Op 10 december 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk geweld. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 30 juni 2018 in Groningen, waar de verdachte samen met medeverdachten wraak wilde nemen op een collega, de aangever, die eerder een van de medeverdachten had mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten de werkplek van de aangever binnengingen met de intentie om hem aan te pakken. Tijdens de confrontatie heeft de aangever zware klappen gekregen, terwijl de verdachte slechts een leeg blikje naar hem gooide. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet voldoende had bijgedragen aan het primair ten laste gelegde, en sprak hem daarvan vrij. Echter, de rechtbank achtte het subsidiair ten laste gelegde, openlijk geweld, wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren werd verricht. Daarnaast werd de verdachte aansprakelijk gesteld voor de schadevergoeding aan de aangever, die een totaalbedrag van € 1.592,55 vorderde, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen en de verdachte verplicht tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente.