
Bewezenverklaring
Ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten komt de rechtbank tot een bewezenverklaring. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat verdachte de onder 1., 2., 4., 5., 6., 7., 8., 9., 11., 12. subsidiair, 13., 14., 15., 16., 17., 18., 20., 21. en 22. subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan. Deze beslissing is zowel gegrond op de ten aanzien van de hieronder per afzonderlijk tenlastegelegd feit of cluster van feiten weergegeven bewijsmiddelen, als op de inhoud van het geheel van bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, waaronder de bewijsmiddelen genoemd in de hierna volgende overwegingen.
Algemene overwegingen
Verdachte en de medeverdachte zijn op 22 maart 2018 op heterdaad aangehouden bij de poging tot inbraak aan [straatnaam] in Alkmaar. Verdachte heeft erkend dat hij betrokken was bij deze inbraak. Hierover heeft hij verklaard dat hij op de uitkijk heeft gestaan, hetgeen volgens de raadsvrouw duidt op medeplichtigheid, hetgeen niet is ten laste gelegd. De andere twee ten laste gelegde inbraken op 22 maart 2018 in Alkmaar heeft verdachte ontkend. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle drie de woninginbraken in Alkmaar. De rechtbank heeft, evenals de officier van justitie, in haar overwegingen deze drie inbraken als startpunt genomen ten aanzien van de hierna opgenomen bewezenverklaarde feiten. De rechtbank overweegt daartoe dat uit de manier waarop deze woninginbraken zijn gepleegd een modus operandi met specifieke kenmerken is af te leiden.
Uit de bewijsmiddelen komt ten aanzien van de inbraak en de pogingen tot inbraak in Alkmaar, het volgende naar voren. Het betreft telkens benedenwoningen, voornamelijk bestaande uit woningen van bejaarden-/zorginstellingen dan wel woningen in de directe nabijheid daarvan. Uit onderzoek van de laptop van de medeverdachte is gebleken dat er 491 maal gezocht is middels het programma Google maps met verschillende zoektermen. Er werd opvallend veel gezocht op bejaardentehuizen, stichtingen, verpleeghotels en woonzorgcentra (pv bev p. 513 e.v.). Kort voor de inbraken in Alkmaar heeft verdachte op internet gezocht naar bejaardentehuizen in Alkmaar (pv bev p. 516 e.v.). Verdachten zijn met een auto met kenteken [kenteken] naar Alkmaar gekomen. Het adres [straatnaam] stond op een briefje dat onder verdachte in beslag genomen is en het adres was ingevoerd in de TomTom. Verder valt op dat er eenmaal is binnengekomen door een niet afgesloten raam en tweemaal is ingebroken door het verbreken van een raam. Daarbij zijn de werktuigen een schroevendraaier en/of een breekijzer, waardoor braaksporen zijn veroorzaakt waarin rode verf/lak is aangetroffen. De woningen zijn overhoop gehaald, kasten en laden werden doorzocht en de buit bestond voornamelijk uit sieraden. De inbraak en de pogingen tot inbraak in Alkmaar zijn gepleegd in het begin van de avond. Bij de betrapping op heterdaad in Alkmaar is bij de medeverdachte een schroevendraaier met zijn DNA aangetroffen en bij verdachte is een rood breekijzer met zijn DNA aangetroffen. De medeverdachte droeg handschoenen en verdachte droeg schoenen waarvan de zolen een kenmerkend profiel hadden.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte en zijn medeverdachte in de aan de feiten in Alkmaar voorafgaande periode vaker op dezelfde wijze te werk zijn gegaan.
De auto waarmee verdachte en de medeverdachte naar Alkmaar zijn gereden, is door de politie inbeslaggenomen en doorzocht. In de auto zijn meerdere handgeschreven briefjes aangetroffen met daarop adressen. Op deze briefjes stonden onder andere adressen van plekken waar woninginbraken zijn gepleegd, dan wel in de nabijheid hiervan, ook buiten Alkmaar. De politie heeft in een proces-verbaal uitgewerkt welke adressen zich in de nabije omgeving bevonden van woningen waar is ingebroken, dan wel een poging daartoe is gedaan. De politie heeft de TomTom uit de auto onderzocht en uitgelezen en uit dit onderzoek is een lijst met adressen naar voren gekomen. Vervolgens is aangegeven of de adressen uit de TomTom een relatie hebben met de adressen op de briefjes en de adressen waar is ingebroken. De rechtbank hecht veel waarde aan dit proces-verbaal. De rechtbank overweegt daartoe dat wanneer een adres dat op één van de handgeschreven briefjes is opgenomen gerelateerd kan worden aan een in de TomTom voorkomend adres en uit de TomTom blijkt dat de auto daar is geweest, zoals bij een deel van de bewezenverklaarde feiten het geval is, dit een sterke aanwijzing is dat verdachte en de medeverdachte bij de betreffende (pogingen tot) woninginbraken betrokken zijn geweest.
Bij het overgrote deel van de hieronder bewezenverklaarde woninginbraken zijn braaksporen aangetroffen van zowel een schroevendraaier als een breekijzer en in enkele gevallen alleen van een schroevendraaier of breekijzer. Voor een deel van deze sporen geldt dat zij blijkens onderzoek zijn veroorzaakt, waarschijnlijk zijn veroorzaakt dan wel mogelijk zijn veroorzaakt door de onder verdachte en de medeverdachte in Alkmaar aangetroffen werktuigen. Een ander specifiek element dat in veel zaken terugkomt is dat er rode verf in de braaksporen is aangetroffen.
Bij een aantal van de hieronder bewezen verklaarde zaken zijn handschoensporen aangetroffen, die overeenkomsten vertonen met de onder verdachte inbeslaggenomen handschoenen bij de inbraak in Alkmaar. Ondanks dat uit het handschoensporenonderzoek geen karakteristieke overeenkomsten zijn aangetroffen die kunnen leiden tot identificatie en derhalve niet kan worden vastgesteld dat de handschoensporen zijn veroorzaakt met de handschoen van verdachte, acht de rechtbank deze sporen ten aanzien van de gepleegde inbraken in Almelo wel degelijk van belang, nu deze sporen passen in de overeenkomstige modus operandi met de andere door verdachte gepleegde woninginbraken, dan wel pogingen daartoe. Ditzelfde geldt voor aangetroffen schoensporen die overeenkomsten vertonen met de onder de verdachte inbeslaggenomen schoenen.
Uit de telefoon- en mastgegevens kan afgeleid worden wanneer verdachte en de medeverdachte contact hadden, alsmede waar zij zich op bepaalde momenten bevonden. Vastgesteld kan worden dat de tijdstippen en locaties die hieruit naar voren komen passen bij de desbetreffende bewezenverklaarde feiten zoals hieronder aangegeven.
De rechtbank heeft tenslotte in aanmerking genomen dat de bewezenverklaarde inbraken zijn gepleegd in de namiddag of begin van de avond, dat de woningen doorgaans werden binnengedrongen door middel van verbreking van een raam en dat de buit telkens bestond uit kleine makkelijk mee te nemen waardevolle goederen zoals sieraden.
Gelet op de hiervoor omschreven samenhang en overeenkomsten is de rechtbank van oordeel dat de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan de verschillende feiten zoals hieronder opgenomen elkaar versterken en als schakelbewijs kunnen dienen.
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 februari 2018, opgenomen op pagina 942 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [naam 1] namens [slachtoffer 1] :
Plaats delict: [straatnaam] , Heemskerk
Op 13 februari 2018, rond 19:45 uur, werd ik gebeld door mijn moeder. Mijn moeder vertelde mij dat er zojuist was geprobeerd in te breken in haar woning. Van de politie hoorde ik dat de poging tot inbraak vermoedelijk tussen 19:35 en 19:40 uur plaats zou hebben gevonden. Toen mijn moeder het gordijn van het slaapkamerraam opende, zag zij twee personen de tuin uitrennen. Van de politie hoorde ik dat de tuindeur volledig geforceerd was. Ook waren er duidelijk sporen van braak zichtbaar op het kozijn van het slaapkamerraam.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 15 februari 2018, opgenomen op pagina 945 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht aan een woning aan de [straatnaam] , te Heemskerk, gelegen binnen de gemeente Heemskerk. Ik zag dat de tuindeur aan de sluitzijde beschadigd was door het gebruik van een breekvoorwerp. Ik zag dat het raam aan de onderzijde beschadigd was. Ik zag dat de 2 indrukken veroorzaakt waren door 2 verschillende breekvoorwerpen, een schroevendraaier en een breekijzer. Ik heb beide indrukken afgevormd en veiliggesteld (AALN4515NL, AALN4516NL). Ik zag dat de raamboompjes aan de binnenzijde van het raam verbogen en los zaten.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 21 mei 2018, opgenomen op pagina 947 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Op 23 maart 2018 ontvingen ik, eerste verbalisant, tevens forensisch onderzoeker werktuigsporen en ik, tweede verbalisant, tevens deskundige A werktuigsporen, de volgende stukken van overtuiging:
[A] een schroevendraaier, merk: PB, kleur: rood, voorzien van BHV-nr: PL11F0-2018052676-859866 en SIN:AALL1382NL, op 22 maart 2018 te 21.45 uur inbeslaggenomen onder [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] ;
[B] een breekijzer, merkloos, kleur: rood, voorzien van BHV-nr: PL11F0-2018052676-869895 en SIN: AALL1381NL, op 22 maart 2018 inbeslaggenomen onder: [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998.
Na een nader onderzoek in de genoemde sporenverzameling bleek dat de schroevendraaier [A] in aanmerking kwamen als mogelijke veroorzaker van het volgende werktuigspoor:
[7] een afvorming van een werktuigspoor met een breedte van circa 15 mm, voorzien van BVH-nr: PL11FO-2018028748-49132 en SIN:AALN4515NL, op 14-02-2018 te 10.58 uur veiliggesteld vanaf de onderzijde van openslaand raam van perceel [straatnaam] te Heemskerk.
Conclusie:
Op grond van het door ons gehouden vergelijkend werktuigsporenonderzoek, concluderen wij, eerste en tweede verbalisant, dat;
-de werktuigsporen [7] ZIJN VEROORZAAKT met schroevendraaier [A];
Toelichting:
Bij het formuleren van de conclusie is gebruik gemaakt van de volgende waarschijnlijkheid conclusies:
Bevestigend: IS VEROORZAAKT; ZEER WAARSCHIJNLIJK; WAARSCHIJNLIJK
en MOGELIJK.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2018, opgenomen op pagina 710 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
In het belang van dit onderzoek heb ik onderzoek gedaan naar de adressen/straten op de briefjes welke in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken] zijn aangetroffen. Ik ben alle adressen/ straten nagegaan en heb gekeken of er op deze adressen/ straten, of in de nabije omgeving van deze adressen/ straten, een woninginbraak heeft plaatsgevonden. Hierbij is ook gekeken of deze inbraken overeen komen met de handelswijze/M.O. welke past bij de aangehouden verdachten. Het is als volgt weergegeven:
Dikgedrukte adressen: Dit zijn de adressen welke op de briefjes geschreven stonden.
Schuingedrukte adressen: Dit zijn adressen waar een inbraak heeft plaats gevonden.
Het betreffende schuingedrukte adres heeft betrekking op het daar bovenstaande dik gedrukte adres afkomstig van de briefjes.
Tomtom:In het voertuig, voorzien van kenteken [kenteken] , is een Tomtom
navigatiesysteem aangetroffen welke in beslag genomen is. Deze Tomtom is onderzocht en uitgelezen en uit dit onderzoek is een lijst met adressen naar voren gekomen welke afkomstig zijn uit de tomtom. Onder de dikgedrukte en schuingedrukte adressen zal onder het kopje Tomtom: wordt aangegeven de adressen uit de Tomtom een relatie hebben met het betreffende adres.
Briefje 7:
Het adres Mozartstraat 91 te Heemskerk
Tomtom:
[straatnaam] , Heemskerk' staat drie keer vermeld in de data welke uit de TomTom gehaald is. Het adres is een keer geregistreerd als 'Weeslocatie', een keer geregistreerd als 'Entered Locations' en een keer als 'Huidige locaties'.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2018, opgenomen op pagina 1366 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat verdachte [medeverdachte 1] gebruik maakte van/beschikte over telefoonnummer [telefoonnummer] vanaf 08-10-2017 t/m 22-03-2018.
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
(Tabel met communicatie- en zendmastgegevens)
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
Verdachte heeft het onder 1. ten laste gelegde ontkend. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat uit het werktuigsporenonderzoek, de aangetroffen briefjes en de TomTom, alsmede het aanstralen van de telefoon niet afgeleid kan worden dat verdachte met deze inbraak te maken heeft gehad.
De rechtbank constateert dat het op het briefje en in de TomTom aangetroffen adres [straatnaam] , Heemskerk' een straat is welke grenst aan de [straatnaam] , alwaar de poging tot inbraak heeft plaatsgevonden. Blijkens de TomTom is de auto, die verdachten ten tijde van de inbraken in Alkmaar bij zich hadden, op dit adres geweest.
