Op 4 december 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel en mensensmokkel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van mensenhandel, omdat niet bewezen kon worden dat de vermeende slachtoffers, twee Nigeriaanse zusjes, ten tijde van de feiten minderjarig waren. De rechtbank oordeelde dat de identiteit en leeftijd van de slachtoffers niet met voldoende zekerheid konden worden vastgesteld, ondanks dat er twijfels bestonden over de echtheid van hun paspoorten. De verdachte werd echter wel veroordeeld voor mensensmokkel, omdat zij samen met een medeverdachte de dames had ondergebracht in een seksclub, terwijl zij ernstige redenen had te vermoeden dat zij niet beschikten over een geldige verblijfstitel. De rechtbank overwoog dat de verdachte, als bardame in de club, een verzwaarde onderzoeksplicht had om de verblijfsstatus van nieuwe prostituees te verifiëren. De verdachte had de dames ondergebracht in de club met het oog op het verrichten van prostitutiewerkzaamheden, terwijl zij wist dat er twijfels bestonden over hun leeftijd en verblijfsstatus. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 90 dagen op, waarvan 73 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.