Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser]
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Emmen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Administratie” van het rapport van het boekenonderzoek is vermeld:
[eiser] verzorgt de dagelijkse administratie.
Bevindingen” van het rapport van het boekenonderzoek is onder meer vermeld:
Tijdens het inleidend gesprek heb ik gevraagd naar de opbouw van de administratie van het bedrijf. Volgens [eiser] komen zijn klanten met name via zijn eigen website en via marktplaats bij hem. Hij verkoopt vrijwel uitsluitend aan particulieren.
Conclusie” van het rapport staat vermeld:
De aanwezige administratie over de jaren 2008 t/m 2011 is onvolledig en kan niet dienen voor het indienen van aangiften omzet- en inkomstenbelasting.
Administratie”:
Slotopmerkingen” staat vermeld:
De gevolgen van het boekenonderzoek zijn besproken met zowel [eiser] als [B] . Daarnaast is [eiser] duidelijk geworden, dat er op het administratieve gebied nog veel te verbeteren valt.
- De aangetroffen inkoopfacturen vanuit Polen betreffen kopieën; de originele
- De aangiften OB moeten naar waarheid worden ingediend, mede op het terrein van
- Kasadministratie dient duidelijk verbetert te worden.”.
€ 75.243 te weinig omzetbelasting heeft voldaan. Verweerder stelt dat deze bewijslast, hetgeen eiser bestrijdt, dient te worden omgekeerd wegens het niet doen van de vereiste aangifte. Verweerder stelt zich daarbij primair op het standpunt dat per jaar dient te worden beoordeeld of eiser de vereiste kwartaal c.q. maandaangiften over het desbetreffende jaar heeft gedaan. Subsidiair stelt verweerder dat per kwartaal- c.q. maandaangifte dient te worden beoordeeld of eiser de vereiste aangifte heeft gedaan. Weliswaar bedraagt in een aantal maanden de absoluut te weinig aangegeven omzetbelasting minder dan € 1.000, maar gelet op de relatieve hoogte van deze te weinig aangegeven belasting, is verweerder van mening dat in die maanden eveneens de vereiste aangifte niet is gedaan. De rechtbank laat een beoordeling van deze standpunten vooreerst in het midden en zal eerst beoordelen of verweerder heeft voldaan aan de volgens de normale bewijslastverdeling op hem rustende bewijslast.
€ 75.243. De rechtbank zal bepalen dat verweerder het bedrag van de heffingsrente dienovereenkomstig dient te verminderen.
€ 20.000 passend en geboden.
€ 16.000.