Aangeefster heeft twee personen weg zien rennen en uit werktuigsporenonderzoek is gebleken dat bij deze poging tot inbraak gebruik is gemaakt van een breekijzer en een schroevendraaier. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat het feit door twee personen is gepleegd. Uit sporenonderzoek blijkt dat de schroevendraaier, die in Alkmaar bij de medeverdachte is aangetroffen, ook bij dit feit is gebruikt. Gelet op deze overeenkomst, alsmede het gegeven dat verdachte in Alkmaar een breekijzer bij zich droeg en ook bij deze poging een breekijzer is gebruikt, is de rechtbank van oordeel dat gelet op het geheel aan bewijsmiddelen, welk overeenkomt met de modus operandi overeenkomstig de woninginbraken in Alkmaar en het hiervoor overwogene, wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte en de medeverdachte onderhavig feit hebben gepleegd.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 februari 2018, opgenomen op pagina 951 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik woon aan de [straatnaam] te Hoogezand. Ik woon op de begane grond van de flat op nummer [huisnummer] . Op 15 februari 2018 heb ik omstreeks 09:35 uur mijn woning verlaten. Ik heb alle buitendeuren slotvast afgesloten. Om binnen te kunnen komen heb ik de deur opengetrapt. Ik zag toen dat er twee deuren op de grond lagen. Ik zag dat de deuren uit de kast kwamen die tegen wand in de woonkamer staat. Ik zag ook dat de kast doorzocht was en dat er spullen die uit kast kwamen op de grond lagen. Ook zag ik dat er een kartonnen doos van Vodafone op de eetkamertafel stond. In deze doos zat een nieuwe mobiele telefoon van het merk Samsung Galaxy A3 gold. Het imei nummer is [nummer] , het simkaartnummer is [nummer] . De telefoon zat nog in de originele verpakking. Ik zag dat deze verpakking leeg op de eetkamertafel lag. Daarna zag ik dat alle keukenkastjes in de keuken open stonden. Ik zag dat ook de deuren van de twee inloopkasten in de keuken openstonden. Daarna ben ik naar de slaapkamer gelopen. Ik zag dat de deur van de kast die in het halletje zit ook open stond. Ik zag dat er in de slaapkamer glas op de grond lag. Ik zag dat dit bij de buitendeur lag. Ik zag dat er een groot gat in het glas van deze deur zat. Dit raam is ongeveer 1 meter hoog en 60 centimeter breed. Nu blijkt dat ik het volgende mis: Een Gouden halsketting met een hanger in de vorm van een zeemeermin en een gouden armband. Ook mis ik nog een laptop van het merk Packard Bell zwart van kleur.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 februari 2018, opgenomen op pagina 956 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Het onderzoek is verricht in een woning te [straatnaam] Hoogezand, binnen de gemeente Midden-Groningen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 464 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Een van de aangehouden verdachten betrof [verdachte] uit Lelystad, van wie onder andere de door hem bij zijn aanhouding op heterdaad gedragen schoenen (merk Nike, maat 43) in beslag waren genomen. Van deze schoenen zijn proefafdrukken gemaakt die voor het onderzoek ter beschikking stonden. De onderzoeksvraag omvatte na te gaan of deze schoenen overeenkwamen met schoensporen die bij eerdere inbraken in Noord-Nederland bij forensisch onderzoek waren veiliggesteld. Het schoenprofiel kenmerkt zich door een regelmatig netwerkpatroon van voornamelijk gelijkzijdige driehoeken, waarbij de rand van de zolen zijn bezet met rechthoekige en blokvormige figuren. In het midden van de zool is het logo van het merk Nike opgenomen. Bij raadpleging van de bestanden van de afdeling Schoen- en bandonderzoek van Forensische Opsporing Noord-Nederland over 2018 werden een 7-tal schoensporen gevonden die op punten overeenkomsten vertoonden met het profiel van de inbeslaggenomen schoenen. De sporen zijn vastgelegd onder de volgende BVH-registraties en SIN-nummers:
2018058779 SIN AALH1398NL
4. Een schriftelijk bescheid, inhoudende een rapport van het NFI d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 959 van voornoemd dossier, onder meer inhoudende:
Het DNA-profiel RAAH6444NL van de verdachte [medeverdachte 1] is op 29 maart 2018
opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken
met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking zijn tot op heden drie matches gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster 42411. Bovenstaande betekent dat DNA in het sporenmateriaal met de identiteitszegels AACY7287NL#0l, AAJG3222NL#0l, AAHC1158NL#01, uit DNA-profielcluster 42411, afkomstig kan zijn van de verdachte [medeverdachte 1] (zie kader 'Aandachtspunt bij een DNA-databankmatch').
DNA-identiteitszegel AAHC1158NL#01
Soort DNA-profiel enkelvoudig DNA-profiel
Matchkans DNA-profiel kleiner dan één op één miljard
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 mei 2018, opgenomen op pagina 638 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Opvallend is dat de woninginbraak gepleegd werd tussen 15 februari 2018 om 09:35
uur en 15 februari 2018 om 19:05 uur uit de woning [straatnaam] Hoogezand.
Door mij werd de aangetroffen foto van 15-02-2018 nader bekeken. Ik zag dat deze foto stond in de gsm in de map/sdcard/.cloudagent/cache. Blijkens de exit info (afbeelding 2) werd op 15 februari 2018 om 21:49 uur (afbeelding 1) gemaakt. Door de vermelde GPS coördinaten te open in openstreettmaps werd de locatie Jol 39 46 te Lelystad zichtbaar, zijnde de woning van verdachte [medeverdachte 2] en verdachte [verdachte] (ter zake voornoemde woning inbraak woning [straatnaam] 11 Hoogezand) (afbeelding 3).
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
De rechtbank overweegt dat in de woning bloedsporen zijn aangetroffen, waaruit een DNA-match met de medeverdachte is gekomen. Daarnaast zijn er bij de woning schoensporen aangetroffen, welke overeenkomsten vertonen met de schoenen die onder verdachte in beslag zijn genomen. Uit onderzoek is gebleken dat op de avond van de inbraak met de uit de woning weggenomen telefoon een foto is genomen in de woning van verdachte, hetgeen blijkens GPS coördinaten is vastgesteld. Daarna is de telefoon in gebruik geweest bij de moeder van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat nu de telefoon op dezelfde avond in de woning van verdachte is gebruikt, alsmede het feit dat er een overeenkomst is tussen de schoenen die verdachte bij de woninginbraak in Alkmaar droeg en het schoenspoor dat bij deze inbraak is aangetroffen, wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte deze woninginbraak heeft gepleegd. Gelet op het aangetroffen DNA van de medeverdachte acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze inbraak tezamen en in vereniging met de medeverdachte heeft gepleegd.
Ten aanzien van het onder 4., 5. en 6. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 februari 2018, opgenomen op pagina 974 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
Plaats delict: [straatnaam] , Heerenveen
Deze inbraak heeft plaats gevonden op 16 februari 2018 tussen 15.30 en 20.10 uur. De dader is binnengekomen door aan de achterzijde van mijn woning een raam open te breken. Eenmaal binnen zijn alle laden en kasten doorzocht. Ik mis een gouden halsketting. Het betreft een 14 karaats gouden heren schakelketting met een lengte van ongeveer 60 centimeter.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 2 juni 2018, opgenomen op pagina 977 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning (flat) bij [slachtoffer 4] te [straatnaam] Heerenveen. Ik zag dat aan de achterzijde van het appartement nummer [huisnummer] een uitzetraam openstond. In het uitzetraam zag ik indruksporen. De indruksporen waren gezien de vorm en breedte vermoedelijk gezet met een breekijzer. Het indrukspoor werd door mij veiliggesteld en voorzien van SIN:AALH2609NL. In de hierboven aangetroffen indruksporen, trof ik rode verf aan. De rode verf was niet afkomstig van het kozijn en was vermoedelijk afkomstig van het eerder genoemde breekijzer. Op de vensterbank (buitenzijde) van het verbroken uitzetraam, zag ik een afdruk van een schoenzoolprofiel staan. Gezien de stand van het spoor, betrof dit een zogenaamd inklimspoor van de vermoedelijke dader.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 februari 2018, opgenomen op pagina 992 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 5] :
Plaats delict: [straatnaam] , Heerenveen
Op 16 februari 2018, omstreeks 20:18 belde mijn buurman [slachtoffer 4] mij op mijn mobiele telefoon. Ik hoorde dat hij tegen mij zei dat er bij zijn en mijn woning was ingebroken. Dat ze door middel van een raam aan de achterkant open te breken waren binnen gekomen. Ik zag dat mijn spiegelreflexcamera van Nikon model D90 er niet meer lag. Hierna ben ik naar de salontafel gelopen en zag dat het gouden horloge die ik geërfd heb van mijn vader er niet meer lag. Ze hebben mijn zwarte Virtual reality bril meegenomen en dat het familiegoud weg was te weten: Een massieve vierkante koningsketting van zestig gram achttien karaat. Twee zegelringen beiden van veertien karaat goud eentje met een blauwe steen en eentje massief goud. En nog een stuk of drie a vier oorringetjes van eenentwintig karaat deze hebben de grote van een sigarettenfilter. Daarna zag ik dat mijn nieuwe Nike air max 90 maat 46 in de kleuren zwart oranje weg waren. Ook zijn mijn medicijnen Oxicodom 10 mg vier dozen van dertig stuks per doos. Ook zijn er vier doosjes Oxicontin van 5mg meegenomen in deze dozen zitten ook dertig stuks. Ook is er nog een doosje valium van dertig stuks van 10 mg meegenomen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 17 juni 2018, opgenomen op pagina 1000 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning (flat) bij [slachtoffer 5] te [straatnaam] Heerenveen. Aan de achterzijde van het appartement (buitenzijde), zag ik bij het uitzetraam een versplinterd indrukspoor. In het indrukspoor (uitzetraam), zag ik rode verf. De verf was vermoedelijk afkomstig van het werktuig waarmee het indrukspoor in het uitzetraam werd gezet. Op de vensterbank (buitenzijde), zag ik een afdruk van een fragment van een schoenzool. Gezien de stand was deze gezet door de dader om de woning in te klimmen. De dader(s) zijn de woning vermoedelijk binnengetreden door het uitzetraam door middel van braak te openen. Daarna werd gebruik gemaakt van de vensterbank om de woning binnen te klimmen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 februari 2018, opgenomen op pagina 1004 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 2] namens [slachtoffer 6] :
Ik doe namens mijn bejaarde moeder, [slachtoffer 6] , aangifte van diefstal door middel van braak uit haar woning aan [straatnaam] in Heerenveen. Het feit is gepleegd tussen 16 februari 2018 15:50 uur en 17 februari 2018 omstreeks 11.55 uur. De woning betreft een appartement op de begane grond van het wooncomplex voor ouderen van [naam instantie] . Ik zag dat er veel goederen die normaal in de kastjes dan wel lades liggen op de grond lagen, op de donkerrode vloerbedekking. Uit de woning zijn sieraden, horloges, een zilveren tientje en waarschijnlijk twee antieke schaaltjes zijn weggenomen.
Bijlage goederen:
Servies 2 stuks, Armband, Zilveren armband met 2 bedels, Bedel, Bedel, Horloge, gouden heren, Gouden dameshorloge, Dasspeld, Ketting, Horloge, Dasspeld, Ketting, Horloge, Dasspeld, Ketting, Dasspeld, Dasspeld, Oorsieraad, lange oorbel, Zilveren tientje, Broche, Broche, Horloge, Broche, Armband.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 6 april 2018, opgenomen op pagina 1020 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning aan [straatnaam] , Heerenveen. Het pand betrof een appartement op de begane grond. Ik zag dat aan de achterzijde van de woning, thv de deurkruk, van de deur van de slaapkamer, een gat in de thermopane ruit was gemaakt. De toegang tot de woning was vermoedelijk verkregen door het open breken van deze deur. Aan de bovenzijde, thv slot, was een fragment van een werktuigspoor zichtbaar. Gezien de vorm en de maat van het werktuigspoor was dit vermoedelijk gebeurd met een breekijzer. In het werktuigspoor heb ik rode verf aangetroffen, mogelijk dat het breekijzer rood van kleur was. Op het kozijn van de deur heb ik handschoensporen zichtbaar gemaakt, vermoedelijk heeft(hebben) de dader(s) handschoenen gedragen tijdens de inbraak. Op 3 glasscherven die achter de deur op de vloer van de slaapkamer lagen, zag ik schoensporen. Deze zijn mogelijk afkomstig van 2 verschillende schoenen. De schoensporen heb ik veiliggesteld op 1 folie (SIN AAGA7872NL). In de woonkamer waren de gordijnen gesloten door de dader(s).
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 464 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Een van de aangehouden verdachten betrof [verdachte] uit Lelystad, van wie onder andere de door hem bij zijn aanhouding op heterdaad gedragen schoenen (merk Nike, maat 43) in beslag waren genomen. Van deze schoenen zijn proefafdrukken gemaakt die voor het onderzoek ter beschikking stonden. De onderzoeksvraag omvatte na te gaan of deze schoenen overeenkwamen met schoensporen
die bij eerdere inbraken in Noord-Nederland bij forensisch onderzoek waren veiliggesteld. Het schoenprofiel kenmerkt zich door een regelmatig netwerkpatroon van voornamelijk gelijkzijdige driehoeken, waarbij de rand van de zolen zijn bezet met rechthoekige en blokvormige figuren. In het midden van de zool is het logo van het merk Nike opgenomen. Bij raadpleging van de bestanden van de afdeling Schoen- en bandonderzoek van Forensische Opsporing Noord-Neder land over 2018 werden een 7-tal schoensporen gevonden die op punten overeenkomsten vertoonden met het profiel van de inbeslaggenomen schoenen. Van de onderzochte sporen is komen vast te staan dat deze werden aangetroffen en veiliggesteld bij inbraken die voornamelijk plaatsvonden in bejaardenwoningen in
verschillende plaatsen. De sporen zijn vastgelegd onder de volgende BVH-registraties en SIN-nummers:
2018041497 SIN AAGN7872NL
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2018, opgenomen op pagina 539 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Ik verbalisant [verbalisant 1] , bekeek de veiliggestelde whatsapp-gesprekken van de mobiele telefoon van de verdachte [verdachte] . Ik verbalisant zag dat, dit een gesprek betrof tussen de volgende telefoonnummers: [telefoonnummer] , dit betreft het telefoonnummer van verdachte [verdachte] en [telefoonnummer] , dit betreft het telefoonnummer van verdachte [medeverdachte 1] .
Op 16 februari 2018 zijn er diefstallen uit woningen gepleegd te Heerenveen. In een whats-app gesprek tussen verdachte [verdachte] en verdachte [medeverdachte 1] is het volgende te zien:
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [medeverdachte 1] 16-2-2018 14:43:37 (UTC+O)
Kom je nog
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2018, opgenomen op pagina 1366 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat verdachte [medeverdachte 1] gebruik maakte van/beschikte over telefoonnummer [telefoonnummer] vanaf 08-10-2017 t/m 22-03-2018.
