Op 20 december 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een minderjarige verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke werkstraf. De zaak betreft meerdere tenlasteleggingen, waaronder erfvredebreuk en belediging van politieagenten. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het wederrechtelijk binnendringen van een voormalig zwembad en heeft twee politieagenten beledigd door in hun richting te spugen en hen 'kankeridioten' te noemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 1 oktober 2017 en 25 februari 2018 de feiten heeft gepleegd. Tijdens de zitting op 6 december 2018 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.J. Flach, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A. van den Oever.
De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie beoordeeld in het licht van de Salduz-jurisprudentie, maar heeft geoordeeld dat er geen grond was om de officier niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft de verklaringen van de getuigen en de verdachte gewogen en kwam tot de conclusie dat de feiten 1 en 2 niet wettig en overtuigend bewezen konden worden, waardoor de verdachte daarvan is vrijgesproken. Voor feit 4, de belediging van de politie, is de verklaring van de verdachte uitgesloten van bewijs vanwege een vormverzuim, maar de overige bewijsmiddelen waren voldoende voor een veroordeling.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de adviezen van de Raad voor de Kinderbescherming. Uiteindelijk is een werkstraf van 40 uren opgelegd, waarvan 20 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat er onvoldoende informatie was om de schade te beoordelen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter tevens kinderrechter was.