Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.DVJ INFRA EN MILIEU B.V.,
DVJ MATERIEELVERHUUR
Rechtbank Noord-Nederland
Op 15 november 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, enkelvoudige handelskamer, uitspraak gedaan in de voorlopige surseances van betaling van vier besloten vennootschappen, gezamenlijk aangeduid als DVJ. De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de verificatievergadering die op 31 oktober 2018 heeft plaatsgevonden, evenals van het akkoord dat op die datum is aangenomen. De homologatie van het akkoord is behandeld tijdens de zitting op 14 november 2018, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de advocaat van DVJ, de bewindvoerder en de rechter-commissaris, aanwezig waren.
De rechtbank heeft de vraag beoordeeld of de nakoming van het akkoord voldoende gewaarborgd is, met speciale aandacht voor de vordering van de Belastingdienst van ongeveer € 686.000. De rechtbank constateert dat een deel van deze vordering, groot ongeveer € 247.000, wordt betwist. De bewindvoerder heeft een financieel overzicht overgelegd, waaruit blijkt dat de claim van de Belastingdienst bij homologatie zou kunnen worden voldaan. De rechter-commissaris heeft aangegeven dat hij meent dat de gehele opeisbare vordering van de Belastingdienst zal kunnen worden voldaan en dat het akkoord gehomologeerd kan worden.
De rechtbank concludeert dat het niet-betwiste gedeelte van de vordering van de Belastingdienst voldaan kan worden en dat er een voorziening is getroffen voor het betwiste gedeelte in de vorm van een recht van hypotheek. De rechtbank oordeelt dat de nakoming van het akkoord voldoende gewaarborgd is en dat er geen andere weigeringsgronden zijn. De rechtbank homologeert daarom het akkoord, waarmee de belangen van de schuldeisers, inclusief de Belastingdienst, worden gediend.