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
(Tabel met communicatie- en zendmastgegevens)
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 4., 5. en 6. ten laste gelegde
Gelet op het korte tijdsbestek waarin de drie inbraken hebben plaatsgevonden, alsmede de overeenkomst in het type woning, de ligging op de begane grond, alsmede het aantreffen van rode verf in de braaksporen bij alle drie de woningen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat deze drie inbraken door dezelfde daders zijn gepleegd. verantwoordelijk zijn voor deze inbraken. De rechtbank acht ook wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte en de medeverdachte zijn geweest die deze feiten hebben gepleegd.
De WhatsApp-gegevens doen vermoeden dat verdachte en de medeverdachte deze dag met elkaar hadden afgesproken. Door het aanstralen van de telefoon van verdachte op een plek die op de route ligt van zijn woonplaats Lelystad naar Heerenveen, acht de rechtbank het zeer goed mogelijk dat verdachten zich samen in de auto bevonden. Het tijdstip van aanstralen van de telefoon past in het tijdsschema van de gepleegde woninginbraken. Daarnaast blijkt dat de schoensporen die bij de woning aan [straatnaam] zijn aangetroffen overeenkomsten vertonen met de schoenen die onder verdachte zijn inbeslaggenomen. De rechtbank heeft geconstateerd dat het SIN nummer waaronder deze sporen zijn vastgelegd niet geheel overeenkomt met het SIN nummer van het sporenonderzoek. De rechtbank overweegt daartoe dat het gelet op de minieme afwijking en het geheel aan bewijs dat er ten aanzien van verdachte ligt, het niet anders kan dan dat er sprake is van een kennelijke verschrijving. Nu de woninginbraken bovendien passen binnen de modus operandi die verdachte en de medeverdachte ook in Alkmaar hebben gehanteerd, te weten het inbreken in specifieke woningen, het doorzoeken van de woningen, terwijl dit alles plaatsvond tussen de middag en de avond en mede gelet op he feit dat ook rode verf is aangetroffen, karakteriserend voor schade door het breekijzer van verdachte, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en de medeverdachte schuldig zijn aan deze inbraken in Heerenveen.
Ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 februari 2018, opgenomen op pagina 1023 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 7] namens [benadeelde partij 1] :
Plaats delict: [straatnaam] , Drachten, binnen de gemeente Smallingerland
Hierbij doe ik aangifte van diefstal uit mijn woning aan [straatnaam] . Op 17 februari 2018 om 14:30 ben ik weggegaan uit mijn woning. Op 17 februari 2018 rond 19:50 werd ik weer thuisgebracht. Toen ik in de woonkamer kwam zag ik dat het raampje aan de voorzijde open stond. Ik mis een gouden ketting met daarin een gouden munt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 3 juni 2018, opgenomen op pagina 1030 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning (bejaardenwoning) bij [slachtoffer 7] te [straatnaam] Drachten, binnen de gemeente Smallingerland. Aan de achterzijde van de woning zag ik dat er bij het uitzetraam werktuigsporen zichtbaar waren en dat het uitzetraam was opgebroken. Vermoedelijk zijn de dader(s) door het verbreken van het uitzetraam de woning binnengegaan. In de eerder genoemde werktuigsporen zag ik rode verf. De verf was niet afkomstig van het kozijn van het uitzetraam. De verf is vermoedelijk afkomstig van het werktuig waarmee het uitzetraam werd geforceerd. In de slaapkamer van de bewoner zag ik bij binnenkomst een geldkistje voor de kledingkast staan. Ik zag dat er op het geldkistje krassporen zaten. Gezien de vorm en breedte waren de krassen vermoedelijk gezet met een schroevendraaier.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 29 mei 2018, opgenomen op pagina 1033 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
werktuigen:
[A]: een breekijzer, gewaarmerkt met Spoor Identificatienummer (SIN) AALL 1381NL.
[B]: een schroevendraaier, gewaarmerkt met SIN AALL 1382NL.
sporen: de in aanmerking komende werktuigsporen in het bestand van de forensische opsporing te Noord Nederland. De volgende zaken konden worden geïdentificeerd of kwamen in aanmerking.
[1]: een afvorming van een werktuigspoor, gewaarmerkt met SIN AALH2601NL, veiliggesteld tijdens het forensisch sporenonderzoek naar aanleiding van de inbraak aan [straatnaam] te Drachten, BVHnr 2018040994.
Aan de hand van dit werktuigsporenonderzoek concludeer ik dat:
het indrukspoor [1] is veroorzaakt met breekijzer [A]. (identificatie [straatnaam] te Drachten)
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2018, opgenomen op pagina 1366 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Bijlage 4:
Conversation - Instant Messages
"Ik kom half 5 broer"
(Overzicht conversatie mobielenummers verdachte en medeverdachte 1)
Overweging ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen blijkt uit werktuigsporenonderzoek dat het indrukspoor bij de woning is veroorzaakt met het breekijzer dat verdachte ten tijde van de aanhouding in Alkmaar bij zich droeg. Uit sporenonderzoek is eveneens gebleken dat er krassen op een geldkistje zijn gezet met een schroevendraaier. Gelet op de modus operandi waarmee verdachten bij de al eerder besproken woninginbraken opereerden, overweegt de rechtbank dat hieruit volgt dat zowel verdachte als de medeverdachte bij deze woninginbraak betrokken zijn geweest. De rechtbank betrekt daarbij ook de WhatsApp gegevens, waaruit blijkt dat verdachte die middag om 16:30 uur met de medeverdachte had afgesproken. Dit contact valt binnen het tijdvak waarin de woninginbraak is gepleegd.
Ten aanzien van het onder 8. en 9. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 maart 2018, opgenomen op pagina 1045 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 8] :
Plaats delict: [straatnaam] , Hoogeveen
Pleegdatum: Tussen 17 februari 2018 om 10:30 uur en 18 februari 2018 om 21:35 uur
Op het terrasje is geprobeerd met een breekvoorwerp het raam van mijn slaapkamer open te breken en is het raam van een vertrek met wandkasten opengebroken. Een paar gouden herenmanchetknopen is weggenomen en gestolen. Diverse bijouterie-sieraden (armbandjes, halskettingen, oorbellen) zijn weggenomen en gestolen. Weggenomen: gouden dameshorloge compleet, gouden dameshorloge zonder polsband, parelhalsketting met zilveren slotje (zat in bril-insteekhoesje) en diverse bijouterie-sieraden (armbandjes, halskettingen, oorbellen)
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 9 april 2018, opgenomen op pagina 1060 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Het onderzoek werd verricht aan [straatnaam] te Hoogeveen Aan de achterzijde van de woning zagen wij dat er een uitzet raam was gepoogd open te breken. Wij zagen braakschade aan het houten kozijn. Links van het uitzetraam zagen wij een uitzetraam en deze was ook opengebroken. Via dit uitzetraam had men toegang tot de woning gekregen. Door mij, verbalisant [verbalisant 2] , werden twee meest geschikte werktuigsporen veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AALH3580NL en AALH3579NL. Wij zagen dat er rode verf in braakschade zichtbaar was. Op de vensterbank binnen, onder het inklimraam, zagen wij een fragment van een schoenspoor. Op de vensterbank binnen, onder het inklimraam, zagen wij een fragment van een schoenspoor. Deze werd door mij, verbalisant [verbalisant 2] , veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AALH3734NL.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 464 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Een van de aangehouden verdachten betrof [verdachte] uit Lelystad, van wie onder andere de door hem bij zijn aanhouding op heterdaad gedragen schoenen (merk Nike, maat 43) in beslag waren genomen. Van deze schoenen zijn proefafdrukken gemaakt die voor het onderzoek ter beschikking stonden. De onderzoeksvraag omvatte na te gaan of deze schoenen overeenkwamen met schoensporen
die bij eerdere inbraken in Noord-Nederland bij forensisch onderzoek waren veiliggesteld. Het schoenprofiel kenmerkt zich door een regelmatig netwerkpatroon van voornamelijk gelijkzijdige driehoeken, waarbij de rand van de zolen zijn bezet met rechthoekige en blokvormige figuren. In het midden van de zool is het logo van het merk Nike opgenomen. Bij raadpleging van de bestanden van de afdeling Schoen- en bandonderzoek van Forensische Opsporing Noord-Neder land over 2018 werden een 7-tal schoensporen gevonden die op punten overeenkomsten vertoonden met het profiel van de inbeslaggenomen schoenen. Van de onderzochte sporen is komen vast te staan dat deze werden aangetroffen en veiliggesteld bij inbraken die voornamelijk plaatsvonden in bejaardenwoningen in
verschillende plaatsen. De sporen zijn vastgelegd onder de volgende BVH-registraties en SIN-nummers:
2018041669 SIN AALH3743NL
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 februari 2018, opgenomen op pagina 1064 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 9] mede namens [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] :
Wij zijn woonachtig aan [straatnaam] te Hoogeveen. Deze woning is gelegen binnen een meerdere verdiepingen tellend senioren wooncomplex. Op 18 februari 2018, omstreeks 16.30 uur, hebben mijn vrouw en ik de woning verlaten. Ik heb de voordeur, door middel van een sleutel, afgesloten. Op 18 februari 2018, omstreeks 21.45 uur, kwamen wij thuis. Ik zag dat in de woonkamer en keuken verschillende lades en kasten waren opengetrokken en doorzocht. Ik zag in onze slaapkamer dat de kasten doorzocht waren en dat er op en naast het bed meerder sieradendoosjes open lagen. Ik liep naar het slaapkamer raam en zag dat deze opengebroken was. Ik zag dit doordat er beschadigingen aan het kozijn zaten en dat de raamhaken waren ontzet. Ik mis verschillende zilveren en gouden sieraden.
Bijlage goederen:
Ketting, Ketting, Armband, Armband 2 stuks, Ring, Ring, Ring, Broche, Ketting, Ring, Horloge, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Ketting, Armband, Armband, Oorsieraad, Oorsieraad, Zak met kapot zilver, Ketting, Ketting.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 9 april 2018, opgenomen op pagina 1073 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Het onderzoek werd verricht aan [straatnaam] te Hoogeveen. Wij verbalisanten zagen dat aan het houten kozijn braakschade was. Door mij, verbalisant [verbalisant 2] , werd de meest geschikte werktuigsporen veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AALH3740NL en AALH3722NL. Nabij het inklimraam zagen wij verbalisanten in een perkje fragmenten van schoensporen stonden.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2018, opgenomen op pagina 710 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Ik ben alle adressen/ straten nagegaan en heb gekeken of er op deze adressen/ straten, of in de nabije omgeven van deze adressen/ straten, een woninginbraak heeft plaatsgevonden. Hierbij is ook gekeken of deze inbraken overeen komen met de handelswijze/M.O. welke past bij de aangehouden verdachten. Het is als volgt weergegeven:
Dikgedrukte adressen: Dit zijn de adressen welke op de briefjes geschreven stonden.
Schuingedrukte adressen: Dit zijn adressen waar een inbraak heeft plaats gevonden.
Het betreffende schuingedrukte adres heeft betrekking op het daar bovenstaande dik gedrukte adres afkomstig van de briefjes.
Tomtom:In het voertuig, voorzien van kenteken [kenteken] , is een Tomtom
navigatiesysteem aangetroffen welke in beslag genomen is. Deze Tomtom is onderzocht en uitgelezen en uit dit onderzoek is een lijst met adressen naar voren gekomen welke afkomstig zijn uit de tomtom. Onder de dikgedrukte en schuingedrukte adressen zal onder het kopje Tomtom: wordt aangegeven de adressen uit de Tomtom een relatie hebben met het betreffende adres.
[straatnaam] te Hoogeveen
[straatnaam] te Hoogeveen, BVH PL0100-2018041669:
Tussen 17 februari 2018 en 18 februari 2018 heeft er op dit adres een woninginbraak plaatsgevonden. Deze woning is onderdeel van woon/seniorencomplex welke onder meer grenst aan [straatnaam] te Hoogeveen.
- Pleegtijd tussen 17 februari, 10:30 uur en 18 februari 2018 21:35 uur
- Buit: Sieraden
- De woning betreft een woon/seniorencomplex
- Geboortejaar slachtoffer, 1938
- Schoensporen en braaksporen veiliggesteld door Forensische Opsporingen welke deze kunnen koppelen aan een aantal andere inbraken. Er kan op basis van de aangetroffen schoensporen onder meer een koppeling gemaakt worden met de woningbraken gepleegd op [straatnaam] en [straatnaam] te Hoogeveen welke ook in dit proces-verbaal worden genoemd.
[straatnaam] te Hoogeveen, BVH PL0100-2018041676:
Op 18 februari 2018 heeft er op dit adres een woninginbraak plaatsgevonden. Deze woning is
onderdeel van woon/seniorencomplex welke onder meer grenst aan [straatnaam] te Hoogeveen.
- Pleegtijd tussen 16:30 uur en 21:45 uur
- Buit: Sieraden
- De woning betreft een woon/seniorencomplex
- Geboortejaar slachtoffers, 1921, 1940 en 1943
- Schoensporen en braaksporen veiliggesteld door Forensische Opsporingen welke deze kunnen koppelen aan een aantal andere inbraken. Er kan op basis van de aangetroffen schoensporen onder meer een koppeling gemaakt worden met de woningbraken gepleegd op [straatnaam] en [straatnaam] te Hoogeveen welke ook in dit proces-verbaal worden genoemd.
Tomtom:
'Vecht, Hoogeveen' staat drie keer vermeld in de data welke uit de TomTom gehaald is. Het adres is een keer geregistreerd als 'Weeslocatie', een keer geregistreerd als 'Entered Locations' en een keer als 'Huidige locaties'.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2018, opgenomen op pagina 1366 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat verdachte [medeverdachte 1] gebruik maakte van/beschikte over telefoonnummer [telefoonnummer] vanaf 08-10-2017 t/m 22-03-2018.
