Op 10 december 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die samen met medeverdachten wraak wilde nemen op een collega. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van openlijk geweld tegen een persoon, genaamd [slachtoffer], op 30 juni 2018 in Groningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten met de intentie naar de werkplek van de aangever gingen om verhaal te halen. Tijdens de confrontatie heeft de verdachte de aangever in een nekklem genomen en hem naar de grond gewerkt, terwijl medeverdachten hem meermalen hebben geslagen en getrapt. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het primair ten laste gelegde, namelijk het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, maar dat het subsidiair ten laste gelegde, openlijk in vereniging geweld plegen, wel bewezen was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 82 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 40 uren. Tevens is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, [slachtoffer], voor zowel materiële als immateriële schade. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde taakstraf, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden.