Op 27 december 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2001, die betrokken was bij twee geweldsdelicten. De zaak betreft een poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 1] op 24 augustus 2018 in Bakkeveen en mishandeling van [slachtoffer 2] op 6 november 2017 in Drachten. Tijdens de zitting op 13 december 2018 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat mr. E. Albayrak, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Klooster.
De tenlastelegging omvatte onder andere de beschuldiging dat de verdachte samen met anderen [slachtoffer 1] van het leven wilde beroven door hem meermalen te schoppen en te slaan. De officier van justitie vorderde vrijspraak voor de poging tot doodslag, maar veroordeling voor de poging tot zware mishandeling. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor de klap die [slachtoffer 1] in zijn gezicht kreeg.
De rechtbank oordeelde dat de poging tot doodslag niet bewezen kon worden, maar dat de verdachte wel schuldig was aan de poging tot zware mishandeling en de mishandeling van [slachtoffer 2]. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 180 dagen, waarvan 80 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan beide slachtoffers, respectievelijk € 1.030,10 en € 444,12, vermeerderd met wettelijke rente.