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
(Tabel met communicatie- en zendmastgegevens)
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 8. en 9. ten laste gelegde
Gelet op de tijdstippen waarop de inbraken hebben plaatsgevonden, de overeenkomende braaksporen, de aangetroffen schoensporen, alsmede de overeenkomstige buit, is de rechtbank van oordeel dat beide inbraken door dezelfde daders zijn begaan. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en de medeverdachte deze woninginbraken hebben gepleegd.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende. In Alkmaar zijn in de auto waarin verdachten reden meerdere briefjes met daarop adressen aangetroffen. Op één van deze briefjes stonden ook adressen in Hoogeveen. Uit onderzoek is gebleken dat deze adressen zich op korte afstand bevinden van de woningen waar is ingebroken. Uit de eveneens in dezelfde auto aanwezige TomTom blijkt dat de auto op dit adres is geweest. Daarnaast blijkt uit sporenonderzoek dat bij de woning aan [straatnaam] schoensporen zijn aangetroffen welke overeenkomsten vertonen met de onder verdachte inbeslaggenomen schoenen. De rechtbank heeft geconstateerd dat er ten aanzien van de SIN nummers waaronder deze sporen zijn vastgelegd sprake is van een kennelijke verschrijving. De rechtbank overweegt daartoe dat het gelet op de minieme afwijking die beide SIN-nummers met elkaar hebben en het geheel aan bewijs dat er ten aanzien van verdachte ligt, het niet anders kan dan dat er sprake is van een kennelijke verschrijving.
De rechtbank overweegt dat verdachte en de medeverdachte één tot twee dagen voor de inbraken in Hoogeveen meerdere inbraken, welke qua modus operandi dezelfde specifieke kenmerken hebben, in Heerenveen hebben gepleegd. Dit sterkt de overtuiging van de rechtbank dat verdachte en de medeverdachte zich ook aan de woninginbraken in Hoogeveen schuldig hebben gemaakt.
Ten aanzien van het onder 11. en 12. subsidiair ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 maart 2018, opgenomen op pagina 1178 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 13] namens [benadeelde partij 2] Heerenveen:
Plaats delict: [straatnaam] , Heerenveen
Op 2 maart 2018, omstreeks 17:45 uur, heb ik mijn woning verlaten en de deur aan de binnenzijde van het pand afgesloten. De overige deuren aan de kant van de tuin waren ook afgesloten. Ik woon in een kamer in een verzorgingshuis. Diezelfde dag, omstreeks 20:45 uur, kwam ik weer terug in mijn woning en ben ik die binnen gegaan. Ik zag toen dat het raam die aan mijn tuin grenst kapot was. Ik zag dat er een barst in het ruit zat. Ik zag vervolgens dat het kozijn opengebroken was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 6 april 2018, opgenomen op pagina 1180 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning [straatnaam] te Heerenveen. Het betrof een kamer in een verzorgingshuis op de begane grond. Aan de achterzijde van de woning zag ik dat een groot openslaand raam was opengebroken dat toegang gaf tot de woonkamer. Ik zag dat de beide raamgrendels hierbij uit de sluitblokjes waren gewrikt. In de raamstijl zag ik diverse indruksporen. Gelet op de vorm en de breedtes van deze indruksporen waren deze gezet door een schroevendraaier. De vouwbreedte van de
gebruikte schroevendraaier betrof ongeveer 15 mm. Binnen op venterbank onder het inklimraam zag ik twee ingaande schoenzoolafdrukken met driehoekjes en balkjes in het profiel. Deze schoensporen werden door mij veiliggesteld (SIN AAJS1116NL en AAJS1117NL). De woonkamer en de slaapkamer waren doorzocht.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 464 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Een van de aangehouden verdachten betrof [verdachte] uit Lelystad, van wie onder andere de door hem bij zijn aanhouding op heterdaad gedragen schoenen (merk Nike, maat 43) in beslag waren genomen. Van deze schoenen zijn proefafdrukken gemaakt die voor het onderzoek ter beschikking stonden. De onderzoeksvraag omvatte na te gaan of deze schoenen overeenkwamen met schoensporen die bij eerdere inbraken in Noord-Nederland bij forensisch onderzoek waren veiliggesteld. Het schoenprofiel kenmerkt zich door een regelmatig netwerkpatroon van voornamelijk gelijkzijdige driehoeken, waarbij de rand van de zolen zijn bezet met rechthoekige en blokvormige figuren. In het midden van de zool is het logo van het merk Nike opgenomen. Bij raadpleging van de bestanden van de afdeling Schoen- en bandonderzoek van Forensische Opsporing Noord-Neder land over 2018 werden een 7-tal schoensporen gevonden die op punten overeenkomsten vertoonden met het profiel van de inbeslaggenomen schoenen. Van de onderzochte sporen is komen vast te staan dat deze werden aangetroffen en veiliggesteld bij inbraken die voornamelijk plaatsvonden in bejaardenwoningen in
verschillende plaatsen. De sporen zijn vastgelegd onder de volgende BVH-registraties en SIN-nummers:
2018051947 SIN AAJS1116NL en AAJS1117NL
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 maart 2018, opgenomen op pagina 1183 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 14] namens [slachtoffer 25] :
Ik kan u verklaren, dat mijn moeder onderstaande verklaring bij de politie heeft afgelegd. ''Ik, [slachtoffer 25] , doe aangifte van inbraak in mijn woning. Ik heb gekeken of er goederen zijn weggenomen, maar ik weet dat zo niet. Op het moment dat er in mijn woning was ingebroken zat ik in de woonkamer. Ik heb wel wat geluiden gehoord vanaf de kant van mijn slaapkamer. Op 2 maart 2018, omstreeks 18:00 uur, was er nog een verzorgster die bij mij langs kwam. Zij had gezien dat de slaapkamer op dat moment nog intact was en alles gewoon nog stond zoals het moest. Diezelfde dag, omstreeks 21:30 uur, kwam verzorgster weer bij mij langs. Ze zei tegen mij dat de slaapkamer overhoop was gehaald en dat er was ingebroken. Ik zag dat verschillende lades van kastjes open stonden en ik kon duidelijk zien dat er iemand door mijn slaapkamer was geweest om iets te zoeken, want er lag van alles overhoop. Ik zag dat het raampje boven deze deur opengebroken was.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 13 juni 2018, opgenomen op pagina 1186 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een Serviceflat [straatnaam] te Heerenveen. De toegang tot de woning was verkregen aan de achterzijde. Een openslaand raam dat toegang gaf tot de slaapkamer was gepoogd open te breken. Nabij het gepoogde raam bevond zich een afgesloten terrasdeur naar de slaapkamer. Boven de deur bevond zich een bovenlicht van ongeveer 75 cm x 35 cm. Ik zag dat dit bovenlicht was opengebroken. De espagnolet sluiting die het bovenlicht bediende was vernield en van het kozijn gebroken. Buiten onder het opengebroken raam bevond zich een kist. Deze kist was hoogstwaarschijnlijk gebruikt als opstap om door het opengebroken bovenlicht te klimmen. In het kozijn waren diverse versplinterde indruksporen zichtbaar. Gelet op de vorm en de breedtes van deze indruksporen waren deze gezet door een schroevendraaier. Op het kozijn nabij de indruksporen waren fragmenten van rode verf zichtbaar.
6. Een schriftelijk bescheid, inhoudende een uitdraai van de adressenlijst uit de onder verdachten inbeslaggenomen TomTom, opgenomen op pagina 723 e.v., onder meer inhoudende:
(Overzicht locaties)
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2018, opgenomen op pagina 1366 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat verdachte [medeverdachte 1] gebruik maakte van/beschikte over telefoonnummer [telefoonnummer] vanaf 08-10-2017 t/m 22-03-2018.
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
(Tabel met communicatie- en zendmastgegevens)
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 11. en 12. subsidiair ten laste gelegde
Op 2 maart 2018 zijn er in Heerenveen twee pogingen tot woninginbraak geweest door middel van braak en inklimming. Beide pogingen komen overeen met de modus operandi van verdachte en de medeverdachte. Bij de woning aan de [straatnaam] is een schoenspoor veilig gesteld, welke overeenkomsten vertoont met het schoenspoor van verdachte. De rechtbank overweegt dat in de TomTom, welke bij de woninginbraken in Alkmaar in de auto van verdachten werd aangetroffen, het adres [straatnaam] is opgenomen. Uit deze gegevens blijkt dat de auto op dit adres is geweest.
De rechtbank overweegt dat verdachte op de plek van de misdrijven geplaatst kan worden, omdat de telefoon van verdachte in de middag heeft aangestraald in Lelystad en in de avond in Emmeloord. Gelet op de nabijheid van de poging tot inbraak bij de Serviceflat [straatnaam] en de overeenkomende modus operandi acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en de medeverdachte beide pogingen tot woninginbraak hebben gepleegd.
Ten aanzien van het onder 13. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 maart 2018, opgenomen op pagina 1189 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 15] :
Ik ben woonachtig in het verzorgingstehuis aan [straatnaam] te Hoogeveen. Ik woon daar in kamer [nummer] . Op 3 maart, omstreeks 16:00 uur, heb ik de woning verlaten. Ik heb de woning op de normale manier afgesloten, en ben via de voordeur vertrokken. Op 3 maart, omstreeks 22:30 uur, werd ik door mijn broer weer thuisgebracht. Ik zag dat in de slaapkamer de terrasdeur open stond. Op het terras zag ik dat het kunststof kozijn van het raam meerdere beschadigingen vertoonde. Ik zag dat er meerdere krassen op het kozijn zaten. Ik zag dat dit raam opengebroken was. Aan de binnenzijde van het raam zag ik dat de veiligheidshaak verbogen was. In de bijkeuken zag ik dat de kast open stond en dat de kluis weg was. In de kluis zat ongeveer 200 euro contant geld. Verder zaten er enkele waardepapieren in, zoals loonstroken, bankafschriften en papieren van mijn levensverzekering.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 9 april 2018, opgenomen op pagina 1204 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Het onderzoek is verricht bij [slachtoffer 15] te [straatnaam] Hoogeveen. Wij zagen op de balustrade van het balkon twee ingaande schoensporen. Ik, verbalisant [verbalisant 3] , heb twee schoensporen veiliggesteld ten behoeve van een schoenspooronderzoek en voorzien van SIN AALH0731NL en AALH0730NL. Wij zagen dat het draai/kiepraam van de slaapkamer volledig geforceerd was. Wij zagen dat stukken van het kunststoffen kozijn afgebroken waren. Wij zagen op het kozijn en het raamkozijn meerdere beschadigingen zichtbaar, waaronder enkele krassporen. Gezien de vorm en de afmeting was er, naar alle waarschijnlijkheid, gebruik gemaakt van een schroevendraaier. Ik, verbalisant [verbalisant 4] , heb twee krassporen veiliggesteld ten behoeve van een werktuigspooronderzoek en voorzien van SIN AALH2901NL en AALH2899NL. Ik heb tevens een indrukspoor veiliggesteld en voorzien van SIN AALH2900NL.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2018, opgenomen op pagina 710 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
In het belang van dit onderzoek heb ik onderzoek gedaan naar de adressen/straten op de briefjes welke in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken] zijn aangetroffen. Ik ben alle adressen/ straten nagegaan en heb gekeken of er op deze adressen/ straten, of in de nabije omgeven van deze adressen/ straten, een woninginbraak heeft plaatsgevonden. Hierbij is ook gekeken of deze inbraken overeen komen met de handelswijze/M.O. welke past bij de aangehouden verdachten. Het is als volgt weergegeven:
Dikgedrukte adressen: Dit zijn de adressen welke op de briefjes geschreven stonden.
Schuingedrukte adressen: Dit zijn adressen waar een inbraak heeft plaats gevonden.
Het betreffende schuingedrukte adres heeft betrekking op het daar bovenstaande dik gedrukte adres afkomstig van de briefjes.
Tomtom:In het voertuig, voorzien van kenteken [kenteken] , is een Tomtom
navigatiesysteem aangetroffen welke in beslag genomen is. Deze Tomtom is onderzocht en uitgelezen en uit dit onderzoek is een lijst met adressen naar voren gekomen welke afkomstig zijn uit de tomtom. Onder de dikgedrukte en schuingedrukte adressen zal onder het kopje Tomtom: wordt aangegeven de adressen uit de Tomtom een relatie hebben met het betreffende adres.
[straatnaam] te Hoogeveen
[straatnaam] te Hoogeveen, BVH PL0100-2018052809:
Op 3 maart 2018 heeft er op dit adres een woninginbraak plaatsgevonden. Dit adres is onderdeel van het woonzorgcentrum [naam woonzorgcentrum 1] wat gevestigd is aan de [straatnaam] te Hoogeveen en dit adres ook draagt als contactadres. Het woonzorgcentrum [naam woonzorgcentrum 1] bestaat uit drie naast elkaar/ aan elkaar gelegen gebouwen waar [straatnaam] ook onder valt.
- Pleegtijd tussen 16:00 uur en 22:30 uur
- Buit: Kluis met geld en diverse documenten
- Woning maakt deel uit van een woonzorgcentrum
- Geboortejaar slachtoffer, 1971
- Schoensporen en braaksporen veiliggesteld door Forensische Opsporingen welke deze kunnen koppelen aan een aantal andere inbraken. Er kan op basis van de aangetroffen schoensporen ondermeer een koppeling gemaakt worden met de woningbraken gepleegd op [straatnaam] en [straatnaam] te Hoogeveen welke ook in dit proces-verbaal worden genoemd.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 13. ten laste gelegde
Op 3 maart 2018 is er ingebroken aan [straatnaam] , kamer [nummer] . Deze woning is onderdeel van het woonzorgcentrum aan de [straatnaam] . Dit adres stond op één van de briefjes die in de auto van verdachten bij de betrapping op heterdaad in Alkmaar zijn aangetroffen. Uit het sporenonderzoek volgt dat het schoenspoor van verdachte overeenkomsten vertoont met het aangetroffen schoenspoor. Daarnaast is er nog een ander schoenspoor aanwezig, hetgeen er naar het oordeel van de rechtbank op duidt dat twee personen bij de inbraak betrokken zijn geweest.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de modus operandi, het briefje met daarop het adres in Hoogeveen, alsmede het aangetroffen schoenspoor wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander het ten laste gelegde heeft begaan.
