zij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 19 juni 2017,
althans op 19 juni 2017, te [pleegplaats], in de gemeente Opsterland, in elk
Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam]
aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 337 hennepplanten, althans
(telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval
(telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende
hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst
II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
zulks terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) voormeld telen en/of
bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of
verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een
beroep of bedrijf.