(p. 139) A: [verdachte] (de rechtbank begrijpt; verdachte) is mijn werkgever en ik ben in vaste dienst.
V: Welke verantwoordelijkheid heb jij als je alleen als bedrijfsleidster aanwezig bent?
A: dat noem je zaakwaarneemster of zo.
(p. 140) V: Hoe komen nieuwe vrouwen bij jullie binnen?
A: Ik noem het een netwerk. Via internet is het heel veel zoeken en in de loop van de jaren ken ik ook een heleboel dames. Ik ga ook wel bellen met dames die ik ken.
(p. 145) V: Wat heeft [naam 4] precies aan jou verteld of gevraagd?
A: of we plek hadden voor 2 dames. [naam 4] vertelde aan mij dat ze ouder zijn dan 18 jaar.
(p. 146) V: Op de dag van de controle door onze collega's, vorige week woensdag 3 februari 2016, waren er ook twee Afrikaanse vrouwen in de club.
V: waren de vrouwen er om te werken?
A: dat was de bedoeling. Ze hadden nog niet gewerkt de eerste avond omdat er geen klanten waren.
V: Ze waren dus in principe wel klaar voor het werk, ze waren ook gekleed op het werk
A: ja dat klopt.
V: Wat waren hun werknamen?
A: [naam 1] en [naam 2]
V: Hoe zijn die twee vrouwen in de club gekomen?
A: Ik heb ze opgehaald van het station, dit was 2 februari 2016.
V: Wie heeft besloten om de vrouwen daar op te halen?
A: Ja, dat is altijd onderling. Met ons bedoel ik [verdachte] en ik.
V: Toen je door [naam 4] werd gebeld om de Afrikaanse dames op te halen, heb je dat van te voren besproken met [verdachte] ?
A: Ik heb alleen aangegeven dat er waarschijnlijk 2 nieuwe dames zouden komen en dat ik ze op zou halen uit Assen.
(p. 147) V: Waar ben je met hen heen gereden vervolgens?
A: rechtstreeks naar [plaats] , naar de club
V: Hoe ging het na aankomst in de club?
A: Ik heb uitgelegd wat de verdiensten zijn. Ik heb berichtje, sms of whats app naar [verdachte] gestuurd en ik vertelde dat het leuke meiden waren Ik heb bij [verdachte] aangegeven dat ze wel jonger lijken dat ze op het paspoort hebben staan.