Ten aanzien van het onder 14. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 maart 2018, opgenomen op pagina 1208 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [naam 3] namens [slachtoffer 16] :
Ik werd 4 maart 2018 omstreeks 20:00 uur gebeld, dat er zou zijn ingebroken in het huis van mijn ouders. Mijn ouders wonen op [geboorteplaats] in Swifterbant. Het raam van de slaapkamer werd met een breekvoorwerp open gebroken en er werd ingeklommen. De gehele beneden verdieping werd vervolgens doorzocht. Ik zag dat alle kasten en lades open stonden.
Bijlage goederen:
- goudkleurig horloge, betreft een antiek gouden dames horloge.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 14 maart 2018, opgenomen op pagina 1226 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Op 4 maart 2018 omstreeks 19:15 uur stond ik op de kruisende wegen [straatnaam] met [straatnaam] te Swifterbant. Ik zag komende vanuit de richting [straatnaam] , gaande in de richting van [straatnaam] , een donkerkleurige oud type model Mercedes A klasse rijden. Ik zag dat er 2 personen in de auto zaten. Ik zag dat de bestuurder de auto in een parkeervak zette ter hoogte van de woning gelegen aan [straatnaam] huisnummer [huisnummer] . Ik zag dat er 2 onbekende mannen uit de auto kwamen. Ik heb vervolgens het kenteken van de auto genoteerd. Dit betrof het kenteken: [kenteken] . Omstreeks 21:30 uur zag ik dat de auto weg was.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 14 maart 2018, opgenomen op pagina 1228 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning te [geboorteplaats] Swifterbant, binnen de gemeente Dronten. Ik zag aan de achterzijde van de woning, geheel links, een door de daders opengebroken slaapkamerraam. Ik zag een tegendrukpunt van een schroevendraaier in het houtwerk van dit raam. Ik heb dit spoor afgevormd. Ik zag schoensporen, binnen, op de vensterbank van het inklimraam. Ik heb deze sporen veiliggesteld op folie.
Overweging ten aanzien van het onder 14. ten laste gelegde
Op 4 maart 2018 heeft een getuige in de avond een oude Mercedes met het kenteken [kenteken] , met daarin twee mannen gezien. Dit is dezelfde auto als waarmee verdachte en de medeverdachte bij de woninginbraken in Alkmaar op heterdaad werden aangehouden.
Gelet op het voorgaande, alsmede de overeenkomstige modus operandi, specifiek gezien het tijdstip van inbreken, het type woning waar is ingebroken, het doorzoeken van de woning en de braakschade acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de twee mannen die door de getuige zijn gezien, verdachte en de medeverdachte betreffen. De rechtbank ziet in het dossier geen aanleiding om aan te nemen dat twee andere personen verantwoordelijk zijn voor de inbraak in Swifterbant.
Ten aanzien van het onder 15. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 maart 2018, opgenomen op pagina 1234 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 17] :
Op 5 maart 2018, omstreeks 09.00 uur heb ik mijn woning verlaten. Toen ik 6 maart 2018 omstreeks 07.30 uur weer bij mijn woning kwam en via de voordeur naar binnen wilde gaan merkte ik dat de knip op de voordeur zat. De navolgende goederen werden vanuit een kast in de woonkamer weggenomen:
- een plastic potje met kleingeld. Ik schat dat daar ongeveer 50 euro aan kleingeld in zat.
- een koninklijke onderscheiding, de ridderorde;
- een koninklijke onderscheiding voor mijn verleende diensten in Indië.
- een koninklijke onderscheiding voor mijn verleende diensten in Nieuw Guinea.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 9 maart 2018, opgenomen op pagina 1238 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in/aan/nabij een woning te [straatnaam] Arnhem. Het betrof een seniorenwoning gesitueerd op de begane grond. In de achtergevel van de woning zag ik onder andere een draairaam behorend bij de ouderslaapkamer. Ik zag grove braakschade met name aan de binnenzijde van dit raam en het kozijn. Deze braakschade was vermoedelijk afkomstig van een rood breekijzer en een schroevendraaier. Ik zag namelijk rode lakresten in de werktuigsporen. Het raam had aan de binnenzijde afgesloten gezeten met twee raamboompjes en een kierstandbeugel. Ik zag dat nagenoeg het hele kozijn, slotzijde, aan de binnenzijde was weggebroken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2018, opgenomen op pagina 710 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
In het belang van dit onderzoek heb ik onderzoek gedaan naar de adressen/straten op de briefjes welke in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken] zijn aangetroffen.
Ik ben alle adressen/ straten nagegaan en heb gekeken of er op deze adressen/ straten, of in de nabije omgeven van deze adressen/ straten, een woninginbraak heeft plaatsgevonden. Hierbij is ook gekeken of deze inbraken overeen komen met de handelswijze/M.O. welke past bij de aangehouden verdachten. Het is als volgt weergegeven:
Dikgedrukte adressen: Dit zijn de adressen welke op de briefjes geschreven stonden.
Schuingedrukte adressen: Dit zijn adressen waar een inbraak heeft plaats gevonden.
Het betreffende schuingedrukte adres heeft betrekking op het daar bovenstaande dik gedrukte adres afkomstig van de briefjes.
Tomtom:In het voertuig, voorzien van kenteken [kenteken] , is een Tomtom
navigatiesysteem aangetroffen welke in beslag genomen is. Deze Tomtom is onderzocht en uitgelezen en uit dit onderzoek is een lijst met adressen naar voren gekomen welke afkomstig zijn uit de tomtom. Onder de dikgedrukte en schuingedrukte adressen zal onder het kopje Tomtom: wordt aangegeven de adressen uit de Tomtom een relatie hebben met het betreffende adres.
[straatnaam] te Arnhem
[straatnaam] te Arnhem, PL0600-2018098536:
Tussen 05 maart 2018 en 06 maart 2018 heeft er op dit adres een woninginbraak
plaatsgevonden:
- Pleegtijd tussen 05 maart 2018, 09:00 uur en 06 maart 2018 07:30 uur.
- Buit; Koninklijke onderscheidingen (3 stuks, te weten Ridderorde, voor diensten in Indië en voor diensten in Nieuw Guinea), en pot met kleingeld.
- De woning is onderdeel een woon- zorg- en activiteitencentrum Vreedenburg en valt onder hetzelfde complex als [straatnaam] te Arnhem.
- Geboortejaar slachtoffer, 1929
Tomtom:
' [straatnaam] , Arnhem, staat drie keer vermeld in de data welke uit de TomTom gehaald is. Het adres is een keer geregistreerd als 'Weeslocatie', een keer geregistreerd als 'Entered Locations' en een keer als 'Huidige locaties'.
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 15. ten laste gelegde
Bij de woninginbraak is braakschade van vermoedelijk zowel een schroevendraaier als een breekijzer aangetroffen. In het kozijn is rode verf achtergebleven. De werktuigen waarmee de braakschade vermoedelijk is veroorzaakt komen dus overeen met de werktuigen die zowel verdachte als de medeverdachte bij hun aanhouding in Alkmaar bij zich hadden. De rechtbank constateert verder dat het adres van het woonzorgcentrum waar de woning van aangever deel van uitmaakt stond geschreven op één van de briefjes die zijn aangetroffen in de auto van verdachten in Alkmaar en dat dit adres ingevoerd was in de TomTom. De rechtbank leidt uit de gegevens van de TomTom af dat de auto daar ook geweest is. Daar komt bij dat de modus operandi past in het profiel van inbraken die verdachte en de medeverdachte plegen, te weten: inbreken in een seniorenwoning, op de begane grond. Gelet op het hiervoor overwogene, in samenhang en onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte en de medeverdachte verantwoordelijk zijn voor de onderhavige woninginbraak.
Ten aanzien van het onder 16., 17. en 18. ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2018, opgenomen op pagina 1242 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 18] :
Pleegdatum/tijd: Tussen 6 maart 2018 om 14:30 uur en 6 maart 2018 om 20:05 uur
Ik woon in een appartementencomplex aan [straatnaam] te Almelo en de woning bevindt zich op de begane grond. Toen ik rond 20.00 uur thuis kwam zag ik dat de gehele woonkamer overhoop was gehaald. Men is binnengekomen via het klapraam aan de keukenzijde. Dit klapraam was afgesloten met 2 raamhendels. In de slaapkamer staat een nachtkastje. Hierin lag mijn roze bril van het merk Traction. Ook deze is weggenomen. In de keuken had ik een halsketting met Mallorcaparels. Ook mis ik een Pandora armbandje met daaraan enkele bedeltjes. Ook mis ik een witte envelop met daarin 450 euro.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 14 maart 2018, opgenomen op pagina 1248 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een (benedenwoning) woning te [straatnaam] , Almelo. Ik, verbalisant, zag dat het perceel aan [straatnaam] te Almelo een seniorenwoning op de begane grond betrof. In de achtergevel van de woning, zag ik een uitzetraam. Aan de onderzijde van het uitzetraam zag ik beschadigingen welke duidden op steken/wrikken met een werktuig/breekvoorwerp. Deze heb ik ten behoeve van het onderzoek veiliggesteld middels SIL, verpakt, gewaarmerkt en voorzien van SIN-nummer: AALD2789NL. Voornoemd uitzetraam heb ik met behulp van dactyloscopisch poeder
onderzocht. Hierbij zag ik fragmenten die vermoedelijk afkomstig waren van handschoensporen. Deze heb ten behoeve van het onderzoek veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN-nummer: AALD2516NL.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 maart 2018, opgenomen op pagina 1254 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 19] :
Pleegdatum: 6 maart 2018
Plaats delict: [straatnaam] , Almelo
Ik woon in een seniorenwoning van woon-en zorgcentrum [naam woonzorgcentrum 2] . Ik woon op de begane grond. De verpleging is om 19.30 uur nog in mijn woning geweest en toen was alles nog in orde. Toen ik om 20.45 uur thuis kwam zag ik dat in de woonkamer, keuken en slaapkamer alles overhoop gehaald was. Ik zag dat de kasten geopend waren en de inhoud op de grond lag. Men heeft uitzetraam open gebroken en is via dit raam binnen gekomen. Ik had in de slaapkamer in het nachtkastje een rood sieradendoosje. Hier zaten gouden sieraden in en deze zijn weggenomen.
Bijlage goederen:
- double goudkleurig ketting met oranje steen
- gouden armband, dichtgeschakeld
- goudkleurige ketting met vierkante schakeltjes
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 1257 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning te [straatnaam] te Almelo, binnen de gemeente Almelo. Ik, verbalisant, zag dat het perceel aan [straatnaam] te Almelo een seniorenwoning op de begane vloer betrof. In de sluitnaad van dit draairaam zag ik beschadigingen die duidden op steken en wrikken met een werktuig/breekvoorwerp. Deze beschadigingen heb ik ten behoeve van het onderzoek veiliggesteld middels SIL, verpakt, gewaarmerkt en voorzien van SIN-nummers: AALD2788NL en AALD2790NL. Voornoemd draairaam heb ik met behulp van dactyloscopisch poeder onderzocht. Hierbij zag ik fragmenten die vermoedelijk afkomstig waren van handschoensporen. Deze heb ik ten behoeve van het onderzoek veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN-nummer: AALD2514NL.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 maart 2018, opgenomen op pagina 1262 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 20] :
Op 6 maart 2018 bevond ik mij in mijn woning aan [straatnaam] te Almelo. Omstreeks 20.30 uur maakte ik mij klaar om naar bed te gaan. Omstreeks 21.05 uur liep ik naar mijn slaapkamer en zag dat het gordijn voor de deur bol stond. Ik keek in mijn slaapkamer en zag dat er een kastje open stond. In het kastje stonden roze plastic bakjes. Deze bakjes waren weg. Vervolgens liep ik naar de badkamer en zag dat de grote kast in de badkamer open stond. Ik zag dat de bovenste plank van de kast leeg was. Op deze plank stonden roze plastic bakjes met daarin brieven, sieraden en enveloppen. Ik hoorde dat het slot van de schuifpui was opengebroken en dat de roze plastic bakjes met de inhoud in de tuin achter mijn huis lagen.
6. Een schriftelijk bescheid d.d. 6 maart 2018, opgenomen op pagina 1264 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
De bewoonster van [straatnaam] verklaarde dat zij lawaai heeft gehoord, naar buiten keek en toen twee jongens zag wegrennen langs het gebouw waar zij woont. Dit was rond het tijdstip van de inbraak bij haar buurvrouw.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 1265 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning te [straatnaam] , Almelo, binnen de gemeente Almelo. Ik, verbalisant, zag dat het perceel aan [straatnaam] te Almelo een seniorenwoning op de begane vloer betrof. Ik zag dat het terras vanuit de woning te bereiken was via een schuifdeur welke aan de slaapkamer grenst. In de sluitnaad van deze schuifdeur zag ik beschadigingen welke duidden op steken en wrikken middels een werktuig/breekvoorwerp. Deze heb ik ten behoeve van het onderzoek veiliggesteld middels SIL, verpakt, gewaarmerkt en voorzien van SIN-nummer: AALD2791NL. Op de glazen kastdeuren zag ik fragmenten welke vermoedelijk afkomstig waren van handschoensporen. Deze heb ik ten behoeve van het onderzoek veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN-nummer:AALD2517NL.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 4 juni 2018, opgenomen op pagina 1251 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Op 4 juni 2018 werd bij mij, door de afdeling sporenbeheer te Elst van de Eenheid Oost Nederland, aangeboden:
[1] een handschoen ( rechter), type werkhandschoen, maat 8, kleur wit, gewaarmerkt AALH0652NL, in beslag genomen onder [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1978.
Verzocht werd de handschoen [1] te vergelijken met de handschoensporen aangetroffen en veiliggesteld bij de volgende inbraken:
BVH PL0600-2018099702: 1 handschoenspoor AALD2514NL [4], welke bij de woninginbraak aan de [straatnaam] te Almelo werd aangetroffen;
BVH PL0600-2018099708: 1 handschoenspoor AALD2517NL [5], welke bij de woninginbraak aan [straatnaam] te Almelo, werd aangetroffen;
BVH PL0600-2018099720: 1 handschoenspoor AALD2516NL [6], welke bij de woninginbraak aan [straatnaam] te Almelo, werd aangetroffen.
