Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
mr. H.J. Idzenga(hierna te noemen mr. Idzenga), rechter van deze rechtbank.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland op 19 januari 2018 het verzoek tot wraking van mr. H.J. Idzenga afgewezen. Het verzoek tot wraking was ingediend door [verzoeker], die betrokken was bij een schuldsanering. De wrakingsgrond was dat mr. Idzenga zijn controlerende taak als rechter-commissaris niet voldoende had uitgevoerd tijdens de verificatievergadering op 28 november 2017, waar de vordering van [A] op [verzoeker] ter sprake kwam. [verzoeker] betwistte deze vordering, maar de bewindvoerder had deze niet betwist. Mr. Idzenga had geen aanleiding gezien om de vordering naar de renvooiprocedure te verwijzen. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek heeft mr. Idzenga zijn standpunt toegelicht en aangegeven dat hij zijn taak als rechter-commissaris naar behoren had uitgevoerd. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van mr. Idzenga en dat zijn beslissingen binnen de grenzen van de wet vielen. De wrakingskamer benadrukte dat het wrakingsmiddel niet bedoeld is om onwelgevallige beslissingen van de rechter aan te vechten. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, omdat er onvoldoende gronden waren om aan te nemen dat mr. Idzenga niet onpartijdig had gehandeld.