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen de handschoen [1] , het proefspoor en de fragmenten handschoensporen [4 ]; [5] en [6] bleek mij dat het weefpatroon van de handschoen [1] overeenkomst vertoont met het weefpatroon in de handschoensporen [4]; [5] en [6].
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 11 juni 2018, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van gecertificeerd Onderzoeker Werktuigsporen [naam 6]:
Op 4 april 2018, ontving ik:
-[1], 2 afvormingen van werktuigsporen, veiliggesteld tijdens een forensisch sporenonderzoek naar aanleiding van een inbraak in een woning aan de [straatnaam] te Almelo, BVH nummer PL06-2018099702, als volgt gewaarmerkt met:
[1.1], SIN AALD2790NL, vindplaats "Sluitnaad inklim raam";
[1.2], SIN AALD2788NL, vindplaats "Sluitnaad inklimraam".
-[2.1], 1 afvorming van werktuigsporen, veiliggesteld tijdens een forensisch sporenonderzoek naar aanleiding van een inbraak in een woning aan [straatnaam] te Almelo, BVH nummer PL06-2018099720, als volgt gewaarmerkt met:
[2.1], SIN MLD2789NL, vindplaats: "Onderzijde inklimraam in sluitnaad";
-[A],1 schroevendraaier, merk PB, goednummer PL 11-2018052676-869866, voorzien van SIN MLL1382NL;
-[B],1 breekijzer, rood gekleurd, goednummer PL 11-2018052676-869895, voorzien van SIN MLL1381NL.

Conclusie

Op grond van het vergelijkend werktuigsporenonderzoek concludeer ik dat:
 De afgevormde werktuigsporen [1], behorende bij perceel [straatnaam] te Almelo,
BVH nummer PL06-2018099702, zijn veroorzaakt met schroevendraaier [A], goednummer PL 11-2018052676-869866;
 De afgevormde werktuigsporen [2.1], behorende bij perceel [straatnaam] te Almelo, BVH nummer PL06-2018099720, zijn veroorzaakt met breekijzer [B], goednummer PL 11-2018052676-869895.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2018, opgenomen op pagina 710 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
In het belang van dit onderzoek heb ik onderzoek gedaan naar de adressen/straten op de briefjes welke in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken] zijn aangetroffen.
Ik ben alle adressen/ straten nagegaan en heb gekeken of er op deze adressen/ straten, of in de nabije omgeven van deze adressen/ straten, een woninginbraak heeft plaatsgevonden. Hierbij is ook gekeken of deze inbraken overeen komen met de handelswijze/M.O. welke past bij de aangehouden verdachten. Het is als volgt weergegeven:
Dikgedrukte adressen: Dit zijn de adressen welke op de briefjes geschreven stonden.
Schuingedrukte adressen: Dit zijn adressen waar een inbraak heeft plaats gevonden.
Het betreffende schuingedrukte adres heeft betrekking op het daar bovenstaande dik gedrukte adres afkomstig van de briefjes.
Tomtom:In het voertuig, voorzien van kenteken [kenteken] , is een Tomtom
navigatiesysteem aangetroffen welke in beslag genomen is. Deze Tomtom is onderzocht en uitgelezen en uit dit onderzoek is een lijst met adressen naar voren gekomen welke afkomstig zijn uit de tomtom. Onder de dikgedrukte en schuingedrukte adressen zal onder het kopje Tomtom: wordt aangegeven de adressen uit de Tomtom een relatie hebben met het betreffende adres.
Briefje 8:
[straatnaam] te Almelo
[straatnaam] te Almelo, PL0600-2018099702:
Op 06 maart 2018 heeft zich op dit adres een woningbraak voorgedaan. De woning is onderdeel van het zorgcomplex ' [naam zorgcomplex 1] , welke deel uit maakt van de [naam zorggroep] . Het zorg complex waar het adres [straatnaam] onder valt is gelegen naast het zorgcomplex [naam zorgcomplex 2] waarvan het adres [straatnaam] het contactadres is, dit wooncomplex is tevens onderdeel van de [naam zorggroep] .
- Pleegtijd tussen 14:30 uur en 20:05 uur.
- Buit: Sieraden, geld en een bril
- Het uitzetraam van de keuken is verbroken om binnen te komen
- De woning betreft een woning, op de begane grond, in een zorgcomplex
- Geboortejaar slachtoffer, 1969
- Op deze datum is ook ingebroken op [straatnaam] te Almelo en [straatnaam] te Almelo.
Tomtom:
'[straatnaam], Almelo' staat drie keer vermeld in de data welke uit de TomTom gehaald is. Het adres is een keer geregistreerd als 'Weeslocatie', een keer geregistreerd als 'Entered Locations' en een keer als 'Huidige locaties'.

[straatnaam] te Almelo

[straatnaam] te Almelo, PL0600-2018099708
Op 06 maart 2018 heeft zich op dit adres een woninginbraak voorgedaan. De woning is gelegen in een woon/zorgcomplex. Dit woon/zorgcomplex is gelegen naast, en is aaneengesloten aan, het woon/zorgcomplex [naam zorgcomplex 3] (onderdeel van Zorgaccent) waarvan het adres de [straatnaam] te Almelo het contactadres van is.
- Pleegtijd tussen 20:30 uur en 21:09 uur.
- Buit: Sieraden, geld en een bril
- De schuifdeur (buitendeur) van de slaapkamer verbroken om binnen te komen.
- De woning betreft een woning, op de begane grond, in een woon/zorgcomplex
- Geboortejaar slachtoffer, 1931
- Op deze datum is ook ingebroken op [straatnaam] te Almelo en [straatnaam] te Almelo.
Tomtom:
' [straatnaam] , Almelo' staat drie keer vermeld in de data welke uit de Tom Tom gehaald is. Het adres is een keer geregistreerd als 'Weeslocatie', een keer geregistreerd als 'Entered Locations' en een keer als 'Huidige locaties'.
[straatnaam] te Almelo
[straatnaam] te Almelo, BVH PL0600-2018099702:
Op 6 maart 2018 heeft er op dit adres een woninginbraak plaatsgevonden.
- Pleegtijd tussen 19:30 uur en 20:45 uur.
- Buit: gouden sierraden
- De woning betreft een seniorenwoning in een woon/zorgcomplex van Woon- en zorgcentrum [naam woonzorgcentrum 2] waarvan het adres [straatnaam] het contactadres is.
- Geboortejaar slachtoffer, 1931
- Op deze datum is ook ingebroken op de [straatnaam] te Almelo en [straatnaam] te Almelo.
Tomtom:
' [straatnaam] , Almelo' staat drie keer vermeld in de data welke uit de Tom Tom gehaald is. Het adres is een keer geregistreerd als 'Weeslocatie', een keer geregistreerd als 'Entered Locations' en een keer als 'Huidige locaties'.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2018, opgenomen op pagina 1366 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat verdachte [medeverdachte 1] gebruik maakte van/beschikte over telefoonnummer [telefoonnummer] vanaf 08-10-2017 t/m 22-03-2018.
Gelet op bovenstaande is het meest aannemelijk dat telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
Betreft inbraken in Almelo
(Overzicht zendmast mbt gebruikersgegevens verdachte)
Bijlage 5:
(Tabel communcatie- en zendmastgegevens)
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 16., 17. en 18. ten laste gelegde
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de onder 16., 17. en 18 ten laste gelegde woninginbraken door dezelfde personen begaan. De rechtbank overweegt daartoe dat deze woningbraken kort na elkaar conform dezelfde modus operandi in dezelfde plaats zijn gepleegd.
Gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met de medeverdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van deze woninginbraken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Overeenkomstig de modus operandi van de hiervoor bewezenverklaarde woninginbraken hebben de onderhavige woninginbraken tussen de middag en de avond plaatsgevonden. Alle drie de inbraken hebben plaatsgevonden bij woningen die zich op de begane grond bevinden en bij alle drie de woningen zijn handschoensporen aangetroffen die overeenkomsten vertonen met de handschoen van de medeverdachte die bij de inbraak in Alkmaar bij hem is aangetroffen.
Bij de woninginbraak aan [straatnaam] is de braakschade veroorzaakt met het breekijzer dat verdachte ten tijde van de woninginbraak aan de [straatnaam] in Alkmaar bij zich had toen hij op heterdaad werd aangehouden. Bij de woning aan de [straatnaam] is de braakschade veroorzaakt met de schroevendraaier die bij betrapping op heterdaad in Alkmaar onder de medeverdachte in beslag is genomen. Uit het buurtonderzoek is gebleken dat een getuige rond het tijdstip van de woninginbraak aan [straatnaam] lawaai heeft gehoord, vervolgens naar buiten keek en twee jongens heeft zien wegrennen. Daarnaast overweegt de rechtbank dat de reisbewegingen van beide verdachten, blijkens de mastgegevens, er op duiden dat verdachten gezamenlijk op een logische route vanaf hun woonplaats Lelystad naar Almelo reisden. De telefoon van verdachte heeft om 20:19 uur aangestraald in Heino en een ruim kwartier later straalt de telefoon van de medeverdachte aan in Zwolle. Gelet op het aanstralen van de telefoons van beide verdachten, nadat de woninginbraken hadden plaatsgevonden en op locaties langs een route van Almelo naar Lelystad, alsmede op de tijdstippen waaruit blijkt dat het mogelijk is dat verdachten samen reisden, is de rechtbank, met de officier van justitie, overtuigd dat verdachten gezamenlijk de woninginbraken in Almelo hebben gepleegd.
Ten aanzien van het onder 20., 21. en 22. subsidiair ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 maart 2018, opgenomen op pagina 1328 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 22] namens [benadeelde partij 3] :
Plaats delict: [straatnaam] , Alkmaar
Vandaag, 22 maart 2018, omstreeks 18.00 uur, had ik bezoek gehad van de thuiszorg. De woning was toen nog in goede staan. Nadat de thuiszorg weg was gegaan, was ik even op bed gaan liggen. De slaapkamer grenst aan de voorgevel, waar men heeft gepoogd in te breken. Omstreeks 18.45 uur was ik weer opgestaan en ben ik in de keuken wat gaan
koken en gaan eten. Omstreeks 19.15 uur werd er bij me aangebeld en toonde iemand mij grote schade aan het raamkozijn, links van de voordeur. Ik zag dat de dubbelde beglazing was gebarsten. Ik zag dat het bewuste raamkozijn zelfs deels naar buiten stond. Ook in het raamkozijn rechts van de voordeur zag ik dat men schade had aangericht.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 30 maart 2018, opgenomen op pagina 1334 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning (flat) te [straatnaam] , Alkmaar. De woning betrof een seniorenappartement op de begane grond van het appartementencomplex. Aan beide draairamen waren beschadigingen en rode laksporen zichtbaar die waren veroorzaakt door met een rood breekijzer en een schroevendraaier te wrikken in de sluitnaad. Door het wrikken waren de draairamen deels naar buiten toe getrokken. De kozijnen van de vaste ramen waren deels mee naar buiten toe getrokken. De ruit van het vaste raam van de slaapkamer was gebroken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 maart 2018, opgenomen op pagina 1337 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 23] :
Ik ben woonachtig in perceel [straatnaam] te Alkmaar. De woning is gelegen op de begane grond van een appartementencomplex. Op 22 maart 2018, omstreeks 18.00 uur, heb ik mijn woning verlaten. Ik had de woning deugdelijk afgesloten. Omstreeks 21.00 uur, kwam ik, via de voordeur, weer thuis. Ik zag dat in de woonkamer en de slaapkamer alles doorzocht was en er allerlei spullen van mij over de grond lagen. Op het eerste gezicht mis ik een Acer laptop en een fotocamera.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 23 maart 2018, opgenomen op pagina 1339 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Het onderzoek is verricht in een woning aan de [straatnaam] , Alkmaar. Aan de achterzijde van de woning, vrij te bereiken vanaf de openbare weg, zag ik beschadigingen aan het kunststof draairaam, in de sluitnaad, van de woonkamer. Deze beschadigingen waren ontstaan tijdens het openbreken van het draairaam met, gezien de stand en het formaat van de beschadigingen, behulp van een breekijzer. In de beschadigingen trof ik rode verf aan, vermoedelijk afkomstig van het gebruikte breekijzer. Op een lade uit de ladekast uit de woonkamer, die op de eettafel werd aangetroffen, zag ik beschadigingen. Deze beschadigingen waren ontstaan tijdens het openen van de lade met, gezien de stand en het formaat van de beschadigingen, behulp van een schroevendraaier.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 maart 2018, opgenomen op pagina 1345 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Uit forensisch dataonderzoek blijkt dat:
- dat de inbeslaggenomen laptop (merk: Acer) documenten bevat die herleidbaar zijn naar de
aangever van de woninginbraak, [slachtoffer 23] voornoemd.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 april 2018, opgenomen op pagina 1347 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Naar aanleiding van het aantreffen van de laptop van [slachtoffer 23] in het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken] te weten het voertuig waarvan de verdachten gebruik maakten, heb ik telefonisch contact opgenomen met [slachtoffer 23] . Ik deelde haar mede dat uit onderzoek is gebleken dat de aangetroffen laptop haar eigendom is. Ik vroeg haar of er naast de laptop nog meer goederen uit haar woning waren weggenomen. Ik hoorde [slachtoffer 23] zeggen dat zij ook nog een Panasonic digitale fotocamera, zwart van kleur mistte en dat haar sieraden ook weg waren. Ik vroeg haar of zij haar sieraden kon omschrijven. Ik hoorde haar zeggen dat zij onder andere een Pandora armband, diverse zilveren oorbellen, 2 zilveren bedelarmbandjes van haar dochters en een witgoud ring met steentjes mistte. Ik sloeg direct aan op de omschrijving van de sieraden. Hierop heb ik [slachtoffer 23] de foto's van de sieraden gestuurd via Whatsapp. Ik zag dat zij hierop antwoorde dat de sieraden haar eigendom zijn. Hierbij is aangetoond dat de aangetroffen sieraden in het voertuig van de verdachten afkomstig zijn van een woninginbraak aan de [straatnaam] te Alkmaar op 22 maart 2018 tussen 18:00 uur en 21:00 uur.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 24 maart 2018, opgenomen op pagina 1350 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer BENIDORM/NN1R018032 d.d. 20 juni 2018, inhoudende als verklaring van [naam 4] namens [benadeelde partij 4] :
Plaats delict: [straatnaam] , Alkmaar
Ik doe aangifte van poging diefstal uit woning namens mijn moeder [slachtoffer 24] . Zij had de woning in goede orde en afgesloten achtergelaten. Ik zag dat het raam van de woonkamer geforceerd was. Er zitten twee moeten in het raam. Een aan de onderkant en een aan de kant waar het raam opengaat. Voor zover ik kan nagaan is er niets uit de woning weggenomen.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 26 maart 2018, opgenomen op pagina 1352 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Op 23 maart 2018 ontvingen ik, eerste verbalisant, tevens forensisch onderzoeker werktuigsporen en ik, tweede verbalisant, tevens deskundige A werktuigsporen, de volgende stukken van overtuiging:
(A] een schroevendraaier, merk: PB, kleur: rood, voorzien van BHV-nr: PL11F0- 201805267 6- 869866 en SIN:AALL1382NL, op 22 maart 2018 te 21.45 uur inbeslaggenomen onder [medeverdachte 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978;
(B] een breekijzer, merkloos, kleur : rood, voorzien van BHV- nr: PL11F0-20 18052676-869895 en SIN: AALL1381NL, op 22 maart 2018 te 21.00 uur inbeslaggenomen onder: [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998.
Na een oriënterend onderzoek in de genoemde sporenverzameling bleek dat de schroevendraaier [A] en breekijzer [B] in aanmerking kwamen als mogelijke veroorzaker van respectievelijk de volgende werktuigsporen:
[1] en [2] een afvorming van een werktuigspoor met een breedte van circa 15 mm, voorzien van BVH-nr: PLllF0-2018052692-50139 en SIN: AAKZ7299NL;
[3] een afvorming van werktuigsporen met een totale breedte van circa 30 mm, voorzien van BVH-nr: PLllF0-2018052692-50140 en SIN: AAKZ7300NL;
[4] een afvorming van een werktuigspoor met een breedte van circa 11 mm, voorzien van BVH-nr: PLllF0-2018052692-50140 en SIN: AAKZ7300NL;
[5] een afvorrning van werktuigsporen met een totale breedte van circa 30 mm, voorzien van BVH-nr: PLllF0-2018052676-50131 en SIN: AALP9243NL, op 23 maart 2018 te 09.00 uur veiliggesteld vanaf het keukendraairaam van perceel [straatnaam] te Alkmaar;
[6] een afvorming van werktuigsporen met een totale breedte van circa 28, voorzien van BVH-nr: PLllF0-2018052778-50133 en SIN: AALP9241NL, op 23 maart 2018 te 09.30 uur veiliggesteld van het woonkamerdraairaam van perceel: [straatnaam] te Alkmaar.
De afvormingen [1 t/m 4] zijn op 23 maart 2018 te 11.55 uur veiliggesteld vanaf het keukenraam van perceel [straatnaam] te Alkmaar naar aanleiding van een woninginbraak aldaar.
Op grond van het door ons gehouden vergelijkend werktuigsporenonderzoek, concluderen wij, eerste en tweede verbalisant, dat;
-de werktuigsporen [1] en [2] ZIJN VEROORZAAKT met schroevendraaier [A];
-de werktuigsporen [3] t/m [6] ZIJN VEROORZAAKT met breekijzer [B].
Toelichting:
Bij het formuleren van de conclusie is gebruik gemaakt van de volgende waarschijnlijkheid conclusies:
Bevestigend: IS VEROORZAAKT; ZEER WAARSCHIJNLIJK; WAARSCHIJNLIJK
en MOGELIJK.
De vraag blijft open: NIET VASTGESTELD.
Ontkennend: NIET AANNEMELIJK, WAARSCHIJNLIJK NIET en NIET.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2018, opgenomen op pagina 341 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Op 22 maart 2018, omstreeks 17.45 uur, zag ik, verbalisant [verbalisant 5] , een manspersoon in de richting van het voertuig lopen. Ik herkende deze persoon onmiddellijk als zijnde [medeverdachte 1] aan zijn bolle gelaat en zijn zwarte enigszins krullende haar. Ik herkende de persoon als [medeverdachte 1] omdat ik via het integrale bevragingssysteem BVI-IB een foto had opgezocht van [medeverdachte 1] . Op 22 maart 2018, omstreeks 17.45 uur, zag ik, [verbalisant 5] , dat [medeverdachte 1] in de richting van het voorgenoemde voertuig, vanaf nu genoemd Mercedes, liep. Vlak hierop zag ik dat de Mercedes vanaf [straatnaam] in de richting van [straatnaam] reed. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , heb vervolgens gelijk mijn collega's in kennis gesteld en ben vervolgens achter het voertuig aangereden. Ik zag dat [medeverdachte 1] de Mercedes bestuurde en dat er een manspersoon op de bijrijder stoel zat.
Ik zag dat er op [straatnaam] in Alkmaar een woninginbraak had plaats gevonden. In de melding was te lezen dat deze inbraak tussen de tijd van melding, omstreeks 19.56 uur en 22 maart 2018, omstreeks 18.00 uur had plaatsgevonden. Op 22 maart 2018, omstreeks 20.10 uur, hoorde ik, verbalisant [verbalisant 5] , portofonisch, dat mijn collega [verbalisant 6] , de Mercedes had aangetroffen op [straatnaam] in Alkmaar. Op het moment dat ik op [straatnaam] , ter hoogte van perceel [huisnummer] liep, hoorde ik breekgeluiden komend uit de richting van [straatnaam] . [straatnaam] betreft een appartement in een gezamenlijk appartementencomplex. [straatnaam] bevind zich op de begane rond. Op het moment dat ik de woning naderde zag ik dat er een raam openstond van perceel [huisnummer] . Ik zag dat er geen verlichting brandde in de woning. Vervolgens zag ik door het raam dat er twee manspersonen in de woonkamer van [straatnaam] liepen. Ik heb vervolgens mijn collega [verbalisant 7] gewenkt en ben vervolgens richting de achterdeur van de woning gelopen. Vervolgens zag ik dat de twee manspersonen door de achterdeur naar buiten kwamen. Ik herkende de persoon die als eerste uit de woning kwam als: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] . Op 22 maart 2018, omstreeks 20.35 uur, hield ik, verdachte [medeverdachte 1] op heterdaad aan terzake diefstal door middel van braak in vereniging. Ik zag dat verdachte [medeverdachte 1] handschoenen droeg ten tijde van de aanhouding. Ik zag dat collega [verbalisant 7] de tweede persoon aan hield. Dit bleek te zijn: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] .
Overweging rechtbank ten aanzien van het onder 20., 21. en 22. subsidiair ten laste gelegde
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het onder 22. subsidiair ten laste gelegde aangevoerd dat er sprake is van medeplichtigheid en, nu dat niet is ten laste gelegd, er vrijspraak moet volgen. De rechtbank is van oordeel dat het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De rechtbank overweegt daartoe dat verbalisant twee personen in de woning heeft gezien en ook twee personen naar buiten heeft zien komen. De rechtbank ziet geen reden om geen geloof te hechten aan deze verklaring.
Gelet op de nabijheid van de drie woningen, alsmede het korte tijdsbestek waarin de (pogingen tot) woninginbraken plaatsvonden, het aantreffen van de briefjes met daarop de adressen, alsmede de uitslag van het sporenonderzoek waaruit blijkt dat de braakschade bij alle drie de inbraken veroorzaakt is door het breekijzer dat diezelfde dag onder verdachte in beslag is genomen, acht de rechtbank alle drie de feiten in Alkmaar wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1., 2., 4., 5., 6., 7., 8., 9., 11., 12. subsidiair, 13., 14., 15., 16., 17., 18., 20., 21. en 22. subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 13 februari 2018 te Heemskerk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om uit een woning, gelegen aan de [straatnaam] , enig goed van verdachtes en verdachtes mededaders gading, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, de tuindeur van het perceel [straatnaam] geforceerd en met een voorwerp aan het kozijn van een slaapkamerraam van die woning aan de [straatnaam] vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op 15 februari 2018 te Hoogezand, in elk geval gemeente Midden-Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] 11 een telefoontoestel van het merk Samsung, goudkleurig en een goudkleurige ketting en een goudkleurige armband en een Notebook van het merk Packard Bell, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
4.
hij op 16 februari 2018 te Heerenveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] een gouden halsketting, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
5.
hij op 16 februari 2018 te Heerenveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] een fotocamera van het merk Nikon en een gouden horloge en een VR-bril en een gouden ketting en oorbellen en een paar schoenen van het merk Nike en een hoeveelheid medicijnen, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
6.
hij in de periode omvattende de dagen 16 februari 2018 en 17 februari 2018 te Heerenveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de Joris in ‘t Veld-State 11 onder meer twee stuks servies en twee zilveren armbanden en twee zilveren bedeltjes en een gouden horloge en een dasspeld en meerdere kettingen en horloges en dasspelden en broches en een zilveren tientje een armband en een oorbel, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
7.
hij op 17 februari 2018 te Drachten, in de gemeente Smallingerland, uit een woning gelegen aan [straatnaam] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een (gouden) ketting met daaraan een (gouden) munt, in elk geval enig goed, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
8.
hij in de periode omvattende de dagen 17 februari 2018 en 18 februari 2018 te Hoogeveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan [straatnaam] een paar gouden manchetknopen en twee gouden horloges en een parelhalsketting en meerdere andere sieraden, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
9.
hij op 18 februari 2018 te Hoogeveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning, gelegen aan [straatnaam] onder meer meerdere kettingen en armbanden en ringen en een broche en een horloge en meerdere oorbellen en een zak met kapot zilver, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
11.
hij op 2 maart 2018 te Heerenveen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om uit een woning van [slachtoffer 13] gelegen aan of bij de [straatnaam] goederen van verdachtes en verdachtes mededaders gading, die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en inklimming, een raam van de woning gelegen aan de [straatnaam] met een voorwerp heeft opengebroken en zich via de ontstane opening de toegang tot die woning heeft verschaft en in die woning heeft gezocht naar goederen van verdachtes en verdachtes mededaders gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
12. subsidiair
hij op 2 maart 2018 te Heerenveen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om uit een serviceflat gelegen bij [straatnaam] goederen van verdachtes en verdachtes mededaders gading, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 14] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en inklimming, een raam van een serviceflat gelegen bij [straatnaam] met een voorwerp heeft opengebroken en zich via de ontstane opening de toegang tot die woning heeft verschaft en in die woning heeft gezocht naar goederen van verdachtes en verdachtes mededaders gading terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
13.
hij op 3 maart 2018 te Hoogeveen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan [straatnaam] een kluis met inhoud, te weten geld, ongeveer 200 euro en enkele waardepapieren, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 15] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
14.
hij op 4 maart 2018 te Swifterbant, in de gemeente Dronten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan [geboorteplaats] een gouden dames horloge, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 16] of diens echtgenote, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
15.
hij in de periode omvattende de dagen 5 maart 2018 en 6 maart 2018 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan [straatnaam] een potje met kleingeld, ongeveer 50 euro en een draagmedaille, ridderorde en draagmedaille, verleend voor diensten in Indië, een draagmedaille voor verleende diensten, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan
[slachtoffer 17] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
16.
hij op 6 maart 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan [straatnaam] onder meer een armband met bedeltjes en een ketting en een bril en geld, 450 euro, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 18] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
17.
hij op 6 maart 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] twee kettingen en een armband, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 19] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
18.
hij op 6 maart 2018 te Almelo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan [straatnaam] meerdere roze plastic bakjes met daarin brieven en sieraden en enveloppen, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 20] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
20.
hij op 22 maart 2018 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan de [straatnaam] enige goederen van verdachtes en verdachtes mededader(s) gading, die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 22] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en inklimming, een ruit van die woning aan de [straatnaam] heeft vernield en met een voorwerp aan een raamkozijn van die woning heeft gewrikt en
deze heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
21.
hij op 22 maart 2018 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] onder meer een laptop van het merk Acer en een fotocamera en meerdere bedelarmbandjes en ringen en oorbellen, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 23] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
22. subsidiair
hij op 22 maart 2018 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan [straatnaam] een of meer goederen van verdachtes en verdachtes mededader(s) gading, die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 24] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en inklimming, met een voorwerp een raam van die woning aan [straatnaam] heeft geforceerd en vervolgens dat raam geopend en door de ontstane
opening die woning is binnengegaan en in die woning heeft gezocht naar goederen van verdachtes en verdachtes mededader(s) gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
2. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
4. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
5. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
6. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
7. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
8. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
9. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
11. Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
12. subsidiair Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
13. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
14. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
15. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
16. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
17. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
18. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
20. Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
21. Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
22. subsidiair Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1., 2., 4., 5., 6., 7., 8., 9., 10., 11., 12. subsidiair, 13., 14., 15., 16., 17., 18., 19., 20., 21. en 22. subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor vrijspraak. Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 22. subsidiair ten laste gelegde komt, heeft de raadsvrouw primair verzocht bij vervroeging uitspraak te doen. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat verdachte al lange tijd in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Subsidiair, indien de rechtbank meer feiten bewezen acht, heeft de raadsvrouw aangevoerd rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de wil van verdachte om in september met een nieuwe opleiding te beginnen. De raadsvrouw verzoekt in dat geval een flinke voorwaardelijke straf op te leggen in combinatie met bijzondere voorwaarden. Wanneer de rechtbank van oordeel is dat een onvoorwaardelijk strafdeel tot aan volgend schooljaar onvoldoende is, verzoekt de raadsvrouw daarnaast tevens een werkstraf op te leggen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich onder meer met de medeverdachte in een tijdsbestek van twee maanden schuldig gemaakt aan een groot aantal gekwalificeerde diefstallen en enkele pogingen daartoe. Al deze feiten zijn op zeer brutale wijze uitgevoerd. Verdachte en zijn medeverdachte hadden het voornamelijk voorzien op woningen waar kwetsbare mensen wonen. Verdachte heeft met de bewezenverklaarde feiten aangetoond geen respect te hebben voor de eigendommen van een ander. Dit zijn ernstige feiten, waarbij er veel schade en overlast voor de benadeelden is veroorzaakt. Door woninginbraken wordt een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van de bewoners. De eigen woning is bij uitstek de plaats waar men zich veilig en geborgen zou moeten kunnen voelen. De slachtoffers hebben, naast het verlies van bezittingen, veel werk en overlast van de braakschade. Woninginbraken zorgen bovendien voor gevoelens van angst en onzekerheid in de maatschappij. Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor de door hem gepleegde woninginbraken, dan wel pogingen daartoe. Als reactie op deze grote hoeveelheid strafbare feiten dient een gevangenisstraf het uitgangspunt te zijn.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. De rechtbank acht een gevangenisstraf van aanzienlijke duur noodzakelijk, gelet op de grote hoeveelheid aan (pogingen tot) woninginbraken waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt. In strafverzwarende zin houdt de rechtbank rekening met de beroepsmatige manier waarop verdachte en zijn medeverdachte de woninginbraken en pogingen daartoe hebben gepleegd. Daarbij neemt de rechtbank de grote hoeveelheid feiten in aanmerking. De rechtbank overweegt voorts dat uit de bewijsmiddelen volgt dat zij in zeer korte tijd in staat waren om onder meer middels braak en inklimming een woning te betreden, de woning te doorzoeken en er met de buit, voornamelijk sieraden, vandoor te gaan. Daarnaast acht de rechtbank strafverzwarend dat verdachte en zijn medeverdachte gericht hebben gezocht naar kwetsbare slachtoffers.
De rechtbank heeft in het dossier geen aanwijzingen aangetroffen waaruit blijkt dat er sprake is geweest van een zekere rolverdeling tussen verdachte en de medeverdachte. De rechtbank gaat daarom uit van een gelijk aandeel van beide verdachten.
De reclassering heeft in het rapport d.d. 21 juni 2018 aangegeven dat verdachte enerzijds door referenten wordt neergezet als 'vriendelijk, verlegen, zachtaardig en goed luisterend', terwijl hij anderzijds een geheel andere kant laat zien door zijn betrokkenheid bij de verdenkingen tegen hem en het criminele gedrag dat hieraan ten grondslag ligt. De reclassering heeft aangegeven dat verdachte baat kan hebben bij ondersteuning en toezicht gericht op het maken van eigen keuzes, beïnvloeding en het los komen van de negatieve kant van de Roma cultuur. De reclassering schat de kans op recidive hoog in. De reclassering adviseert het commune strafrecht toe te passen, omdat er contra-indicaties zijn voor het toepassen van het adolescentenstrafrecht. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een onvoorwaardelijke straf gecombineerd met een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden. Geadviseerd wordt de voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren. De reclassering is gelet op de nog jonge leeftijd van verdachte, in combinatie met zijn gemotiveerde houding ten aanzien van het reclasseringstoezicht, van mening dat verdachte goed zou kunnen profiteren van gedragsaanwijzingen vanuit het toezicht. Zij zien daarin meer winst te behalen dan wanneer verdachte een langdurige gevangenisstraf zou moeten ondergaan.
Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank aanleiding een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. De rechtbank overweegt daartoe dat uit het reclasseringsrapport blijkt dat verdachte op diverse leefgebieden problemen ervaart. De rechtbank acht het, gelet op de nog jonge leeftijd van verdachte, van groot belang dat hij onder toezicht van de reclassering kansen en mogelijkheden krijgt die hem er van weerhouden in de toekomst strafbare feiten te plegen.
Alles overwegende, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, alsmede oplegging van algemene voorwaarden en bijzondere voorwaarden, passend en oplegging daarvan geboden.
Inbeslaggenomen goederen
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen Mercedes met kenteken THFV80 verbeurd zal worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen voorwerp, te weten de auto, betreffende een Mercedes met kenteken [kenteken] , moet worden teruggegeven aan de rechthebbende nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde1. [slachtoffer 5] , tot een bedrag van € 2.000,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering met als onderbouwing de bijlage goederen bij de aangifte aannemelijk tot een bedrag van € 515,00 en vordert toewijzing van dit bedrag, met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair aangevoerd de vordering af te wijzen/ niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat uit de vordering niet blijkt of het bedrag een vordering ter zake materiele of immateriële schade betreft. Ook is er geen toelichting op de vordering. Nu de vordering niet is onderbouwd verzoekt de raadsvrouw de vordering af te wijzen althans niet-ontvankelijk te verklaren. Ten aanzien van de € 515,00 die de officier van justitie voor toewijzing vatbaar acht, heeft de raadsvrouw aangevoerd dat in de aangifte een nieuwwaarde van de camera is opgegeven en niet duidelijk is hoe oud de camera is, hetgeen relevant is om de restwaarde te kunnen bepalen. Om die reden is ook dit onderdeel van de vordering niet eenvoudig van aard.
Oordeel van de rechtbank
De vordering van de benadeelde partij is niet onderbouwd. De rechtbank verklaart de vordering om die reden niet-ontvankelijk.
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde2. [slachtoffer 6] , tot een bedrag van € 100,00 ter vergoeding van materiële schade en € 350,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing van de materiële schade gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie vordert de vordering voor het overige, het immateriële gedeelte, niet-ontvankelijk te verklaren aangezien de wet en de Hoge Raad hoge eisen stellen aan het toekennen van schadevergoedingen op basis van immaterieel leed.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair aangevoerd de vordering van de benadeelde partij af te wijzen/ niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij de gestelde materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 6. bewezen verklaarde. De vordering zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 februari 2018.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door de medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. In het geval geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals hier aan de orde, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van angst, onzekerheid, schrik en machteloosheid vallen niet onder het bereik van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt dan ook niet-ontvankelijk verklaard.
Ten aanzien van het onder 13. ten laste gelegde3. [slachtoffer 15] , tot een bedrag van € 143,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert toewijzing van de beveiligingskosten, alsmede de reiskosten, inclusief de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie vordert het immateriële deel van de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair aangevoerd de vordering van de benadeelde partij af te wijzen/ niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Daartoe heeft zij aangevoerd dat het bedrag van € 250,00 is vergoed. Ten aanzien van de overige kosten is niet duidelijk wat het rechtstreekse verband is tussen de ritjes en deze zaak, en betreft dit schade die niet aangever, maar zijn broer heeft geleden. De kosten voor beveiliging zijn niet onderbouwd middels een bon, maar ten aanzien hiervan refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 13. bewezen verklaarde. De rechtbank overweegt dat de gevorderde reiskosten voldoende zijn onderbouwd en kunnen worden toegewezen. De rechtbank acht de vordering voor het overige onvoldoende onderbouwd en verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk.
De vordering, waarvan de hoogte door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen tot een bedrag van € 68,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 maart 2018.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Ten aanzien van het onder 14. ten laste gelegde
4. [slachtoffer 16] , tot een bedrag van € -,-- ter vergoeding van materiële schade en € -,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de vordering niet-ontvankelijk te verklaren aangezien de vordering niet is onderbouwd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair aangevoerd de vordering af te wijzen/niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat in de vordering wordt aangegeven dat er in totaal negen sieraden gestolen zouden zijn die qua waarde door de verzekeringsmaatschappij worden geschat op € 4.400,00. Uit de aangifte blijkt dat alleen een goudkleurig horloge is gestolen. Nu de waarde van het horloge niet kan worden vastgesteld verzoekt de raadsvrouw de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank verklaart de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk. De rechtbank overweegt daartoe dat er geen bedragen op de vordering zijn ingevuld.
Ten aanzien van het onder 15. ten laste gelegde
5. [slachtoffer 17] , tot een bedrag van € 300,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert ten aanzien van de materiële schade toewijzing van een bedrag van € 50,00, met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel en vordert de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat in het dossier onderbouwing te vinden is voor de pot met klein geld, echter gaat het daar om een bedrag van € 50,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair aangevoerd de vordering af te wijzen/ niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat de aangegeven materiële schade volgens de vordering voor een bedrag van € 200,00 bestaat terzake vernieling van een klok. Verdachte wordt niet vervolgd voor vernieling. De raadsvrouw verzoekt dit deel van de vordering af te wijzen althans niet-ontvankelijk te verklaren. De tweede post betreft een bedrag van € 100,00. In de aangifte wordt gesproken over € 50,00. Omdat deze post daarmee onduidelijk is en onvoldoende onderbouwd verzoekt de raadsvrouw dit deel niet-ontvankelijk te verklaren, althans, meer subsidiair, voor een bedrag tot € 50,00 toe te wijzen.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 15. bewezen verklaarde. De vordering zal daarom tot een bedrag van € 50,00 worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 maart 2018. De rechtbank overweegt daartoe dat uit de aangifte blijkt dat er een potje kleingeld met € 50,00 euro is weggenomen, terwijl dit volgens de vordering € 100,00 is geweest.
De rechtbank acht het gevorderde bedrag ten aanzien van de vernielde klok onvoldoende onderbouwd en verklaart dit deel van de vordering niet-ontvankelijk.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door de medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Ten aanzien van het onder 16. ten laste gelegde
6. [slachtoffer 18] , tot een bedrag van € -,-- ter vergoeding van materiële schade en € -,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien uit de vordering geen bedrag blijkt dat nog niet is vergoed door de verzekering.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair aangevoerd de vordering af te wijzen/niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat de gevorderde materiële posten waterkoker en vitrage niet voorkomen in de aangifte. Verder is er een post terzake beschadiging van de vloer, terwijl verdachte niet voor vernieling terecht staat. De armbanden worden genoemd, maar er is geen gevorderd bedrag. Voor de verdwenen bril wordt een bedrag van € 555,00 gevorderd, maar in de aangifte staat een (nieuw)waarde van € 462,00. Als de rechtbank deze posten al voldoende onderbouwd vindt, dan blijkt dat de schade terzake deze posten al is vergoed. Er resteert derhalve geen schade zodat de vordering afgewezen althans niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
De benadeelde partij heeft geen bedrag gevorderd. Uit de vordering blijkt dat de ingevulde materiële schade reeds geheel door de verzekering is vergoed. Bij de immateriële schade heeft de benadeelde partij geen bedrag ingevuld. Nu er geen bedrag is gevorderd, zal de rechtbank de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren.
Ten aanzien van het onder 20. ten laste gelegde
7. [benadeelde partij 3] , vertegenwoordigd door [naam 5] , tot een bedrag van € 1.800,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de vordering niet-ontvankelijk te verklaren aangezien de vordering niet is onderbouwd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de vordering dient te worden afgewezen/niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de opgegeven materiële schade niet is onderbouwd. Daar komt bij dat niet vast is komen te staan dat de heer [naam 5] door de Woningbouwvereniging is gemachtigd om deze vordering namens hen in te dienen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat uit het bij de vordering van de benadeelde partij aangehechte uittreksel van de Kamer van Koophandel niet blijkt dat [naam 5] gemachtigd is om namens de benadeelde partij een vordering in te dienen. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank verklaart de vordering van de benadeelde partij om die reden niet-ontvankelijk.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3., 10., 12. primair, 19. en 22. primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1., 2., 4., 5., 6., 7., 8., 9., 11., 12. subsidiair, 13., 14., 15., 16., 17., 18., 20., 21. en 22. subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 18 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich binnen vijf dagen volgend op zijn ontslagdatum meldt bij Reclassering Nederland op het adres De Meent 4 te Lelystad en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd en op door de reclassering te bepalen tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling zo frequent en zolang die instelling dat noodzakelijk acht;
2. dat de veroordeelde zal deelnemen aan de gedragsinterventie COVA of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider zal houden;
3. dat de veroordeelde zich gedurende een door de reclassering te bepalen periode die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd, onder behandeling zal stellen van de Forensische Poli van de GGZ of een soortgelijke zorgverlener, zulks te bepalen door de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft;
4. dat de veroordeelde gedurende een door het Openbaar Ministerie te bepalen periode die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd op geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] ;
5. dat de veroordeelde gedurende de proeftijd meewerkt aan het vinden en behouden van scholing, dan wel dagbesteding, waarbij hij zich zal houden aan de afspraken met- en/of aanwijzingen gegeven door de reclassering.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Gelast de teruggaveaan de rechthebbende van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven Mercedes met kenteken [kenteken] .

Benadeelde partijen

[slachtoffer 5] , ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
Bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 5]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
[slachtoffer 6] , ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 6]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 100,00(zegge: honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2018, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6] , te betalen een bedrag van € 100,00 (zegge: honderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit € 100,00 aan materiële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2018.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte - al dan niet samen met zijn mededader(s) - aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
[slachtoffer 15] , ten aanzien van het onder 13. ten laste gelegde
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 15]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 68,00(zegge: achtenzestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2018.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 15] , te betalen een bedrag van € 68,00 (zegge: achtenzestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 68,00 euro aan materiële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2018.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 15] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
[slachtoffer 16] , ten aanzien van het onder 14. ten laste gelegde
Bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 16]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
[slachtoffer 17] , ten aanzien van het onder 15. ten laste gelegde
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 17]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 50,00(zegge: vijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2018, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 17] , te betalen een bedrag van € 50,00 (zegge: vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit € 50,00 aan materiële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2018.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 17] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte - al dan niet samen met zijn mededader(s) - aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
[slachtoffer 18] , ten aanzien van het onder 16. ten laste gelegde
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 18]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
[benadeelde partij 3] , ten aanzien van het onder 20. ten laste gelegde
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 3]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.A. Wiersma, voorzitter, mr. M.B. de Wit en mr. C.A.J. Tuinstra, rechters, bijgestaan door mr. C.G. Velvis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 december 2018.
Mr. Tuinstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.